Kamerbrief inzake de situatie in Gaza
Graag bied ik u, mede namens de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, de volgende reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 8 januari 2009 met kenmerk 2009Z00130/2009D00383 om aanvullende informatie inzake de situatie in Gaza.
De militaire operatie van Israël is gericht tegen de militaire infrastructuur van Hamas teneinde raketbeschietingen op Israël door Hamas in de toekomst onmogelijk te maken. Het is evident dat een staakt-het-vuren hierin moet voorzien. Een staakt-het-vuren zal overigens meerdere elementen moeten bevatten wil het effectief en duurzaam zijn:
- het staken van de vijandelijkheden, bestaande uit:
- het staken van het afschieten van raketten door Hamas
- een einde van het Israëlisch offensief en terugtrekking vanuit Gaza
- stopzetting van de wapensmokkel en daarmee samenhangend
- gecontroleerde opening van de grenzen, leidend tot opheffing van de blokkade van Gaza
In het Frans-Egyptische voorstel worden deze elementen voor zover bekend verbonden met een aantal vervolgstappen:
- verzoening Palestijnse partijen
- vertrouwenwekkende maatregelen zoals bijv. het uitwisselen van gevangenen
- wederopbouw Gaza
Een en ander moet uiteindelijk uitmonden in een terugkeer naar een breder politiek proces. Nederland steunt deze algehele inzet.
Nederland heeft met grote zorg kennisgenomen van de aankondiging van UNRWA dat het zijn operaties in Gaza stopzet naar aanleiding van beschietingen waarbij twee UNRWA-medewerkers om het leven zijn gekomen. Vanaf het moment dat UNRWA de stellige verzekering krijgt dat het tegen geweld beschermd wordt, zal het de hulpoperatie hervatten, zo is bekend gemaakt. Nederland acht het onaanvaardbaar dat humanitaire hulp aan de inwoners van Gaza geen doorgang kan vinden. Nederland dringt aan op spoedige opheldering. De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking heeft na telefonisch contact met UNWRA onmiddellijk contact opgenomen met de Israëlische ambassadeur in Den Haag om de Nederlandse zorgen over te brengen.
Stand van zaken Nederlands-Deens initiatief – reacties derde landen
Het initiatief dat ik samen met mijn Deense collega Per Stig Møller heb genomen, om te komen tot een effectieve grenscontrole tussen Gaza en Egypte, is onder meer op 8 januari tijdens de informele Raad Algemene Zaken en tijdens het overleg van de politieke directeuren (beide in Praag) voor het eerst in EU-verband besproken. Daarbij bleek brede steun voor Nederlands-Deense voorstel. Eerder was reeds positief gereageerd door het Voorzitterschap en de Hoge Vertegenwoordiger Solana. Het zou moeten gaan om een civiele missie, maar wel één die effectief kan opereren, anders zal Israël geen vertrouwen kunnen hebben in deze oplossing. Het voorstel kan worden ingepast in de bredere internationale inspanningen om tot een staakt-het-vuren te komen. In het bijzonder zal met Egypte overlegd moeten worden hoe invulling te geven aan een dergelijke missie.
Eerder hadden Israël en de Palestijnse Autoriteit, alsmede de VS blijk gegeven van hun positieve belangstelling voor het initiatief. In een telefoongesprek dat ik reeds op 5 januari met Minister Mottaki voerde, heb ik Iran opgeroepen om een constructieve rol te spelen en om de Iraanse invloed op Hamas aan te wenden om een staakt-het-vuren mogelijk te maken. Vanuit Iran is geen reactie op het Deens-Nederlandse voorstel gekomen en ook Hamas heeft helaas geen inhoudelijke reactie gegeven op internationale voorstellen om tot een oplossing van de Gaza-crisis te komen.
Wel vinden er via Egypte gesprekken plaats met Hamas om te komen tot een wapenstilstand.
Consequenties van de recente beschietingen vanuit Libanon op Noord-Israël
Op donderdagochtend 8 januari rond 08:00 uur zijn in Nahariya in Noord–Israël, drie Katyusha raketten ingeslagen. Een van de raketten sloeg in op het dak van een verpleeghuis. Naar verluidt zijn op zijn minst twee personen gewond geraakt en wordt een nog onbekend aantal mensen behandeld met shockverschijnselen. Het Israëlische leger heeft als vergelding vijf artilleriemortieren afgevuurd op de lanceerplaats van de Katyusha raketten in Zuid-Libanon.
Afgaande op de thans bekende informatie over deze beschieting is deze vooralsnog te beschouwen als een incident. Volgens Israël vond de beschieting waarschijnlijk plaats vanuit het door UNIFIL gecontroleerde deel van Zuid-Libanon en zou deze zijn uitgevoerd door het in Libanon actieve PFLP-GC (Palestijns Bevrijdingsfront -Algemeen Commando), geleid door Ahmed Jibril.
Libanon heeft bij monde van premier Fouad Siniora laten weten de raketaanval en de Israëlische reactie daarop te veroordelen. Inmiddels zijn door het Libanese leger extra manschappen gestuurd naar het zuiden om herhaling van het incident te voorkomen.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen