Kamerbrief inzake verzoek reaktie rapport 'The End of the Beginning'over wederopbouw post-conflict Sri Lanka

Graag bied ik u hierbij de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 10 juli 2009 met kenmerk 2009Z12767/2009D35683 inzake Sri Lanka, waarin u verzocht de Kamer schriftelijk een reactie te geven op de brief van Terre des Hommes d.d. 29 juni 2009 en het bijbehorende rapport 'The End of the Beginning' over wederopbouw post-conflict Sri Lanka.


Terre des Hommes heeft de ministers van Defensie en voor Ontwikkelingssamenwerking ook rechtstreeks benaderd. Het antwoord van beide ministers op de brieven van Terre des Hommes wordt u tevens in de bijlage aangeboden. Voor de inhoudelijke reactie op het rapport verwijs ik kortheidshalve naar deze brief.

Uw verzoek heeft tevens betrekking op de achtergrond van het besluit de relatie met Sri Lanka als OS partnerland uit te faseren. In de OS beleidsbrief ‘Een zaak van iedereen’ van oktober 2007 aan uw Kamer is de afbouw van de OS relatie met Sri Lanka aangekondigd.

Voormalige minister van Ontwikkelingssamenwerking Herfkens zegde op 7 december 2000 tijdens het AO Sri Lanka, Bangladesh en Vietnam aan de Kamer toe om in 2001 te bezien of voortzetting van de hulprelatie met Sri Lanka nog zinvol was. Aanleiding voor dit voornemen waren het conflict en de trage voortgang in goed bestuur- en economische hervormingen. Toen voor 5 december 2001 verkiezingen werden aangekondigd, met hoop op een keerpunt in politieke en economische situatie van Sri Lanka, werd de besluitvorming uitgesteld tot na de verkiezingen. Dit was bedoeld om de nieuw aangetreden regering een kans te geven het 100 dagen programma te starten.

Op 23 februari 2002 werd een staakt het vuren bereikt. Minister Herfkens ging daarop akkoord met een verlenging van de samenwerking met Sri Lanka.

In 2004 besloot de toenmalige minister van Ontwikkelingssamenwerking Van Ardenne tot uitfasering van de bilaterale OS-relatie. Argumenten voor dit besluit waren het feit dat Sri Lanka het inkomensniveau van de “Lower Middle Income Country Status” had bereikt, de onzekere politieke situatie en een overheid die geen duidelijk partnerperspectief biedt. Toen in 2007 het conflict opnieuw oplaaide heb ik besloten de reguliere ontwikkelingshulp versneld af te bouwen en de aandacht te concentreren op humanitaire hulp en mensenrechten. Daarnaast worden de Cultureel Erfgoed initiatieven gecontinueerd en wordt de aandacht gericht op de ontwikkeling van de private sector en de bevordering van de onderlinge handel en investeringen.

Volgens de planning is het OS-programma in 2010 definitief afgerond. Nog lopende activiteiten zijn Tsunami wederopbouw projecten, ondersteuning van de Sri Lankaanse Kamer van Koophandel voor werkgelegenheid in afgelegen gebieden, export promotie programma’s, en milieubescherming. Ook worden dit jaar nog enkele lokale vredesinitiatieven gesteund, zoals een programma om civil society, private sector, (lokale) overheden en burgers van verschillende ethnische groepen bij elkaar te brengen, en een programma van de National Peace Council gericht op een uitbreiding van bestaande vredesgroepen in districten in het zuiden naar de noordelijke districten. Tenslotte worden binnen de humanitaire programma's van Cordaid en ZOA ook zogenaamde co-existence initiatieven gesteund.

Daarnaast zal Nederland het vredesproces steunen zodra dit wordt hervat. Tijdens een ontmoeting met Terre des Hommes in maart 2009 heeft de Nederlandse ambassade in Colombo aangegeven zich te kunnen vinden in een analyse van Terre des Hommes die de noodzaak van een snelle transitie in het oosten bepleit. Concreet biedt Nederland hieraan ondersteuning via VN-organisaties, ICRC, de Europese Unie, internationale financiële instellingen en het Medefinancieringsstelsel. Ook draagt Nederland via de International Organisation for Migration (€ 1,5 mln.) en de NGO’s ZOA Vluchtelingenzorg (€ 1 mln.) en Cordaid (€ 0,5 mln.) bij aan het Common Humanitarian Action Plan, dat zorgdraagt voor de coördinatie van humanitaire hulp aan Sri Lankaanse ontheemden.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

Bert Koenders