Kamerbrief inzake de reactie van de Minister van Buitenlandse Zaken op het verslag van het werkbezoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken aan Saudi-Arabië
Met belangstelling heb ik kennis genomen van het verslag van het werkbezoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken aan Saudi-Arabië. De delegatie heeft een divers programma gevolgd en met veel personen gesproken. In de diverse gesprekken is een scala aan onderwerpen aan de orde geweest, zoals de mensenrechten, de dialoog en onderwijs. Interessant is het te vernemen wat de opvattingen van Saudi-Arabië hierover zijn. De openhartigheid en de constructieve opstelling van de gesprekspartners geven mij vertrouwen in de ontwikkelingen in de Saudische maatschappij.
De mensenrechtensituatie in Saudi-Arabië verdient, ondanks de positieve stappen, de blijvende aandacht van Nederland. In dit kader kan ik u melden, dat de Mensenrechtenambassadeur voornemens is in 2009 een bezoek aan Saudi-Arabië te brengen.
In de afgelopen periode waren onder andere de inspanningen van stichting Bridging the Gulf op dit terrein van belang, waaraan het ministerie van Buitenlandse Zaken een financiële bijdrage leverde. De stichting heeft als doel de bevordering van de mensenrechten in de Golfregio, met Saudi-Arabië als speciaal aandachtsland. Recentelijk vond een toename van diverse bezoeken onder de aegis van deze stichting plaats, zoals het bezoek van dr. Bandar M. Haijar, voorzitter van de National Human Rights Society, met wie de vaste commissie in juni jl. een gesprek had, van Saudische mensenrechtenactivisten als onderdeel van een regionale delegatie aan Brussel en Nederland en van Dr. Ibrahim Mugaiteeb, de voorzitter van de officieuze mensenrechtenorganisatie Human Rights First.
Voorts bracht de Minister van Economische Zaken tijdens haar bezoek aan Saudi-Arabië in oktober 2008 de Nederlandse zorgen op over de mensenrechtensituatie en in het bijzonder inzake het grote aantal doodstraffen dat in het land wordt uitgevoerd. Op het terrein van mensenrechten heeft Nederland diverse malen het afgelopen jaar démarches in EU-kader ondersteund of geïnitieerd, zoals naar aanleiding van de arrestatie van de mensenrechtenverdediger Matrouk al-Faleh.
Uit uw verslag blijkt dat door de Saudische gesprekpartners veelvuldig werd gesproken over het belang van de dialoog, zowel nationaal als internationaal, met als doel tolerantie en wederzijds begrip te vergroten. Nederland deelt dit streven. In de bilaterale betrekkingen krijgt de dialoog dan ook de ruimte.
Wederzijdse bezoeken en uitwisselingen, zoals de uwe dragen stellig bij tot het vergroten van het begrip tussen de Nederlandse en de Saudische maatschappij. In dat kader memoreer ik ook graag aan het door het ministerie van Buitenlandse Zaken georganiseerde bezoek van een delegatie Saudische zakenvrouwen in oktober 2008.
Ook draagt de uitwisseling op het gebied van onderwijs naar mijn overtuiging bij aan de vergroting van wederzijds begrip. De hoge prioriteit die Saudi-Arabië aan onderwijs geeft, kan ik alleszins ondersteunen en ik zie ook op dit terrein goede mogelijkheden tot samenwerking. In oktober 2008 bracht een onderwijsdelegatie een bezoek aan Saudi-Arabië, waar diverse thema’s werden geinventariseerd waarop de reeds bestaande goede samenwerking kan voortbouwen. De Nederlandse methode van onderwijs en onderzoek heeft een goede naam in Saudi-Arabië. Op 14 februari jl. benoemde Koning Abdullah mevrouw Norah Al-Fayez tot onderminister van vrouwenonderwijs. Dit is de eerste benoeming van een vrouw op een kabinetspositie.
Overigens is Saudi-Arabië voor Nederland ook een belangrijke partner op het gebied van energievoorzieningszekerheid en economie. Tijdens het eerdergenoemde bezoek van de Minister van Economische Zaken in oktober jl. kwamen deze onderwerpen uitgebreid aan bod. De minister werd tijdens haar bezoek begeleid door parallelle missies van energie, water en onderwijs.
Ik ben zelf voornemens Saudi-Arabië in 2009 te bezoeken.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen