Kamerbrief inzake schriftelijk overleg met het oog op de RAZEB van 27 en 28 juli 2009
Met verwijzing naar het verslag van het schriftelijke overleg van 10 juli, gaan uw Kamer hierbij toe de antwoorden op de gestelde vragen alsmede een actualisering van de agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 27 en 28 juli 2009.
De Minister van Buitenlandse Zaken, De Staatssecretaris voor Europese Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen Drs. F.C.G.M. Timmermans
I. Aanvulling op de geannoteerde agenda van 2 juli 2009
In aanvulling op de geannoteerde agenda voor de RAZEB die wij u op 2 juli 2009 deden toekomen (kamerstuk 21 501-02), delen wij u mede dat de volgende drie additionele onderwerpen door het voorzitterschap op de agenda van de RAZEB zijn geplaatst.
Baltische Zee samenwerking
De Europese Commissie zal haar mededeling over de (versterking van de) samenwerking in de Baltische zee presenteren. Nederland ondersteunt dit initiatief. Betere coherentie van beleid in dit gebied is mogelijk om uitdagingen het hoofd te bieden op het gebied van ondermeer energie, milieu, visserij en transport. Nederland meent dat bestaande samenwerkingsinstrumenten daartoe beter kunnen worden benut.
IJsland
Het voorzitterschap heeft IJsland op de agenda van de Raad geplaatst aangezien het de verwachting is dat IJsland de komende dagen een EU-lidmaatschapsaanvraag zal indienen. Op 16 juli stemde het IJslandse parlement in met het voornemen daartoe van de IJslandse regering.
In onze brief aan uw kamer van 6 juli jl. is het regeringsstandpunt inzake een mogelijke IJslandse aanvraag reeds toegelicht. Nederland beschouwt IJsland als een betrouwbare en gelijkgezinde NAVO partner, die belangrijke Europese waarden met Nederland deelt. IJsland wordt echter niet anders behandeld dan de andere landen met lidmaatschapsperspectief en zal derhalve aan alle gestelde criteria moeten voldoen, voordat sprake kan zijn van eventuele toetreding tot de Europese Unie. Een bijzonder aandachtspunt voor Nederland geldt de naleving van de richtlijn inzake het deposito garantiestelsel, die onderdeel uitmaakt van het acquis communautaire.
Georgië
De Raad zal spreken over de verlenging van het mandaat van de monitoringsmissie van de EU (EUMM). Wij verwijzen u graag naar onze antwoorden op vragen die hierover zijn gesteld door de CDA-fractie (zie hieronder).
II. Antwoorden naar aanleiding van het schriftelijke verslag van 10 juli
Algemene zaken
Werkprogramma Zweeds Voorzitterschap
- Financieel-economische crisis
De leden van de fractie van het CDA verzochten om het belang van het Stabiliteit- en Groeipact (SGP) bij de bespreking van de economische situatie stevig te onderstrepen.
De leden van de fractie van de SP zouden graag vernemen op welke wijze het voorzitterschap de oplopende begrotingstekorten in de verschillende lidstaten gaat agenderen en of er gewerkt wordt aan afspraken ter aanvulling op het SGP.
De regering kan u mededelen dat Nederland veel waarde hecht aan de bepalingen van het SGP. Nederland wenst dat het SGP ook na de huidige crisis onverminderd geloofwaardig en disciplinerend blijft en draagt dit standpunt ook actief uit in Raadskader. Zodra de economie aantrekt, moeten tekorten van de lidstaten op overtuigende wijze worden aangepakt. Het gaat er vooral om dat er maatregelen worden genomen die de overheidsfinanciën structureel schokbestendiger maken.
In het werkprogramma van de Ecofin Raad heeft het Zweedse voorzitterschap gesteld prioriteit te willen geven aan solide overheidsfinanciën. Deze vraagstukken zullen aan de orde komen in verschillende sessies van de Ecofin Raad. Op 7 juli is tijdens de eerste Ecofin Raad onder het Zweedse voorzitterschap al gesproken over de buitensporig tekortprocedures voor Roemenië, Polen, Malta, Litouwen en Hongarije. Uw Kamer zal op de hoogte worden gehouden van ontwikkelingen rondom het SGP door middel van de diverse geannoteerde agenda’s en verslagen van de Ecofin Raad.
- Lissabonstrategie
De leden van de CDA-fractie vroegen naar de Nederlandse inzet voor de Lissabonstrategie na 2010 met ambitie voor verduurzaming op innovatie en onderzoek. De leden van de SP-fractie vernemen graag welke nieuwe elementen het voorzitterschap in de discussie over Lissabon 2010 wil agenderen en wat de belangrijkste geschilpunten tussen landen zijn in dit dossier.
Onder Zweeds voorzitterschap zullen de voorbereidingen van de nieuwe Lissabonstrategie van start gaan, welke onder Spaans voorzitterschap zullen worden afgerond. Het Zweeds voorzitterschap zal naar verwachting vooral inzetten op het handhaven van de focus van de Lissabonstrategie op lange termijn groei, werkgelegenheid, met daarnaast aandacht voor duurzaamheid, open markten, vergroening van de economieën, innovatie en onderwijs.
De regering heeft de Sociaal Economische Raad (SER) om advies gevraagd over de toekomst van de Lissabonstrategie. Dit advies 'Europa 2020: de nieuwe Lissabonstrategie' is op 19 juni gepubliceerd. De regering beraadt zich momenteel op een reactie op het SER-advies. Deze reactie zal begin september aan de SER worden toegezonden en zal dienen als basis voor het Nederlandse standpunt over de toekomst van de Lissabonstrategie.
Er bestaat tussen de lidstaten grote mate van overeenstemming over de noodzaak van de vernieuwing van de Lissabonstrategie en de belangrijke rol die de strategie kan vervullen bij het overwinnen van de economische crisis. Ook het belang van verdere economische hervormingen en vernieuwingen, zoals de overgang naar een kennis- en koolstofarme economie, wordt breed gedeeld. Er is in dit verband geen sprake van belangrijke tegenstellingen in de Raad, eerder van accentverschillen.
- Klimaatonderhandelingen
De leden van de fractie van de SP vroegen op welke wijze het voorzitterschap toewerkt naar een klimaatakkoord in Kopenhagen (COP 15). De SP-fractie wilde ook weten of het voorzitterschap zal inzetten op bilateraal overleg om lidstaten te bewegen in te stemmen met een ambitieuze inzet. Voorts informeert de SP fractie hoe de afspraak op de G8 inzake wereldwijde temperatuurstijging van maximaal 2% zich verhoudt tot de doelstelling om de overige geïndustrialiseerde landen in te laten stemmen met een CO2-reductie van 30% in 2020.
De regering herinnert eraan dat de Europese Raad in juni jl. de bereidheid heeft uitgesproken om over alle financieringskwesties, en derhalve ook over de lastenverdeling binnen de EU, in oktober 2009 een besluit te nemen.
De Europese Commissie zal in de komende periode met concrete voorstellen over dit onderwerp komen. De Zweedse Minister-president Reinfeldt heeft aangegeven dat het voorzitterschap er alles aan zal doen om de voortrekkersrol van de EU waar te maken en om in Kopenhagen met een ambitieus resultaat te komen. Minister-president Balkenende heeft hem in dit streven alle steun toegezegd.
Het Zweedse voorzitterschap heeft een werkplan aangekondigd dat de weg naar COP 15 in kaart zal brengen en de EU in staat moet stellen haar leidende rol te vervullen. De klimaatonderhandelingen staan geagendeerd voor de informele EU Milieuraad op 23-24 juli in Åre. Begin augustus zal in het kader van het internationale onderhandelingsproces een informele consultatieronde plaatsvinden.
Wij kunnen uw Kamer informeren dat met het omarmen van de “2-gradendoelstelling” de G8 tegemoet is gekomen aan de ambitie en het leiderschap van de EU, die lange tijd alleen stond met deze doelstelling. De G8 heeft hierbij de bereidheid uitgesproken om passende zogeheten “midterm targets” af te spreken. Maar tot nu toe zijn de aangekondigde targets van andere ontwikkelde landen niet voldoende om de “2-gradendoelstelling” te halen. Zij zullen moeten worden aangespoord om meer ambitie te tonen.
- Stockholm-programma
Op de vraag van de leden van de fractie van de SP over het Stockholm-programma kunnen wij u mededelen dat zowel de Commissie als het voorzitterschap veel belang hechten aan de verschillende onderdelen van het Stockholm-programma (de opvolger van het Haags programma). Justitie- en politiesamenwerking, civielrechtelijke samenwerking alsmede asiel en migratie aangelegenheden zullen de hoofdbestanddelen vormen van het Stockholm-programma.
Wij verwijzen graag naar de brief van de minister van Justitie over het Stockholm-programma die op 2 juli jl. naar uw Kamer is gestuurd (uw kenmerk 23490-562).
Op de vraag van de leden van de fractie van het CDA kunnen wij u mededelen dat de Nederlandse inzet er onder meer op gericht zal zijn dat in het kader van het Stockholm-programma in samenwerking met derde landen effectiever wordt bijgedragen aan het tegengaan van onder andere illegale immigratie (het sluiten van terug- en overnameovereenkomsten maakt onderdeel uit van dit beleid).
- Institutionele kwesties
De leden van de fractie van het CDA wilden weten op welke wijze het voorzitterschap de institutionele vragen wil aanpakken. Het Europees Parlement (EP) heeft een discussie over een nieuwe voorzitter van de Europese Commissie uitgesteld. De leden van de fractie van de SP vragen zich in dit verband af in hoeverre Barroso zich nu al serieus kan bezighouden met de formatie van een nieuwe Commissie.
Commissievoorzitter Barroso heeft van de Europese Raad in juni een voorlopige voordracht meegekregen, die vervolgens door de lidstaten officieel is bekrachtigd. Het is nu aan het Europees Parlement om de voordracht goed te keuren. Dit zal pas na het zomerreces van het EP gebeuren. Het proces van voordrachten van de andere personen die tot lid van de Commissie zullen worden benoemd, kan pas van start gaan wanneer duidelijkheid bestaat over de rechtsgrond van de voordrachtprocedure en – indien nodig – besloten is over het aantal commissarissen in de nieuwe Commissie. Uiteraard zal de heer Barroso de komende maanden reeds zijn gedachten hierover willen vormen en daartoe bij gelegenheid ook informele verkennende gesprekken hebben met de lidstaten en het EP. Maar anders dan bij eerdere gelegenheden zal het zwaartepunt in de benoemingsprocedure dit keer in het najaar liggen, wanneer duidelijkheid is over de verdragsbasis. Deze verdragsbasis is uiteraard ook van belang voor de twee functies die samenhangen met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon, te weten de nieuwe Hoge Vertegenwoordiger en de vaste voorzitter van de Europese Raad.
Op de vraag van de SP of het voorzitterschap rekening houdt met een tweede afwijzing door de Ieren, kan ontkennend worden geantwoord.
- Uitbreiding
De CDA fractie wilde weten of er vooruitgang is gemaakt door Kroatië in de samenwerking met ICTY. Deze fractie wilde voorts weten of de ondersteunende positie van de EU wordt afgezwakt nu het Zweedse voorzitterschap heeft aangegeven dat bilaterale grensconflicten geen taak van de EU betreft.
Wij kunnen uw Kamer informeren dat er naar het (laatste) oordeel van hoofdaanklager Brammertz geen verbetering heeft plaatsgevonden in de samenwerking tussen Kroatië en het Joegoslavië-tribunaal. Om deze reden wordt de studiereserve gehandhaafd die Nederland, samen met enkele andere landen, heeft gelegd op het openen van hoofdstuk 23 (rechterlijke macht en fundamentele rechten).
Net als het Zweedse voorzitterschap is Nederland van mening dat bilaterale grensgeschillen in onderling overleg tussen Kroatië en Slovenië dienen te worden opgelost. De EU kan hierin hoogstens een faciliterende rol spelen, hetgeen ook werd gepoogd door EU Commissaris Rehn. Helaas heeft zijn bemiddelingspoging niet tot het gewenste resultaat geleid.
De SP fractie vraagt zich af waarop de voorspelling van het Zweedse voorzitterschap ten aanzien van de mogelijkheid van afronding van de onderhandelingen met Kroatië, is gebaseerd. De SP fractie vraagt zich af of er reden is het Zweedse voorzitterschap te waarschuwen over het feit dat toetredingscriteria strikt moeten worden nageleefd.
Wij kunnen uw Kamer informeren dat deze voorspelling deels is ingegeven door een door de Europese Commissie in november 2008 in de voortgangsrapportage gesteld tijdspad voor afronding van de onderhandelingen. Nederland heeft zich immer verzet tegen het noemen van toetredingsdata. Toetreding kan enkel plaatsvinden als aan alle criteria is voldaan. Het Zweedse voorzitterschap is goed bekend met het Nederlandse standpunt. Op 14 juli heeft staatssecretaris Timmermans dit vraagstuk nog onder de aandacht gebracht bij zijn Zweedse ambtgenoot, mevrouw Malmström.
Externe betrekkingen
Somalië
Wij delen de zorgen van de leden van de CDA-fractie over de situatie in Somalië. Op dit moment zien wij het door de Verenigde Naties gefaciliteerde Djibouti-proces als het enige kader waarbinnen een politieke oplossing voor het conflict in Somalië kan worden gevonden; er zijn ook geen andere politieke vredesprocessen gaande. De oplossing voor het conflict zal vanuit de Somalische facties en partijen moeten komen; met het Djibouti-proces probeert de internationale gemeenschap een faciliterende rol vervullen. Inzet op het Djibouti-proces sluit inderdaad niet uit dat de internationale gemeenschap in de meer stabiele regio’s van Somalië, zoals Somaliland en in mindere mate Puntland, investeert zoals gesuggereerd door de leden van de CDA-fractie. Dit gebeurt momenteel al in beperkte mate. Zo ondersteunt Nederland een programma voor capaciteitsopbouw van Somalilandse parlementariërs.
Over de rol van een eventuele EU-gezant voor de regio waarnaar de leden van de CDA-fractie vragen, kunnen wij u melden dat de discussies binnen de Unie nog gaande zijn. Evenals de CDA-fractie hechten wij sterk aan een goede afstemming van het werk van een eventuele gezant met de andere internationale actoren in het gebied, zoals de Verenigde Naties en de Afrikaanse Unie. In een eventuele besluitvorming over het mandaat is dit voor Nederland een belangrijke voorwaarde.
Leden van de CDA-fractie vragen terecht aandacht voor de druk die de berechting van piraten Somalische piraten in Kenia legt op het Keniaanse rechtssysteem. De Europese Commissie heeft onlangs besloten uit het Instrument for Stabilityeen programma te financieren om Kenia te kunnen ontlasten. Dit programma (€ 1,75 miljoen) wordt sinds begin juni in samenwerking met het UN Office for Drugs and Crimeuitgevoerd. De activiteiten richten zich onder andere op logistieke en inhoudelijke ondersteuning van de Keniaanse openbaar aanklager, de organisatie van de procesgang en de detentie van verdachten en veroordeelden in Kenia. Verder is de Europese Unie in gesprek met andere landen in de regio om overeenkomsten af te sluiten voor de overdracht van piraterijverdachten. Zo staat de EU op het punt een dergelijke overeenkomst met de Seychellen af te sluiten. Ook hierbij zal rekening gehouden worden met de eventuele belasting van nationale rechtssystemen. Zoals u bekend pleit Nederland voor uniforme berechting van piraten, bijvoorbeeld door instelling van een regionaal piraterijtribunaal. Nederland heeft daarom op 7 juli jl. een internationale conferentie over dit onderwerp georganiseerd, waarmee een eerste inhoudelijke discussie over een dergelijke tribunaal is gestart. Uw Kamer zal hierover spoedig per brief nader geïnformeerd worden.
Het probleem van illegale visserij voor de kust van Somalië, opgebracht door de leden van de CDA- en SP-fracties, is door Nederland aan de orde gesteld in diverse internationale fora, waaronder de Contact Group on Piracy off the coast of Somalia. De Europese Commissie heeft daarbij aangegeven dat er volgens de beschikbare data over de periode 2005 tot 2008 niet of nauwelijks sprake is geweest van schepen van EU-lidstaten die vissen in de Exclusieve Economische Zone van Somalië. De Commissie blijft dit monitoren door middel van data van Europese vissersschepen te gebruiken en binnenkort ook satellietbeelden. Enkele EU-lidstaten met visserijschepen bij de Hoorn van Afrika hebben bovendien hun schepen er nogmaals op gewezen dat het verboden is in de Somalische Economische Zone te vissen. Mogelijk is er wel sprake van illegale visserij voor de kust van Somalië door Europese bedrijven die gebruik maken van schepen onder een gelegenheidsvlag. De Commissie heeft dit reeds aangekaart in Regionale Visserij Management Organisaties. Verder werkt de Commissie aan wetgeving die illegale visserij nog verder moet tegengaan. De eventuele berechting van illegale visserij door bedrijven afkomstig uit de EU, waarnaar de leden van de SP-fractie vragen, wordt bepaald door de nationale wet- en regelgeving van de Europese landen.
Iran
Evenals de leden van de CDA-fractie en conform de motie Haverkamp c.s. staat voor de regering centraal dat voor een effectief optreden van de Unie jegens Iran eensgezindheid cruciaal blijft. De collectieve ontbieding van Iraanse ambassadeurs in EU hoofdsteden, de EU-demarche in Teheran en de EU-verklaringen die zijn afgegeven naar aanleiding van het gewelddadig neerslaan van de protesten tegen het verloop van de verkiezingen en de arrestatie van lokale krachten van de Britse ambassade en een Franse lerares zijn voorbeelden van deze eenstemmigheid.
In dat kader acht de regering het van belang dat de EU een gezamenlijke lijn trekt met betrekking tot de aanwezigheid bij de inauguratie van president Ahmadinejad. In antwoord op de vraag van de leden van de SP-fractie en zoals tijdens het spoeddebat op 2 juli door minister Verhagen reeds is aangegeven, acht Nederland het niet wenselijk dat de lidstaten zich bij de inauguratie op het niveau van Ambassadeur laten vertegenwoordigen. Ook heeft minister Verhagen aangegeven sympathiek te staan ten opzichte van het voorstel om tijdens de AVVN een eensluidende passage inzake Iran in de respectieve bijdragen te gebruiken en toegezegd partners hierover te zullen benaderen. Een boycot van de toespraak van de Iraanse president, zoals voorgesteld door de SP-fractie, wordt door de EU vooralsnog niet overwogen. Er zij op gewezen dat Iran als lid van de Verenigde Naties zijn spreekrecht bij de AVVN niet ontzegd kan worden.
Conform de motie Haverkamp c.s. en in antwoord op vragen van de SP-fractie zal Nederland erop blijven inzetten dat ook in EU verband onverminderd wordt gepleit voor respect voor mensenrechten en fundamentele vrijheden, voor het vrijlaten van politieke gevangenen en voor het vermijden van geweld tegen vreedzame betogers. Voorts blijft Nederland vasthouden aan het tweesporenbeleid waarin naast aandacht voor de eisen van de internationale gemeenschap ten aanzien van het nucleaire programma, ook plaats is voor dialoog.
ICC
De verklaring van de Afrikaanse Unie (AU) over het Internationaal Strafhof staat niet geagendeerd voor deze RAZEB, maar wij delen de teleurstelling van de leden van de CDA-fractie over de uitspraken van de Afrikaanse Unie over uitlevering van president Bashir aan het Internationaal Strafhof. Vooral de passages in de AU-verklaring die raken aan de samenwerking met het Hof en de onafhankelijkheid van de Aanklager, zijn zorgelijk. Volgens Nederland dienen statenpartijen aan hun verplichtingen onder het Statuut van Rome te voldoen en de onafhankelijkheid van de Aanklager te respecteren, daar mag geen misverstand over bestaan. Tegelijkertijd liet de AU-top in Sirte, waar deze verklaring is aangenomen, zien dat niet alle Afrikaanse staten tevreden waren over de wijze waarop de verklaring tijdens de top werd opgesteld en aangenomen. Verschillende staten, zoals Botswana, Ghana, Kenia, Oeganda en Tsjaad hebben tevergeefs gepoogd de verklaring ten positieve te beïnvloeden. Enkele staten maakten na afloop direct bekend dat zij hun verplichtingen jegens het Hof ten aanzien van het aanhoudingsbevel tegen Bashir zullen blijven nakomen. We kunnen echter niet uitsluiten dat statenpartijen bij het ICC inderdaad Bashir zullen ontvangen, in strijd met het Statuut van Rome. De EU heeft inmiddels een strategie in voorbereiding om de komende tijd een aantal gerichte demarches uit te voeren, bij zowel staten die hun steun hebben uitgesproken alsook bij andere staten, om de Afrikaanse steun voor het Hof te bevorderen. Nederland speelt een actieve rol in de besprekingen in de EU over dit onderwerp.
MOVP
De opmerking van de leden van de CDA-fractie dat de EU-initiatieven en het EU-beleid ten aanzien van het vredesproces nauw moeten aansluiten bij het beleid van de VS op dit vlak, wordt door de regering onderschreven. Nauwe afstemming zal de kans op hervatting van de vredesbesprekingen tussen de Palestijnse Autoriteit (PA) en Israël namelijk vergroten.
Voor wat betreft de stand van zaken kunnen wij aangeven dat tijdens de RAZEB in juni de EU-ministers het pleidooi van minister Verhagen voor nauwe afstemming tussen Brussel en Washington onderschreven. Ook in het gesprek dat minister Verhagen met Secretary of StateClinton voerde, werd het belang van nauwe afstemming onderschreven. Deze samenwerking dient zich ondermeer te vertalen in het afgeven van gelijkgestemde boodschappen aan de PA en Israël over de noodzaak dat beide partijen uitvoering moeten geven aan eerder aangegane verplichtingen. Dit betekent met name dat de Palestijnen op basis van de Kwartetvoorwaarden een einde moeten maken aan de interne verdeeldheid, terwijl Israël een moratorium op de bouw van nederzettingen moet afkondigen en uitvoering dient te geven aan de Movement and Accessovereenkomst uit 2005. Tijdens het recente bezoek van minister Verhagen aan Israël en de Palestijnse Gebieden is, evenals door het Kwartet op 26 juni jl., bij beide partijen aangedrongen op naleving van deze verplichtingen.
De regering deelt voorts de mening van de leden van de CDA-fractie dat bestrijding van de wapensmokkel naar Gaza in positieve zin kan bijdragen aan de totstandkoming van een finaal vredesakkoord. Het is dan ook in dat kader dat enkele EU-landen (waaronder Nederland en Denemarken), de VS, Noorwegen en Canada, uitvoering geven aan het Gaza Counter Arms Smuggling Initiative. Op basis van dit initiatief coördineren de deelnemende landen hun diplomatieke inspanningen, delen zij informatie en inlichtingen en ontplooien zij initiatieven ter bestrijding van de wapensmokkel naar Gaza. Afgesproken is dat er in het najaar een nieuwe bijeenkomst zal plaatsvinden, waarbij onder meer zal worden gekeken naar de mogelijkheden van capaciteitsopbouw in de Rode Zee-regio ter bestrijding van wapensmokkel en het verder coördineren van het diplomatiek optreden ter bestrijding van de maritieme wapensmokkel.
Afghanistan / EU-NAVO
Naar aanleiding van de vraag van de CDA-fractie kan worden bevestigd, dat Nederland, evenals bij voorgaande EU-voorzitters, ook bij het Zweedse EU-voorzitterschap heeft bepleit te investeren in het verbeteren van de samenwerking tussen de EU en de NAVO. Nederland zal hier ook in de toekomst aandacht voor blijven vragen. Wij wijzen er wel op dat het onderwerp niet voor deze RAZEB geagendeerd staat. Nederland hecht zeer aan verbeterde samenwerking tussen de NAVO en de EU, zeker nu de verwachting is dat beide organisaties steeds vaker naast en met elkaar zullen optreden. In de praktijk worden werkbare oplossingen gevonden, recentelijk onder andere bij piraterijbestrijding voor de kust van Somalië. Het is vooral zaak dat beide organisaties een politieke dialoog met elkaar voeren. Het Zweedse EU-voorzitterschap onderkent dit belang en heeft bevestigd op dit onderwerp tijdens het voorzitterschap vooruitgang te willen boeken, onder meer door in informele fora van EU-lidstaten en NAVO bondgenoten over operaties en capaciteiten te spreken. Een pragmatische benadering die Nederland ondersteunt. Hoewel hier en daar soms kleine openingen ontstaan voor verbeterde samenwerking, moeten we realistisch blijven: zo lang Turkije en Cyprus blijven volharden in hun standpunten zullen formele regelingen tussen de organisaties niet haalbaar zijn. Nederland zal in contacten met de meest betrokken landen blijven aandringen op een constructieve houding.
Birma
Met de leden van de fractie van het CDA is de regering bezorgd over de vooralsnog summiere resultaten van het bezoek van SGVN Ban Ki-Moon aan Birma en is de regering teleurgesteld over de weigering door de Birmese autoriteiten een ontmoeting toe te staan tussen de SGVN en Aung San Suu Kyi. Dit beschouwt de regering zonder meer als een gemiste kans voor de Birmese autoriteiten om een constructief, verzoenend signaal af te geven.
De SGVN heeft tijdens zijn gesprek met de Birmese juntaleider Than Shwe drie specifieke aandachtspunten naar voren gebracht die, indien niet geadresseerd, het vertrouwen van de internationale gemeenschap in het politieke proces in Birma verdere schade zullen toebrengen. Deze aandachtspunten zijn vrijlating van alle politieke gevangenen (incl. Aung San Suu Kyi), hervatting van een substantiële dialoog tussen de regering en de oppositiepartijen en het creëren van de juiste voorwaarden voor geloofwaardige en legitieme verkiezingen in 2010.
Tijdens een debat in de VN-Veiligheidsraad op 13 juli jl. heeft de Birmese vertegenwoordiger gezegd dat zijn autoriteiten alle 'geschikte' aanbevelingen van de SGVN zullen uitvoeren. Zo zou de Birmese overheid inmiddels begonnen zijn met een proces om amnestie te verlenen aan gevangenen op humanitaire gronden teneinde hen in staat te stellen deel te nemen aan de verkiezingen van 2010.
Birma staat niet geagendeerd voor deze RAZEB, maar uiteraard worden de ontwikkelingen nauwlettend door de EU gevolgd. De komende weken zal duidelijk worden in hoeverre de SGVN er in geslaagd is de junta te overtuigen geloofwaardige, positieve maatregelen te nemen. Mocht dit onverhoopt niet het geval zijn en het proces tegen Aung San Suu Kyi een onbevredigende uitkomst hebben, dan is de EU voornemens om nadere maatregelen tegen de Birmese junta te bezien.
Georgië
In antwoord op de vraag van leden van de fractie van het CDA over agendering bij deze RAZEB van verlenging van de EUMM, kunnen wij bevestigen dat de verlenging van de EUMM met één jaar, tot 14 september 2010, inmiddels is toegevoegd aan de agenda van de RAZEB. De Nederlandse inzet bij de RAZEB zal zijn om in te stemmen met deze verlenging.
Zoals minister Verhagen schreef in antwoord op de schriftelijke vragen van de leden Jonker en Haverkamp van 22 juni jl., is met de beëindiging van de VN-waarnemingsmissie (UNOMIG) in Georgië het belang van de EUMM toegenomen doordat het nu de enige waarnemingsmissie is rond Abchazië (de OVSE-waarneming in en rond Zuid-Ossetië is inmiddels eveneens tot een einde gekomen).
Deze feiten veranderen de werkzaamheden van de EUMM niet, omdat het mandaat onveranderd blijft.
Binnen de EU wordt het belang van toegang voor de EUMM tot zowel Abchazië als Zuid-Ossetië onderkend en blijft de EU bij betrokken partijen (vooral bij Rusland) toegang bepleiten voor de EUMM tot beide gebieden. Nederland zal het belang hiervan, zoals verzocht door de leden van de CDA-fractie, bij de RAZEB benadrukken.
De EU-lidstaten trekken gezamenlijk op in deze kwestie en spreken bij monde van EU Speciaal Vertegenwoordiger Pierre Morel met één stem bij de Genève-besprekingen, waaraan hij als co-chair deelneemt.
Indien er belangrijke ontwikkelingen zijn inzake de toegang van EUMM tot Abchazië en Zuid-Ossetië in het kader van de Genève-besprekingen, zal de Kamer daarvan op de hoogte worden gesteld, zoals verzocht door de leden van de CDA-fractie.
China
De recente onlusten en de daarmee gepaard gaande gewelddadigheden in Xinjiang baren de regering en EU-partners zorgen. Op 7 juli besloot de EU dan ook een verklaring uit te brengen, waarin deze bezorgdheid werd uitgesproken en alle zijden werden opgeroepen zich terughoudend op te stellen en de situatie vreedzaam op te lossen. Bovendien werd het belang onderstreept van respect voor de mensenrechten, inclusief de vrijheid van meningsuiting.
De regering acht de kans klein dat China een aanbod van diensten van de EU bij een eventueel onderzoek zal aanvaarden, zoals de leden van de PvdA-fractie vragen, aangezien China de gebeurtenissen in Xinjiang als een interne aangelegenheid beschouwt.
In contacten met de Chinese ambassade is China opgeroepen maximale transparantie te betrachten rondom de gebeurtenissen in Xinjiang en in dat kader is gepleit voor herstel van de verbindingen en toelating van buitenlandse journalisten. Zo kan immers uit objectieve bron worden vernomen wat er zich precies heeft afgespeeld en hoe de situatie zich nu ontwikkelt. Het is daarom positief te vernemen dat het mogelijk is voor journalisten om vanuit Xinjiang te rapporteren, hoewel het telefoon- en internetverkeer moeizaam verloopt en journalisten soms worden gehinderd in de uitvoering van hun werk. Gezien de reeds actieve en voortdurende aandacht van de EU voor de situatie in Xinjiang heeft het voorzitterschap deze kwestie niet voor de komende RAZEB geagendeerd.