Kamerbrief inzake informele OVSE ministeriële bijeenkomst en NAVO Rusland Raad op Corfu, 27-28 juni 2009
Graag bericht ik u over het verloop de informele ministeriële bijeenkomst van de OVSE over Europese veiligheid en de NAVO Rusland Raad op Corfu.
Informele OVSE ministeriële
De OVSE-ministers van Buitenlandse Zaken kwamen van 27-28 juni jl. bijeen voor een informele ontmoeting over veiligheid. Aanleiding zijn voorstellen die Rusland heeft gedaan voor een pan-Europees verdrag op het gebied van “harde” veiligheid. Op Corfu stond de vraag centraal hoe een veiligheidsdialoog in Europa zijn beslag dient te krijgen.
Omdat het een informele bijeenkomst was, zijn er geen besluiten genomen. Wel bleek er brede steun te bestaan voor verdere bespreking, in OVSE-verband, van dit onderwerp. Aan de permanente vertegenwoordigers van de OVSE-staten is gevraagd een inventarisatie te maken van de verschillende elementen die een dergelijke veiligheidsdialoog zou moeten bevatten. Het resultaat zal tijdens de Ministeriële Raad van de OVSE in Athene (1-2 december a.s.) worden besproken.
Voor de Russische voorstellen voor een veiligheidsverdrag, waarover u meest recentelijk in de Kamerbrief van 12 juni jl. inzake de geannoteerde agenda van de Europese Raad van 18 en 19 juni bent geïnformeerd, bleek vooralsnog weinig steun te bestaan. In plaats daarvan zal deze veiligheidsdialoog zonder vooraf vastgestelde einddatum en zonder vooraf vaststaande agenda van start gaan. Wel is duidelijk dat het gehele OVSE-acquis aan de orde komt (dus de volle breedte van de drie dimensies en niet alleen “harde” veiligheid).
Nederland wees op de gedeelde belangen van Rusland en het Westen op het gebied van veiligheid. Ook benadrukte Nederland het belang van implementatie van het OVSE-acquis, dus ook op het gebied van mensenrechten en democratie.
Vele OVSE-staten wezen op Corfu op de noodzaak om aan de hand van concrete samenwerking toe te werken naar meer onderling vertrouwen. Ook Nederland bracht dit naar voren. Daardoor kunnen ook de moeilijkere onderwerpen (bijvoorbeeld de regionale conflicten) worden aangepakt. In dit verband werd door veel landen verwezen naar Georgië: het niet verlengen van de OVSE-missie aldaar en het recente veto van Rusland tegen de verlenging van de VN-missie (UNOMIG) draagt volgens velen niet bij aan een het gewenste klimaat van vertrouwen. Onder andere door Nederland werd een dringend beroep gedaan op Rusland om mee te werken aan een oplossing voor de verlenging van de OVSE-missie in Georgië.
NAVO-Rusland Raad
Voorafgaand aan de OVSE-bijeenkomst vond een korte ontmoeting plaats van de ministers van Buitenlandse Zaken van de NAVO-Rusland Raad (NRR). Dit was de eerste ministeriële NRR sinds de opschorting van de formele contacten door de NAVO naar aanleiding van de Georgië-crisis in augustus 2008 en het besluit tijdens de NAVO-top in Straatsburg-Kehl om deze weer aan te gaan.
De bijeenkomst was vooral van symbolische aard: het ging erom het politieke startschot te geven voor de hervatting van de formele, veiligheidspolitieke dialoog. Daarbij werd ook openhartig gesproken over de diepgaande verschillen. Zo heb ik, evenals veel van mijn collega-NAVO-ministers, ook in deze bijeenkomst mijn teleurstelling uitgesproken over het Russische veto in de VN Veiligheidsraad tegen de verlenging van de UNOMIG-missie in Georgië en de betrokken partijen nogmaals opgeroepen zich constructief op te stellen tijdens de besprekingen in Genève. Aan de andere kant werden echter ook de gezamenlijke belangen benadrukt en kan de militaire samenwerking met Rusland worden hervat. Als mogelijke terreinen voor praktische samenwerking tussen de NAVO en Rusland heb ik Afghanistan en piraterijbestrijding genoemd.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen