Kamerbrief inzake besluit over een Nederlandse militaire eenheid aan de VN/AU-vredesmissie in Darfur-UNAMID
Hierbij informeren wij u, conform artikel 100 lid 1 van de Grondwet en aan de hand van het Toetsingskader 2001, over het besluit van de regering geen ondersteunende militaire eenheid bij te dragen aan de vredesmissie van de Afrikaanse Unie en de Verenigde Naties in Darfur (UNAMID).
De regering heeft u op 13 juli 2007, een half jaar voor het begin van de ontplooiing van UNAMID, geïnformeerd over haar voornemen een onderzoek te beginnen naar de mogelijkheid en wenselijkheid van een bijdrage aan UNAMID in de vorm van een ondersteunende militaire eenheid, waarbij met name is gekeken naar een veldhospitaal.
Bij de start van het onderzoek is aan de Verenigde Naties gemeld dat werd gekeken naar een bijdrage op basis van samenwerking met Scandinavische landen, die onder meer verantwoordelijk zouden zijn voor de “force protection”. Op deze wijze heeft de regering ernaar gestreefd om vanaf het begin van het onderzoek een van de centrale aandachtspunten uit het Toetsingskader 2001 zeker te stellen, te weten de samenwerking met relevante militaire partners. De VN was zich steeds bewust van het belang van deze overweging voor de uitkomst van het Nederlandse onderzoek.
Bij de beslissing over het leveren van een concrete Nederlandse militaire bijdrage aan een operatie, betrekt de regering telkens de in het Toetsingskader vermelde factoren, zoals de verdeling van verantwoordelijkheden, de veiligheidssituatie, de risico’s en de lasten, en de aard en omvang van de bijdragen van relevante landen. De regering beziet deze factoren uiteraard ook in hun onderlinge samenhang.
Het Scandinavische troepenaanbod voor UNAMID werd door de Sudanese autoriteiten afgewezen, waarop de Scandinavische partners op 10 januari 2008 hun aanbod formeel terugtrokken. Sindsdien is er veelvuldig contact geweest tussen Nederland en de Verenigde Naties om een alternatieve oplossing te vinden binnen de elementen van het Toetsingskader. Inmiddels heeft de Verenigde Naties besloten op zoek te gaan naar een alternatieve bijdrage voor de levering van het gewenste veldhospitaal (zie bijgevoegde Note Verbale). De regering heeft om die reden besloten het onderzoek naar de mogelijkheid en wenselijkheid van een bijdrage door Nederland met een negatief besluit te beëindigen.
De regering betreurt het dat om verschillende reden, waaronder de positie van de regering van Sudan het Scandinavische voorstel af te wijzen ten aanzien van de ontplooiing van UNAMID, niet de omstandigheden zijn gecreëerd waaronder de regering tot een ander besluit had kunnen komen over een Nederlandse bijdrage aan deze vredesoperatie.
In betreffende brief verzoekt de VN om blijvende Nederlandse betrokkenheid bij Verenigde Naties vredesoperaties in Afrika. De Nederlandse regering staat positief tegenover dit verzoek, mits dit past binnen de Nederlandse randvoorwaarden. Zodra de regering mocht besluiten de mogelijkheid en wenselijkheid hiervan nader te onderzoeken, zal Uw Kamer hiervan conform gebruik op de hoogte worden gesteld.
De minister van Buitenlandse Zaken De minister van Defensie
drs. M.J.M. Verhagen E. van Middelkoop
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking
drs. A. G. Koenders