Kamerbrief inzake Ethiopië, bezoek van de mensenrechtenambassadeur
Met deze brief willen wij u informeren over het bezoek van de mensenrechtenambassadeur aan Ethiopië van 9 t/m 13 juni 2009. Met dit bezoek werd opvolging gegeven aan een toezegging van de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking aan de Kamer op 6 november jl. Tevens stond het bezoek in het kader van het door Nederland gevoerde tweesporenbeleid in Ethiopië, waarbij enerzijds wordt ingezet op het bevorderen van democratie, goed bestuur en de naleving van mensenrechten en anderzijds op het behalen van de Millenniumdoelstellingen.
Wat betreft de Millenniumdoelstellingen worden in samenwerking met verschillende ontwikkelingspartners goede resultaten behaald, bijvoorbeeld ten aanzien van gezondheidszorg en de onderwijsparticipatie van meisjes. Ook op economisch vlak zijn er positieve ontwikkelingen zichtbaar; de economische groei blijft fors, al lopen de exacte ramingen daarover uiteen.
Op het gebied van mensenrechten en democratie is er echter reden tot zorg, omdat de Ethiopische regering gedurende het afgelopen jaar haar greep op de samenleving heeft verstevigd. Het afgelopen jaar zijn verschillende wetten aangenomen die restrictief van aard zijn, zoals wetgeving ten aanzien van ngo’s, wetgeving over de media en anti-terrorismewetgeving die nog voorligt aan het parlement. Hoewel deze wetgeving op dit moment terughoudend wordt toegepast, kan deze potentieel de bewegingsvrijheid van individuen, organisaties en media flink inperken. Hierdoor worden media, ngo’s en oppositiepartijen ontmoedigd om zich kritisch over het regeringsbeleid te uiten. Ook politieke detenties, waaronder die van oppositieleidster Birtukan Medeksa, dragen bij aan dit klimaat. Deze tendens wordt tegelijkertijd versterkt door een relatief zwakke oppositie, die klein en verdeeld is.
Bovendien heeft de Ethiopische overheid het afgelopen jaar een reorganisatie van de overheid doorgevoerd waarbij voornamelijk vakmensen die de partijlijn volgen op centrale posities zijn geplaatst. Binnen de overheid is als gevolg daarvan ook minder ruimte voor tegengeluid.
Het opzetten van nationale structuren voor het waarborgen van een goede naleving van de mensenrechten als gevolg van internationale afspraken over bescherming van de mensenrechten wordt door de Ethiopische overheid in beginsel goed ter hand genomen. Tegelijk zijn er in de praktijk problemen, bijvoorbeeld op het gebied van toegang van mensenrechtenrapporteurs, in het bijzonder in de door conflict geteisterde Somali-regio.
Mede met het oog op de parlementaire verkiezingen in 2010 staan bovengenoemde ontwikkelingen centraal in de beleidsdialoog van Nederland met de Ethiopische overheid. Het bezoek van de mensenrechtenambassadeur vormde onderdeel van deze dialoog.
Tijdens zijn bezoek heeft de mensenrechtenambassadeur gesproken met vertegenwoordigers van de Ethiopische overheid, de oppositie, de regerende partij, de (niet-officiële) vakbeweging, Ethiopische en internationale ngo’s en de internationale gemeenschap, waaronder de VN. Daarbij stonden de volgende onderwerpen centraal:
de recent aangenomen ngo-wet en mediawet;
de anti-terreurwet die nu voorligt bij het Ethiopische parlement;
detentie van politieke oppositie, in het bijzonder de zaak van Birtukan Medeksa, leidster van de Unity for Democracy and Justice (UDJ);
de (aanloop naar) de parlementsverkiezingen in 2010;
toegang van hulpverleners en mensenrechtenrapporteurs tot de Somali-regio;
toegang van de speciale rapporteurs van de VN.
Ngo-wet en mediawet
In 2008 werd een nieuwe mediawet en in 2009 werd een nieuwe ngo-wet aangenomen. Beiden zijn restrictief van aard. De mediawet beperkt de persvrijheid. De ngo-wet legt beperkingen op aan de buitenlandse financiering van activiteiten op het gebied van mensenrechten. Voor februari 2010 zullen alle ngo’s zich bij een nieuw opgericht staatsorgaan opnieuw moeten registreren, waarna de ngo-wetgeving definitief in werking zal treden. Voor beide wetten is op dit moment nog niet helder hoe strikt zij geïmplementeerd zullen worden. De mensenrechtenambassadeur heeft het belang van het maatschappelijk middenveld en vrije media bij de Ethiopische overheid onderstreept en aangedrongen op een milde implementatie van beide wetten. Uit de gesprekken met de overheid en de regeringspartij kwam duidelijk naar voren dat de overheid met de ngo-wet vooral ten doel heeft buitenlandse financiering van politieke activiteiten aan banden te willen leggen. Dit biedt nog ruimte om de effecten op reguliere mensenrechtenorganisaties zoveel mogelijk te beperken. Nederland, andere donoren en het maatschappelijk middenveld blijven daarom in dialoog over de uitvoeringsbepalingen van de wet om zo de scherpe kanten van de wetgeving af te krijgen. Nederland gaat daarnaast door met de ondersteuning van haar Ethiopische ngo-partners, niet alleen wat betreft hun reguliere activiteiten, maar ook op het gebied van aanpassen aan of aanvechten van de bepalingen van de wet.
Anti-terrorisme wetgeving
Recent is een concept-antiterrorismewet naar het Ethiopische parlement gestuurd en in eerste lezing besproken. Deze conceptwet hanteert een brede definitie van terrorisme en hoge straffen. De mensenrechtenambassadeur heeft gepleit voor wetgeving met een zo beperkt mogelijke definitie van terrorisme met voldoende waarborgen om misbruik te voorkomen.
Detentie van politieke oppositie
Het afgelopen jaar heeft in Ethiopië een aantal detenties plaatsgevonden die politiek gemotiveerd lijken. Een zaak die veel aandacht trok is de detentie van de leidster van oppositiepartij Unity for Democracy and Justice, Birtukan Medeksa, omdat toen zij vrijkwam op basis van een pardonregeling de afspraken hierover zou hebben geschonden. De mensenrechtenambassadeur heeft politieke detenties en de zaak van mevrouw Medeksa bij alle relevante gesprekspartners aan de orde gesteld. Hij heeft aangedrongen op een meer genereuze bezoekregeling van mevrouw Medeksa. Op het verzoek van de mensenrechtenambassadeur om mevrouw Medeksa in de gevangenis te bezoeken is geen officiële respons gekomen. Wel kon een medewerker van een onder andere door Nederland gesteunde mensenrechtenorganisatie haar in de gevangenis opzoeken vlak na het bezoek van de mensenrechtenambassadeur.
Aanloop naar de verkiezingen in 2010
In 2010 vinden in Ethiopië parlementsverkiezingen plaats. De aanloop naar de verkiezingen is met de Ethiopische overheid, de oppositie, de Ethiopische Kiesraad en ngo’s aan de orde gesteld. In al deze gesprekken is het belang van vrije en eerlijke verkiezingen benadrukt. Ook heeft de mensenrechtenambassadeur aangedrongen op het uitnodigen van internationale waarnemers, waarop positief gereageerd werd.
Somali-regio en speciale rapporteurs van de VN
In diverse gesprekken is voorts de toegang tot de Somali-regio, zowel voor humanitaire hulpverleners als voor mensenrechtenrapporteurs aan de orde gesteld. Recent is, mede door het aantreden van een nieuwe lokale president in de Somali-regio, de toegang voor hulpverleners enigszins verbeterd. Mensenrechtenrapporteurs hebben echter nog geen toegang. De mensenrechtenambassadeur heeft in diverse gesprekken aangedrongen op toegang van de speciale rapporteurs van de Verenigde Naties tot Ethiopië, in het bijzonder de rapporteur voor het Recht op Voedsel.
Conclusie
Onze zorgen op het gebied van mensenrechten en democratie blijven na het bezoek van de mensenrechtenambassadeur nog steeds bestaan. Door de implementatie van de wetgeving, de gevangenneming van politieke oppositieleden, in het bijzonder van Birtukan Medeksa en gebrekkige toegang van mensenrechtenrapporteurs, lijkt de Ethiopische regering mede in aanloop naar de verkiezingen in 2010, haar greep op de samenleving te willen verhogen. Nederland vindt dit om meerdere redenen onwenselijk, omdat Nederland van mening is dat het voor ontwikkeling, economische groei en het behalen van de Millenniumdoelstellingen van belang is dat mensenrechten worden gerespecteerd en dat democratie is gewaarborgd. Deze boodschap is tijdens het bezoek van de mensenrechtenambassadeur uitgedragen en zal in de continue beleidsdialoog met Ethiopië uitgedragen blijven worden. Daarmee blijft Nederland zich inspannen om ook op dat lastige gebied voortgang te boeken. Het is daarbij belangrijk dat Nederland dat niet alleen, maar juist ook samen met andere donoren blijft doen. De komende tijd zal de Nederlandse inzet ook daarop gericht blijven.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking
Drs. A.G. Koenders