Kamerbrief inzake verslag van de 63e Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN)
Graag bieden wij u hierbij het verslag aan van de herfstzitting van de 63e Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN), die werd gehouden van 23 september tot eind december 2008. In dit verslag wordt aan de hand van een thematische indeling een beeld geschetst van de beraadslagingen. Dit verslag is een vervolg op de brief inzake de richtlijnen voor de Koninkrijksdelegatie naar de 63e AVVN (Kamerstuk 2008-2009, 26150, nr. 60).
Een eensluidende brief zenden wij aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
De Minister van Buitenlandse Zaken, De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Drs. M.J.M. Verhagen Drs. A.G. Koenders
Verslag 63e Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN)
1. Algemeen
Nederland kan terugkijken op een grotendeels bevredigend verlopen najaarszitting van de 63e AVVN. Tijdens de ministeriële week van de 63e AVVN (22-26 september 2008) was de Nederlandse regering sterk vertegenwoordigd met de aanwezigheid van Minister-president Balkenende, Minister Verhagen en Minister Koenders. De ministeriële week werd gedomineerd door twee toppen. Op maandag 22 september 2008 vond een top plaats over de ontwikkelingsbehoeften van het Afrikaanse continent en op donderdag 25 september 2008 was er een top over de Millenniumontwikkelingsdoelen. Minister-president Balkenende en Minister Koenders namen deel aan beide toppen. Deze kunnen als geslaagd worden beschouwd, aangezien ze het belang van de ontwikkeling van Afrika respectievelijk de Millenniumontwikkelingsdoelen opnieuw onder de aandacht brachten, en tot nieuwe inspanningen en toezeggingen leidden. De Prins van Oranje was als expert uitgenodigd bij één van de rondetafels van de top over de Millenniumontwikkelingsdoelen. De premier van de Nederlandse Antillen, mw. de Jongh-Elhage was eveneens aanwezig, o.a. bij een bijeenkomst over het tegengaan van moedersterfte.
Tijdens de ministeriële week voerden minister-president Balkenende, minister Verhagen en minister Koenders een groot aantal gesprekken met ambtgenoten en topfunctionarissen van de VN, waaronder Secretaris-Generaal Ban Ki-moon. Daarnaast speelde de minister-president een centrale rol in een bijeenkomst over water en sanitatie, die Nederland samen met Japan en Tadzjikistan organiseerde. De Prins van Oranje was hierbij uitgenodigd als voorzitter van het United Nations Secretary-General Advisory Board on Water and Sanitation (UNSGAB). Minister Verhagen leidde samen met zijn ambtgenoten uit Costa Rica en Bangladesh een ministeriële bijeenkomst over de Responsibility to Protect. Ook zat hij een informele discussie voor, getiteld Promoting the Twin Goals of Restoring Peace and Ensuring Justice. Deze concentreerde zich gezien de actualiteit vooral op het verzoek van aanklager Ocampo van het Internationaal Strafhof om een arrestatiebevel tegen de Soedanese President Bashir. Minister Koenders zat bijeenkomsten voor over de implementatie van de Delivering as One-werkwijze op landenniveau (One UN) en de humanitaire hulp aan Somalië. Ook hield hij een inleiding bij een bijeenkomst over private sectorontwikkeling in Afrika, en zat hij een bijeenkomst voor over inclusive financial sectors, waar Prinses Máxima in het panel zat. Daarnaast speelde hij een centrale rol bij een ministerieel ontbijt over de financiering van aanpassing aan klimaatverandering, dat Nederland samen met Bangladesh, het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland organiseerde. Ten slotte was minister Verhagen medio december in New York om samen met de Franse staatssecretaris Yade een bijeenkomst voor te zitten over het tegengaan van discriminatie op basis van seksuele oriëntatie.
Gedurende de herfstzitting werd een aantal resultaten geboekt. De EU speelde in veel onderhandelingen een centrale rol. Op het gebied van de mensenrechten werd een door Nederland en België geïnitieerde resolutie aanvaard inzake de bestrijding van straffeloosheid ten aanzien van alle vormen van geweld tegen vrouwen. De najaarssessie van de Derde Commissie (mensenrechten) werd onder Nederlands voorzitterschap succesvol afgerond. Voorts resulteerde een actieve inzet van Nederland in meer gebalanceerde resoluties over de situatie in het Midden-Oosten en werd de door Nederland getrokken resolutie over de relatie tussen de VN en het Internationaal Strafhof met consensus aanvaard.
De AVVN nam in de verschillende commissies en in de plenaire vergadering in totaal 266 resoluties aan. De toename ten opzichte van voorgaande jaren is toe te schrijven aan een groot aantal relatief formele resoluties over de samenwerking tussen de VN en andere internationale organen en organisaties. Voor de tekst van de resoluties en het stemgedrag van de lidstaten verwijzen wij u naar de website van de Verenigde Naties: http://www.un.org/Depts/dhl/resguide/r63.shtml
De onderhandelingen speelden zich overigens in een wat meer gepolariseerde sfeer af dan in voorgaande jaren. Dit is ten dele toe te schrijven aan de invloed van haviken binnen het samenwerkingsverband van ontwikkelingslanden. Ook speelde een rol dat de voorzitter van de AVVN (dit vergaderjaar Nicaragua) zich kritisch toonde ten aanzien van Westerse landen en geregeld stelling nam in verscheidene gevoelige debatten.
Ook gedurende deze zitting werd de AVVN bijgewoond door delegaties van de Eerste en Tweede Kamer, de werkgeversorganisaties en vakbonden, evenals een vrouwenvertegenwoordiger en een jeugdvertegenwoordiger.
2. Ontwapening
De Eerste Commissie nam 54 resoluties en vier besluiten aan op het gebied van ontwapening, non-proliferatie, wapenbeheersing en internationale veiligheid.
Op het terrein van non-proliferatie en ontwapening spitste de discussie zich vooral toe op de resoluties over de vermindering van de operationele paraatheid van kernwapensystemen (ingediend door onder meer Nieuw-Zeeland, Zwitserland en Zweden; Nederland onthield zich van stemming), transparantie en vertrouwenwekkende maatregelen op het gebied van activiteiten in de ruimte (ingediend door de Russische Federatie, Nederland stemde voor) en het voorkomen van de proliferatie van raketten, waarover twee resoluties in stemming werden gebracht: de Hague Code of Conduct-resolutie (HCoC) en een Iraanse resolutie. Door een actieve opstelling in EU-verband droeg Nederland bij aan de aanname van de HCoC-resolutie. Deze resolutie werd vorig jaar niet ingediend, omdat hiervoor toen onvoldoende steun bestond. Teneinde dit jaar maximale steun voor de resolutie te genereren organiseerde Nederland, samen met enkele andere landen, voorafgaand aan de stemming in de Eerste Commissie een bijeenkomst over de Haagse Gedragscode. De HCoC-resolutie werd vervolgens met grote meerderheid van stemmen aangenomen. Iran stemde als enige land tegen. Nederland stemde tegen de Iraanse resolutie. Behalve het ontbreken van een verwijzing in de Iraanse resolutie naar de HCoC woog voor Nederland de politieke geloofwaardigheid van het indienende land zwaar. Iran werkt immers nog steeds actief aan de uitbreiding en verbetering van zijn raketprogramma en weigert internationale maatregelen uit te voeren die oproepen tot meer transparantie, hetgeen de inhoud van de resolutie ongeloofwaardig maakt.
De resolutie inzake de Disarmament Commission van de VN (UNDC) is dit jaar door Nederland namens het Bureau van de UNDC ingediend omdat de plaatsvervangend Permanent Vertegenwoordiger van Nederland bij de PV in New York voorzitter was. De resolutie werd met consensus aangenomen. De eveneens door Nederland ingediende resolutie Transparency in Armaments over het VN-Wapenregister, waarin gegevens worden uitgewisseld over wapenexport en regelgeving, werd ook aangenomen en kon rekenen op een groot aantal co-sponsors.
Nederland stemde voor de resolutie inzake het gebruik van verarmd uranium in munitie en ander wapentuig. Het Nederlandse besluit om dit jaar voor de resolutie te stemmen is gebaseerd op nieuwe verwijzingen in de tekst naar het rapport van de Secretaris-Generaal over dit onderwerp. Dat rapport reflecteert de uiteenlopende opvattingen die over dit onderwerp bestaan, inclusief die van de Nederlandse regering.
Voor een uitgebreide beschrijving van het verloop van de Eerste Commissie verwijzen wij u naar de Kamerbrief ‘Verslag van de 63e Eerste Commissie van de AVVN’ van 22 december 2008 (Kamerstuk 26150 nr. 65).
3. Ontwikkeling
De Tweede Commissie werd dit jaar gedomineerd door de onderhandelingen over het uitkomstdocument van de Financing for Development-conferentie in Doha (FfD) en de financiële crisis. Over de Nederlandse inzet voor de FfD-conferentie werd de Kamer reeds separaat geïnformeerd (Kamerstuk 2008-2009, 26150, nr. 64). In het uitkomstdocument van de FfD-conferentie, dat door de AVVN is onderschreven, is vastgelegd dat nog deze AVVN een ‘conference at the highest level’ gehouden zal worden over de gevolgen van financiële crisis voor ontwikkeling.
Overigens werd ook tijdens de algemene debatten vaak verwezen naar de financiële crisis evenals naar de voedsel- en energiecrises. Meerdere resoluties verwijzen naar de consequenties hiervan voor ontwikkelingslanden.
Nederland heeft intensief steun gezocht om Full employment and decent work for all het algemene thema te maken van het tweede decennium voor armoedebestrijding (2008-2017). Dit thema werd inderdaad gekozen voor de eerste twee jaar, met een mogelijkheid tot verlenging.
Nederland continueerde de inzet op het terrein van de VN-hervorming en het One UN-concept. Namens de EU onderhandelde Nederland over de belangrijke resolutie over de ontwikkelingsactiviteiten van de VN en harmonisatie van de plannings- en evaluatiecyclus. Het besluit om de driejarige beleidsevaluaties van de AVVN (Triennial Comprehensive Policy Review of the operational activities of the United Nations System, TCPR) om te zetten naar een vierjarige cyclus (Quadrennial CPR) heeft consequenties voor de VN-organisaties, met name de Fondsen en Programma’s. Door verlenging van de TCPR naar een QCPR en gelijkschakeling van planningsperioden, wordt mogelijk gemaakt dat de aanwijzingen van de AVVN beter kunnen worden meegenomen bij de opstelling van de vierjarige strategische plannen. Zodoende worden de plannen van de verschillende organisaties beter op elkaar afgestemd.
De discussie in het kader van de resolutie over migratie en ontwikkeling richtte zich vooral op de relatie tussen de VN en het Global Forum on Migration and Development (GFMD). De G77 en Mexico, gesteund door Zwitserland en Noorwegen, stelden voor om in 2010 een nieuwe High Level Dialogue (HLD) in VN-verband te organiseren. De EU, Australië, Canada en de VS konden hier niet mee instemmen omdat de voorkeur wordt gegeven aan de verdere ontwikkeling van het informele en vooralsnog prille GFMD-proces, dat als opvolging van de HLD in 2006 bewust buiten de VN is gehouden. Uiteindelijk is als compromis besloten om in 2013 een nieuwe HLD te organiseren om op politiek niveau te debatteren over de voortgang in GFMD-verband. Ter voorbereiding zal in 2011 in de VN een eendaags, informeel thematisch debat over migratie en ontwikkeling worden gehouden. Nederland kan zich vinden in dit besluit, zolang het informele GFMD-proces leidend blijft in de mondiale dialoog over migratie en ontwikkeling. Daarvoor is het nodig dat de te organiseren bijeenkomsten in VN-verband aansluiten op het GFMD-proces en overlappingen worden voorkomen.
De onderhandelingen over de resolutie over klimaatverandering verliepen teleurstellend. Omdat de EU een resolutie wilde aannemen vóór de klimaattop in Poznan is uiteindelijk ingestemd met het feit dat er geen verwijzing naar mitigatie in de resolutie is opgenomen. Hierdoor straalt de resolutie niet het ambitieniveau uit dat de EU voor ogen had. Een referte aan gender in de preambule van deze resolutie was wel een positief resultaat voor de EU.
4. Mensenrechten
Nederland kan terugkijken op een succesvolle najaarszitting van de Derde Commissie, onder alom gewaardeerd voorzitterschap van de Permanente Vertegenwoordiger van Nederland bij de VN. Er zijn resoluties aangenomen over prioritaire onderwerpen die ook in de Mensenrechtenstrategie en het EU priorities paper aan bod komen. Een belangrijk succes was de aanname met consensus van de Nederlands/Belgische resolutie over geweld tegen vrouwen. Tevens zijn beide door de EU ingediende resoluties aangenomen die specifiek ingaan op mensenrechtenschendingen in Birma/Myanmar en Noord-Korea. Ook de door Canada ingediende resolutie over mensenrechtenschendingen in Iran is aangenomen. Nederland droeg hieraan bij door actief te lobbyen tegen de procedurele motie die Iran indiende om behandeling van deze resolutie te voorkomen. Nederland speelde eveneens een actieve rol bij de aanname van de EU-resolutie over vrijheid van godsdienst en levensovertuiging.
Op 10 december 2008, zestig jaar na de totstandkoming van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, nam de AVVN met consensus een resolutie aan over de aanvaarding van een protocol bij het Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten. In dit protocol wordt het individuele klachtrecht geregeld.
Voorts stemde de Derde Commissie over een resolutie over de komende conferentie die de implementatie van de verklaring en het actieprogramma van Durban uit 2001 moet herzien en een besluit over het strategische raamwerk van het OHCHR. De korte tijd die de Commissie gegund was om over de Durban-resolutie te onderhandelen bleek niet genoeg om alle pijnpunten weg te werken. Na een eveneens controversiële behandeling in de Vijfde Commissie over de financiële implicaties van de resolutie, stemde Nederland in de plenaire vergadering met vijf EU-partners tegen. De rest van de EU onthield zich.
Tenslotte nam Nederland samen met het Franse EU-voorzitterschap het initiatief voor een verklaring over mensenrechten, seksuele geaardheid en genderidentiteit. De verklaring werd uiteindelijk door 66 lidstaten ondertekend. Op 18 december werd de tekst in de AVVN voorgelezen en vervolgens, tijdens een door Nederland georganiseerd High Level Event, onder de aandacht van lidstaten, NGO’s en de internationale media gebracht. Hierbij sprak Nederland de hoop uit dat deze verklaring tot een waardig debat in VN-verband zal leiden over dit thema.
Voor een uitgebreide beschrijving van de resultaten behaald in de Derde Commissie, zie de Kamerbrief inzake resultaten Derde Commissie van de Algemene Vergadering van 6 januari 2008 (Kamerstuk 2008-2009, 26150, nr. 66).
5. Politieke onderwerpen
Op politiek terrein zijn vier onderwerpen vermeldenswaard: de Midden-Oosten resoluties, vredesmissies, terrorismebestrijding en de Servische resolutie inzake het verzoek aan het Internationaal Gerechtshof om een advies over de onafhankelijksverklaring van Kosovo.
Geconstateerd kan worden dat er in de Vierde Commissie van de AVVN dit jaar weer bijzonder veel aandacht voor de situatie in het Midden-Oosten was, terwijl even schrijnende omstandigheden in andere regio’s onvoldoende voor het voetlicht kwamen. Aan het Midden-Oosten werden meer resoluties gewijd dan aan alle andere regio’s tezamen. In totaal betrof het achttien resoluties die deels in het plenaire deel van de AVVN en deels in de Tweede, Derde en Vierde Commissie werden behandeld.
Nederland speelde bij de onderhandelingen binnen de EU over deze resoluties een actieve rol en zette zich met name in om eenzijdige veroordeling van één van de partijen, in casu Israël, te voorkomen. Opmerkelijk was dat de Palestijnse delegatie dit jaar in tegenstelling tot voorgaande jaren nauwelijks aandrong op een verdere verscherping van de resolutieteksten en zich relatief compromisbereid opstelde. Mede dankzij de stevige Nederlandse inzet is de trend voortgezet dat in de resolutieteksten aandacht wordt besteed aan de eigen verantwoordelijkheid van de Palestijnen, de veiligheidsbelangen van Israël en de raketbeschietingen op Israël. Het stemgedrag van Nederland en de EU kende geen veranderingen ten opzichte van vorig jaar, met uitzondering van de Cypriotische voorstem op de Syrische Golan-resolutie. Ten aanzien van de politiek belangrijke resolutie over Israeli Practices Affecting Human Rights is mede dankzij de Nederlandse inzet een EU-voorstem (wederom) gecombineerd met een krachtige EU-stemverklaring.
Het mandaat van de AVVN ten aanzien van VN-vredesmissies beperkt zich tot de financiering van de operaties. Tijdens deze herfstsessie van de 63e AVVN is de begroting voor UNAMID herbevestigd en zijn de resterende middelen vrijgegeven. In een gesprek met OSG DPKO LeRoy werd van Nederlandse zijde bezorgdheid geuit over de langzame ontplooiing van UNAMID en daarmee samenhangend het gebrek aan effectiviteit van deze vredesoperatie. LeRoy gaf aan dat er onlangs weer een vluchtelingenkamp onder bescherming was geplaatst. Hij verwachtte gedurende 2009 de ontplooiing van de missie te kunnen voltooien.
De financiering van UNAMID voor de periode juli 2009 - juni 2010 zal, tegelijkertijd met de financiering van alle andere VN-vredesmissies, besproken worden tijdens de tweede hervatte zitting van de Vijfde Commissie in mei 2009. Behalve de reguliere financiële bijdrage draagt Nederland ook bij aan de spoedige ontplooiing van UNAMID door middel van het ter beschikking stellen van materieel en uitrusting voor Afrikaanse vredestroepen. Ten slotte is in de Vijfde Commissie overeenstemming bereikt over de financiële afwikkeling van UNMEE (de VN-vredesmissie in Ethiopië en Eritrea), aangezien de VNVR het mandaat van UNMEE beëindigde per 31 juli 2008.
Het instrument van vredesmissies heeft de afgelopen jaren een ongekende ontwikkeling meegemaakt. Op dit moment zijn achttien VN-vredesoperaties op vijf continenten geautoriseerd, waarbij circa 110.000 troepen zijn ontplooid. Door de toename van het aantal vredesmissies, hun complexiteit en de grote hoeveelheid taken ziet de VN zich voor een belangrijke uitdaging gesteld. Van belang is dat de verschillende VN-organisaties beter samenwerken bij het uitvoeren van de taken, en indien nodig integreren. Een andere belangrijke uitdaging vormt de relatie tussen vredeshandhaving en vredesopbouw. Een punt van grote zorg blijft de voortdurende strijd tegen seksuele uitbuiting en misbruik door VN-personeel. Nederland steunt wat dit betreft het zero tolerance-beleid van de VN.
In september 2008 vond de eerste formele evaluatie plaats van de wereldwijde VN-strategie tegen terrorisme (op 8 september 2006 door de AVVN aangenomen). De strategie beoogt de wereldwijde inspanningen op het terrein van terrorismebestrijding beter te stroomlijnen en ziet toe op onderwerpen als de aanpak van onderliggende factoren voor terrorisme, de rol van de mensenrechten bij de bestrijding van terrorisme, de aanpak van bioterrorisme en een betere afstemming van activiteiten tussen VN-organisaties. De Nederlandse delegatie zette in een verklaring de nationale inspanningen uiteen. Nederland benadrukte het belang van de versterking van het internationaal wettelijk kader, met name door aanname van het alomvattende verdrag tegen terrorisme. Ook gaf Nederland aan dat het voorstander is van gebruikmaking van het Internationaal Strafhof bij de vervolging van terroristische misdrijven die kwalificeren als misdaden tegen de menselijkheid en als zodanig vallen binnen de rechtsmacht van het hof. Nederland onderstreepte verder het belang van de eerbiediging van de mensenrechten in de strijd tegen het terrorisme. Nederland heeft diverse activiteiten rond de implementatie van de Strategie door de Counter Terrorism Implementation Task Force (CTITF) financieel ondersteund.
De Werkgroep Terrorisme, ingesteld om het alomvattende verdrag tegen terrorisme uit te onderhandelen, slaagde er wederom niet in om overeenstemming over de definitie van terrorisme te bereiken. De vraag of door staten toegepast geweld onder het begrip terrorisme kan vallen, blijft een bron van verdeeldheid. Voor een ruime definitie waarbij ieder land zijn eigen interpretatie kan hanteren, was onvoldoende steun. De Werkgroep zal de discussie in het voorjaar voortzetten.
Servië diende bij de AVVN een resolutie in waarmee het Internationaal Gerechtshof (IGH) verzocht werd een (niet bindend) advies te geven over de Kosovaarse onafhankelijkheidsverklaring. Nederland heeft de Republiek Kosovo erkend en ziet dan ook geen noodzaak tot een advies van het IGH. Met betrekking tot de ingediende resolutie wilden Nederland en het merendeel van de EU-lidstaten Servië echter niet de mogelijkheid ontnemen om gebruik te maken van de juridische expertise van het Hof en hebben zich van stemming onthouden. De resolutie is met een kleine meerderheid aangenomen.
6. Financieel-adminstratieve zaken
Zoals gebruikelijk verliepen de onderhandelingen in de Vijfde Commissie moeizaam. De tegenstellingen tussen de verschillende regionale groepen leken op veel onderwerpen aanvankelijk onoverbrugbaar. Vooral de besprekingen over de versterking van de aan ontwikkeling gerelateerde onderdelen van het VN-Secretariaat, waarbij de verschillende regionale groepen tot op het laatst lijnrecht tegenover elkaar stonden, hadden een negatief en vertragend effect op de andere onderhandelingen. Door een onverwacht grote bereidheid tot compromis bij de regionale groepen tijdens de laatste dagen kan desondanks teruggekeken worden op een productieve sessie met veel belangrijke beslissingen en overeenstemming op het gebied van personeelsbeleid en structurele hervormingen van het VN-Secretariaat.
Een van de belangrijkste resultaten is de aanpassing van het personeelsbeleid. De onderhandelingen over dit onderwerp komen voort uit de Wereldtop van 2005, waar de toenmalige SGVN voor het eerst verzocht tot herziening van het beleid. De Vijfde Commissie ging deze zitting akkoord met stroomlijning van het huidige ondoorzichtige contractenstelsel en stemde in met maatregelen om de arbeidsvoorwaarden binnen het VN-systeem verregaand te harmoniseren. Hoewel van volledig geharmoniseerde arbeidsvoorwaarden nog geen sprake is, kan worden gesteld dat de Vijfde Commissie een grote stap heeft gezet in de richting van het nakomen van de beloftes die voortvloeiden uit de Wereldtop. Een belangrijke uitkomst van dit besluit is dat het VN-Secretariaat nu arbeidsvoorwaarden kan aanbieden die dichter in de buurt komen van de voorwaarden van de VN-Fondsen en Programma’s. De vermindering van deze discrepantie komt het effectief functioneren van VN-Secretariaatsonderdelen op landenniveau, waar ook UNAMA en UNAMI onder vallen, ten goede.
Onder voorzitterschap van Nederland bereikte de Vijfde Commissie tevens een akkoord over de hervorming van het interne rechtspraaksysteem voor VN-medewerkers. Het nieuwe United Nations Dispute Tribunal (UNDT) en United Nations Appeals Tribunal (UNAT) zullen per 1 juli 2009 hun werkzaamheden beginnen. De verwachting is dat de beslechting van interne geschillen hierna professioneler en efficiënter zal verlopen.
Ook werd een akkoord bereikt over de overheveling van het takenpakket van de Procurement Task Force (PTF), wat een tijdelijk mandaat had en was opgericht in 2006, naar het VN Office of Internal Oversight Services (OIOS). Het PTF heeft onderzoek gedaan naar frauduleuze praktijken in de aanbestedingsfunctie van de VN. Door het besluit van de Vijfde Commissie wordt verzekerd dat de capaciteit en deskundigheid, die de PTF heeft opgebouwd en voorheen onvoldoende aanwezig was in het VN-systeem, voor de VN behouden blijft.
De Vijfde Commissie stemde in met een gewijzigde begroting van USD 4,8 miljard. De stijging komt grotendeels voort uit de kosten van de Special Political Missions, zoals UNAMA en UNAMI. De hoogte van de begroting is tevens het uitgangspunt voor de nog vast te stellen begroting van 2010-2011.
Nadat de onderhandelingen verschillende keren waren uitgesteld stemde de Vijfde Commissie tijdens de afgelopen sessie in met een aanzienlijke versterking van het Department of Political Affairs. Deze versterking van bijna vijftig functies zal vooral de capaciteit van het VN-Secretariaat op het gebied van conflictbemiddeling en preventieve diplomatie versterken.
Wederom had de Vijfde Commissie onvoldoende tijd om alle onderwerpen te bespreken. Een aantal onderwerpen, waaronder de hervorming van het aansprakelijkheidsraamwerk en risicomanagement, zal in de hervatte sessies in maart en mei 2009 worden besproken.
7. Juridische zaken
Op initiatief van Nederland nam de AVVN zonder stemming de jaarlijkse resolutie aan over het Internationaal Strafhof (ICC). De resolutie telde 97 co-sponsoren waaronder enkele landen die nog geen partij zijn bij het ICC-statuut. De VS presenteerde na de lange onderhandelingen een aparte verklaring waarin weliswaar afstand werd genomen van de consensus, maar in veel mildere termen dan voorheen. Gezien het verzoek van de ICC-Aanklager om een arrestatiebevel tegen president Bashir wekte het geen verwondering dat Soedan zich fel verzette tegen de resolutie. Soedan kreeg echter geen steun, waardoor de resolutie niet in gevaar kwam. Nederland is tevreden met het bereikte resultaat, dat als een steun in de rug voor het ICC kan worden gezien.
Kenmerkend voor de debatten in de Zesde Commissie dit najaar waren sterk tegengestelde standpunten. Op een aantal punten werd echter wel overeenstemming bereikt. Mede dankzij Nederlandse inzet werd een verdrag over contracten inzake vervoer over zee (de Rotterdam Rules) geautoriseerd. Dit verdrag wordt in Rotterdam voor ondertekening opengesteld op 23 september 2009. De Nederlandse inzet op het thema rule of law was eveneens succesvol. Deze leidde tot een verstevigde positie van rule of law op de AVVN-agenda, inclusief financiering van vier formatieplekken van de Rule of Law Unit uit het reguliere VN-budget.
8. Tot slot
De 63e zitting van de AVVN vond plaats tegen de achtergrond van de financiële crisis. Een crisis die wereldwijd hard toeslaat, maar die ontwikkelingslanden extra hard raakt. Een effectieve bestrijding van deze crisis vereist een internationale aanpak. Tijdens deze herfstzitting bleek andermaal dat de VN een belangrijk platform van internationaal overleg is, met name gedurende de top-bijeenkomsten in de ministeriële week. De herfstsessie van de AVVN verliep voor Nederland op bevredigende wijze. Tijdens de ministeriële week speelde Nederland, mede dankzij de hooggeplaatste delegatie, een actieve rol. Nederland was tijdens deze herfstzitting gewaardeerd voorzitter van de Derde Commissie. Resoluties die voor Nederland prioriteit hadden werden alle aangenomen.