Kamerbrief inzake Uw verzoek inzake Thematisch Algemeen Overleg Informatievoorziening tussen regering en Kamer over EU-zaken
Graag bied ik u hierbij de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Europese Zaken van 26 oktober 2009 met kenmerk 09-EU-B-030 inzake Thematisch Algemeen Overleg Informatievoorziening tussen regering en Kamer over EU-zaken.
Naar aanleiding van het rapport van de Algemene Rekenkamer “Aandacht voor financiële gevolgen van Europees beleid” heb ik opgemerkt dat recesperioden niet in de berekening van de tijdigheid van BNC fiches worden verdisconteerd. U heeft vervolgens gevraagd om een alternatieve berekening waarin de recesperioden “op een realistische manier zijn meegenomen”. Ik heb deze berekening uitgevoerd voor zowel het derde kwartaal 2008 als het derde kwartaal 2009 (zomerreces). Ik teken hierbij wel aan dat dit niet als een alternatief voor de berekening van de Algemene Rekenkamer kan dienen, aangezien de Rekenkamer gebruik heeft gemaakt van een steekproef.
In het derde kwartaal 2008 zijn er 59 fiches naar de Kamer gestuurd, waarvan 27 fiches niet binnen de gestelde termijn van zes weken na publicatiedatum. Bij 22 van deze “te late” fiches betrof het voorstellen die in juli waren gepubliceerd en waarvan vervolgens eind augustus en begin september BNC fiches naar de Kamer zijn gestuurd. Omdat zowel in Brussel als in Den Haag tijdens het zomerreces niet vergaderd wordt, heeft deze te late toezending geen gevolgen gehad voor de gelegenheid van de Kamer om zich op tijd voor behandeling in Brussel over deze voorstellen uit te spreken. In het derde kwartaal 2009 is een vergelijkbaar patroon te zien. Er zijn 41 fiches naar de Kamer gestuurd, waarvan 11 fiches niet binnen de gestelde termijn. Bij 10 van deze “te late” fiches betrof het voorstellen uit het zomerreces.
Ik hoop dat ik u hierbij voldoende heb geinformeerd.
De Staatssecretaris voor Europese Zaken,
Frans Timmermans