Kamerbrief inzake de geannoteerde agenda t.b.v. de ministriële bijeenkomst van de Noord-Atlantische Raad (NAR) op 5 maart 2009
Graag bied ik u hierbij de geannoteerde agenda aan ten behoeve van de informele ministeriële bijeenkomst van de Noord-Atlantische Raad (NAR) te Brussel op 5 maart 2009.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs M.J.M. Verhagen
Ingevolge het verzoek van uw Kamer voorafgaand aan ministeriële bijeenkomsten van de Noord-Atlantische Raad (NAR) te worden geïnformeerd over de agenda en de Nederlandse inzet, bericht ik u dat op 5 maart a.s. te Brussel een informele bijeenkomst plaatsvindt van de NAR in de samenstelling van ministers van Buitenlandse Zaken.
Agenda
De agenda van deze laatste informele ministeriële bijeenkomst vóór de NAVO-top in Straatsburg/Kehl (3-4 april a.s.) staat nog niet vast. Naar verwachting zal worden gesproken over de NAVO-operaties in Afghanistan en Kosovo, over de rol van de NAVO inzake piraterijbestrijding, de relatie tussen de NAVO en Rusland, de Verklaring inzake Bondgenootschappelijke Veiligheid en de hervormingen van het NAVO-hoofdkwartier.
ISAF
Ministers zullen spreken over de voortgang van de NAVO-missie in Afghanistan in een context van grote uitdagingen op gebied van goed bestuur, toenemende veiligheidsincidenten en een onvoorspelbare regio en de gevolgen die dit zou moeten hebben voor de ISAF-strategie.
Er zal in het bijzonder worden stilgestaan bij de voorbereidingen op de presidentsverkiezingen in augustus, de rol van ISAF terzake en het tijdelijk inzetten van extra troepen om die rol te kunnen vervullen.
Mogelijk zal gesproken worden over de rol van ISAF ten aanzien van politieopbouw. Nederland staat op het standpunt dat het Afghaanse ministerie van Binnenlandse Zaken op dit terrein leidend dient te zijn. De afstemming tussen de internationale donoren en de Afghaanse overheid vindt plaats binnen de International Police Coordination Board, waarbij een belangrijke rol is weggelegd voor EUPOL. ISAF kan dit proces op onderdelen ondersteunen. Zoals bekend, zijn Nederlandse militairen actief in het trainen en mentoren van Afghaanse politiefunctionarissen.
Mede in het licht van het recente bezoek van de Secretaris-Generaal aan Pakistan, zou aan de orde kunnen komen hoe de samenwerking van de NAVO met dat land – met het oog op ISAF en verbetering van de stabiliteit in de regio – zou kunnen worden versterkt.
KFOR
De situatie in Kosovo is relatief rustig en stabiel. Eind december is de EVDB-missie EULEX, die de Kosovaarse overheid ondersteunt bij de opbouw van de rechtsstaat, volledig operationeel geworden. De samenwerking tussen KFOR, EULEX en de Kosovaarse politie loopt goed.
Naast het waarborgen van de stabiliteit en veiligheid, ondersteunt KFOR zoals bekend ook de opbouw van de Kosovo Security Force (KSF). Nederland heeft in dat kader een adviseur uitgezonden en overweegt een bijdrage te leveren aan het NAVO-Trustfund voor de KSF.
Piraterijbestrijding
Met de operatie Allied Provider, heeft de NAVO eind vorig jaar gezorgd voor maritieme bescherming van WFP-voedseltransporten en piraterijbestrijding voor de kust van Somalië. Ministers zullen wellicht spreken over de mogelijke rol van de NAVO bij de internationale activiteiten gericht op de aanpak van piraterij in het algemeen, en die voor de Hoorn van Afrika in het bijzonder.
Rusland
Tijdens de ministeriële NAR in december is besloten te streven naar een zorgvuldige stapsgewijze verbetering van de relatie tussen de NAVO en Rusland. Op 26 januari jl. werd in het kader van de NAVO-Rusland Raad (NRR) voor het eerst sinds de Georgië-crisis een informele bijeenkomst op ambassadeursniveau gehouden. Ministers zullen nu spreken over de wenselijkheid van het hervatten van de de NRR op ministerieel niveau.
Hoewel de spanningen tussen Rusland en Georgië nog niet zijn geweken - de NAVO volgt de ontwikkelingen rond de Russische plannen om marine- en luchtmachtbases in Abchazië te bouwen met zorg - is het van belang dat de NAVO en Rusland met elkaar in gesprek blijven. Zeker daar waar het gaat om belangrijke internationale thema’s zoals Iran, Afghanistan, ontwapening en terrorisme. Als de dialoog weer in volle breedte op gang komt, zal er ruimte moeten zijn om ook van gedachten te wisselen ook over onderwerpen waarover de meningen verdeeld zijn. Nederland zal daarom pleiten voor een formele hervatting van de NRR-bijeenkomsten, maar daarbij benadrukken dat niet mag worden getornd aan de principes die ten grondslag liggen aan de samenwerking tussen de NAVO en Rusland.
Verklaring inzake Bondgenootschappelijke Veiligheid
Zoals besloten tijdens de NAVO-top in Boekarest in april 2008, zal tijdens de NAVO-top in Straatsburg/Kehl een – naar verwachting korte - Verklaring inzake Bondgenootschappelijke Veiligheid (Declaration on Alliance Security) worden aangenomen. Waarschijnlijk zal de Secretaris-Generaal de lidstaten in aanloop naar de informele NAR een eerste concept presenteren.
Het 60-jarig bestaan van de NAVO en het aantreden van de nieuwe Amerikaanse regering bieden de kans bij uitstek om de transatlantische banden aan te halen en nog eens nadrukkelijk te benoemen welke waarden aan het Bondgenootschap ten grondslag liggen. Zoals mijn collega Van Middelkoop heeft aangegeven in zijn brief van 3 februari jl., zal Nederland daarom inzetten op een Verklaring waarin deze waarden - bescherming van democratie, vrijheid en rechtsstaat - op de voorgrond staan.
De Verklaring zou ook duidelijk moeten maken welke rol het bondgenootschap in de veranderende internationale veiligheidsomgeving moet spelen. Dat is van groot belang voor het draagvlak onder de bevolking, dat noodzakelijk is voor een slagvaardige en daadkrachtige organisatie. De wederzijdse bijstandsverplichting vormt wat Nederland betreft nog steeds het fundament van de NAVO, maar ze zou opnieuw moeten worden gedefinieerd als zijnde zowel de gezamenlijke verdediging van het eigen grondgebied, als ook de gezamenlijke verdediging van bondgenootschappelijke belangen op veiligheidsgebied buiten het NAVO-grondgebied.
Nederland zal zich sterk maken voor een Verklaring waaruit het beginsel van solidariteit spreekt, alsmede de noodzaak van een evenwichtige verdeling van de risico's en de lasten. Andere voor Nederland belangrijke elementen zijn de comprehensive approach, waaronder een betere samenwerking tussen de NAVO en de EU, maar ook met de VN en andere relevante organisaties. Ook aan de partnerschappen en aan de samenwerking met landen die geen formele partnerschapsrelatie met de NAVO hebben, hecht Nederland grote waarde.
De meeste NAVO-partners lijken overigens in te zetten op een besluit op de Top van Straatsburg/Kehl om het Strategisch Concept van 1999 op termijn te herzien. De Verklaring zou wat dat betreft richtinggevend kunnen zijn.
Hervormingen NAVO-hoofdkwartier
De Secretaris-Generaal heeft de laatste maanden getracht zijn eerdere hervormingsvoorstellen om zo aan te passen, dat tegemoet wordt gekomen aan de wensen en zorgen van alle bondgenoten. Op 11 februari jl. presenteerde hij de contouren van een hervormingspakket, dat zowel zal worden besproken door de ministers van Defensie tijdens de informele NAR van 19 en 20 februari a.s., als door de ministers van Buitenlandse Zaken tijdens de informele NAR van 5 maart a.s.
De Secretaris-Generaal stelt een aantal concrete maatregelen voor ten behoeve van een betere samenwerking tussen de Internationale Staf en de Internationale Militaire Staf, alsmede een beperkter aantal comités, effectievere besluitvorming (behoud van de consensusregel in de NAR en het Militaire Comité, maar geen rigide toepassing in de comités) en meer bevoegdheid voor hemzelf om personele en financiële middelen te heralloceren op de door de NAR overeengekomen prioriteiten.
Zoals bekend steunt Nederland de Secretaris-Generaal van harte in zijn streven de NAVO als organisatie slagvaardiger en efficiënter te maken.