Kamerbrief inzake verslag bezoek aan Saudi-Arabië en Qatar 11-14 mei 2009
Van 11 tot 14 mei 2009 bezocht ik Saudi-Arabië en Qatar. Het bezoek vond plaats tegen de achtergrond van vier thema´s: regionale politieke situatie, mensenrechten, economie en energievoorzieningszekerheid.
Met mij reisden vijf jonge professionals mee, jonge mannen en vrouwen die onlangs aan hun professionele loopbaan zijn begonnen. Zij volgden deels een eigen programma. Zij spraken met Saudi jongeren met een overeenkomstige achtergrond, het Nederlands bedrijfsleven en met Qatari think tanks. Verder brachten zij o.a. bezoeken aan de Kamers van Koophandel, het International Energy Forum in Riyad, het TV-station Al-Jazeera in Doha en aan Shell (het GTL Project) in Qatar.
Saudi-Arabië
Op 11 en 12 mei bezocht ik Saudi-Arabië. Onmiddellijk na mijn aankomst werd ik ontvangen door Koning Abdullah. Ik sprak uitgebreid met mijn ambtsgenoot Prins Saud al-Faisal, met de minister van Petroleum en Minerale Bronnen Al-Naimi, met de voorzitter van de Human Rights Commission Al-Aiban en met diverse mensenrechtenactivisten en parlementsleden. Ook had ik een ontmoeting met Saudi zakenvrouwen en vertegenwoordigers van het Nederlands bedrijfsleven.
Met de Vice-Minister van Hoger Onderwijs Al-Ohali ondertekende ik een Memorandum of Cooperation inzake onderwijssamenwerking (copie bijgevoegd).
Mensenrechten
Mensenrechten vormden een rode draad door mijn programma. Tijdens mijn gesprekken met de door de Saudi overheid gesteunde National Human Rights Commission, onafhankelijke mensenrechtenactivisten en Shoura (parlements)-leden heb ik het belang van onze bilaterale samenwerking en de blijvende ondersteuning van Nederland in de bevordering van de mensenrechten onderstreept.
De Saudi gesprekspartners brachten naar voren dat een verandering ten positieve is ingezet, maar dat deze tijdrovend is. Men wees op de belangrijke rol van de top van de Saudi samenleving m.b.t. de hervormingen, zoals het ratificeren van internationale verdragen en – conventies, de implementatie van de nationale wetgeving en de modernisering van het onderwijs.
Ik stelde mijn gesprekspartners op de hoogte van de fundamentele bezwaren van Nederland tegen de doodstraf, mede in het licht van recente executies in Saudi Arabië, waaronder die van minderjarige personen.
Conform mijn toezegging aan de Kamer (Antwoordbrieven 9 april en 11 mei jl.) bracht ik twee specifieke mensenrechtenkwesties op: de zaken van de tot 40 zweepslagen veroordeelde 75-jarige vrouw en van het Sri Lankaanse tienermeisje Rizan Nafeek.
Ook bracht ik het verzoek over van Ibrahim Al Mugaiteeb, voorzitter van de officieuze NGO Human Rights First, m.b.t. zijn tot nu toe tevergeefse pogingen om de status van zijn NGO bij de Saudi overheid te laten formaliseren. Volgens de Commssie kon de toenmalig – ontoereikende - wetgeving daar debet aan zijn. Al Mugaiteeb werd uitgenodigd opnieuw een verzoek te doen.
Ik bood de Commissie aan gebruik te maken van de mogelijkheid Saudi rechters in Nederland een training te geven.
Ook had ik een ontmoeting met Saudi zakenvrouwen. Deze ontmoeting kan als een voortzetting worden beschouwd van het bezoek van een delegatie Saudi zakenvrouwen aan Nederland in oktober 2008, in het kader van het publieksdiplomatieprogramma van Buitenlandse Zaken. Het ondernemersklimaat in het KSA, met name gericht op vrouwelijke ondernemers, het hervormingsproces in het algemeen en de vrouwenrechten in het bijzonder kwamen aan de orde. Ondanks dat zij optimistisch zijn over de toekomst, missen de vrouwen een eigen lobby- beweging en toezicht op de implementatie van bestaande wetgeving. Zij spraken waardering uit voor de steun die zij vanuit Nederland ondervinden.
Buitenlandse politiek
De belangrijkste onderwerpen van gesprek met Saud Al-Faisal betroffen het Midden Oosten Vredes Proces (MOVP) en Iran.
Met betrekking tot het MOVP verzekerde ik mijn gesprekspartner van de ondersteuning van Nederland voor het Arabisch Vredesinitiatief (AVI), waarbij ik hem uitnodigde om het AVI nader te concretiseren en om druk uit te oefenen op de verschillende Palestijnse partijen, gericht op het herstel van Palestijnse eenheid op basis van de Kwartetvoorwaarden. Al-Faisal toonde zich gereserveerd over de kansen op een nieuwe doorbraak, maar was wel bereid is invloed uit te oefenen bij de totstandkoming van een regering van Palestijnse eenheid. Van zijn kant drong Saud Al-Faisal erop aan Westerse druk op Israël uit te oefenen om de gemaakte afspraken op basis van de routekaart voor vrede na te komen.
Daarnaast onderstreepte ik de bilaterale ondersteuning, die Nederland biedt aan de Palestijnse Autoriteit bij de wederopbouw. Nederland is binnen de EU één van de belangrijkste donoren. Al-Faisal beaamde dit en sprak hierover zijn waardering uit.
Voorts bespraken we de ontwikkelingen met betrekking tot het nucleaire dossier rond Iran en deelden zorgen over de onverminderde weigering van Iran om aan de eisen van de internationale gemeenschap tegemoet te komen.
Onderwijssamenwerking
Namens de minister van OCenW ondertekende ik een bilaterale overeenkomst ter verbreding van de onderwijssamenwerking en een intensievere studenten-uitwisseling.
Met de Universiteiten van Maastricht en Groningen bestaat al enkele jaren een goede samenwerking. Het aantal Saudi studenten dat aan deze universiteiten een studie geneeskunde volgt, vertoont een stijgende lijn.Aan de Wageningen Universiteit volgen sinds kort studenten van de Saudi Food and Drug Authority een postdoctorale opleiding. Ook met andere universiteiten en hogescholen wordt samengewerkt.
Economie en energievoorzieningszekerheid
Mijn gesprek met minister Al-Naimi stond vooral in het teken van de goede relaties. Wij bespraken de ontwikkelingen op het gebied van Carbon Capture & Storage, waarin Nederland samenwerkt met Saudi-Arabië, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk (het zgn. 4Kingdoms Initiative) en de mogelijkheden van renewables en het klimaatvriendelijk maken van fossiele brandstoffen.
Voorts bespraken wij de internationale energiemarkten, Nederland als gasrotonde en de ontwikkeling van de olieprijs.
Qatar
Op 13 mei bezocht ik Qatar. Daar voerde ik gesprekken met kroonprins Sheikh Tamim Bin Hamad al-Thani, met premier & minister van Buitenlandse Zaken Sheikh Hamad bin Jassim al- Thani en met de minister van Staat & vice-minister van Buitenlandse Zaken Ahmed Abdulla al- Mahmood.
Mensenrechten
Uitgebreid werd gesproken over mensenrechten. Qatar heeft onlangs de Convention on the Elimination of All Forms of Discrimination against Women (CEDAW) ondertekend en werkt aan de ratificatie van het International Covenant on Civil and Political Rights (BUPO-verdrag). Dit mede in het perspectief van de Universal Periodical Review begin 2010. Ik heb Qatar gecomplimenteerd met de voortrekkersrol op het gebied van mensenrechten, met name vrouwenrechten, in de regio en aangesproken op het respecteren van de rechten van de migrantenwerknemers.
Buitenlandse politiek
Het MOVP, Iran en de aanklacht van het Internationaal Strafhof tegen de Sudanese president Bashir waren de belangrijkste gesprekspunten.
Over de mogelijkheden het MOVP vlot te trekken waren de Qatari gesprekspartners, vooral MP Sheikh Hamad, somber gesteld. Israëlische onwil en Palestijnse verdeeldheid golden als de belangrijkste obstakels in Qatari ogen. Toch bood het AVI voor Israël een interessante opening.
Evenzo was men somber over het streven van Iran naar meer invloed in de regio.
Voorts bespraken wij uitvoerig de situatie rond het Iraans nucleaire programma.
Ten aanzien van de aanklacht tegen de Sudanese president Bashir heb ik onderstreept dat dit een onafhankelijke beslissing van het Strafhof was, die niet politiek gemotiveerd is en die moet worden gerespecteerd door de leden van de internationale gemeenschap.
Tot slot bezocht ik Raslafan City, het hart van de Qataarse gasindustrie, waar in het ‘Pearl’ Gas to Liquid (GTL) project van Shell en Qatar Petroleum, een miljarden investering, 40.000 man werkzaam is. Zowel Nederland als Qatar zijn zeer geïnteresseerd om de economische samenwerking te intensiveren, bijvoorbeeld op het gebied van havenontwikkeling en infrastructurele projecten, waar het Nederlands bedrijfsleven met zijn grote technologische know-how potentieel een goede partner is.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen