Kamerbrief inzake beantwoording vragen van het lid Van Bommel over executies in Tibet

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Bommel over executies in Tibet. Deze vragen werden ingezonden op 29 oktober 2009 met kenmerk 2009Z19965.


De Minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Van Bommel (SP) over executies in Tibet.

Vraag 1

Herinnert u zich mijn vragen over de dreigende executie van de Tibetaanse activisten Lobsang Gualtsen en Loyak? 1)

Antwoord

Ja.

Vraag 2
Is het waar dat genoemde personen op 21 oktober jl. zijn geëxecuteerd? 2) Indien nee, om wie handelt het dan en wat was de officiële reden dat zij ter dood veroordeeld werden?

Antwoord

Het Chinese Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft bevestigd dat beide personen zijn geëxecuteerd.

Vraag 3
Is het aanvankelijke vonnis getoetst door de Supreme People’s Court?

Antwoord

Ik heb daarvan vooralsnog geen bevestiging gekregen, maar heb geen reden aan te nemen dat het vonnis niet door het Supreme Peoples Court zou zijn getoetst.

Vraag 4
Weet u wie de advocaten van de veroordeelden zijn? Is naar het oordeel van de advocaten sprake geweest van een eerlijke procesgang? Bent u de mening toegedaan dat zich een eerlijke procesgang heeft voltrokken?

Antwoord

Het is mij niet bekend wie de advocaten zijn van de veroordeelden.

Vraag 5

Wat was de reactie van de Chinese autoriteiten op de interventie van de directeur-generaal Politieke Zaken eerder dit jaar? 3)

Antwoord

De gesprekspartner van de directeur-generaal Politieke Zaken antwoordde destijds dat de Tibetanen waren veroordeeld voor misdaden tijdens de ongeregeldheden van maart 2008. Hij stelde dat elk land het recht heeft de doodstraf te handhaven als de nationale situatie daartoe aanleiding geeft. China was nog niet toe aan afschaffing van de doodstraf, maar aan elke ter doodveroordeling zou een zorgvuldige afweging ten grondslag liggen. Verder zei hij dat China de reeds ingezette hervorming van het strafrechtsysteem, waar nodig en mogelijk, zal voortzetten.

Vraag 6

Bent u op de hoogte van nog meer dreigende executies naar aanleiding van de ongeregeldheden in maart 2008? Zo ja, om hoeveel personen gaat het daarbij?

Antwoord

De Chinese overheid kondigt executies niet tevoren aan. Soms verschijnt achteraf een bericht in de media.

Vraag 7

Bent u bereid er bij de Chinese autoriteiten op aan te dringen geen doodstraffen te voltrekken en de straffen te verzachten? Zo ja, wanneer en op welke wijze? Indien nee, waarom niet?

Antwoord

Bij demarches over doodvonnissen en executies, alsmede tijdens de EU-China mensenrechtendialoog en de bilaterale mensenrechtenconsultaties, bepleiten Nederland en de EU stelselmatig afschaffing van de doodstraf, dan wel een moratorium op de uitvoering van de doodstraf als eerste stap naar afschaffing.

Ten aanzien van de onderhavige gevallen heeft de Europese Unie op 8 mei jl. een demarche uitgevoerd, waarbij onder meer omzetting van de doodstraffen in gevangenisstraf werd bepleit. Vervolgens heeft de EU op 29 oktober jl. een verklaring uitgegeven waarin de executies werden veroordeeld. De EU riep China in de verklaring op alle doodvonnissen, opgelegd aan personen die betrokken waren bij de ongeregeldheden in Lhasa, om te zetten in gevangenisstraffen. Verder heeft de EU in deze verklaring zorgen geuit over de wijze waarop de procesgang zich heeft voltrokken. Een woordvoerder van het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken heeft deze verklaring gekwalificeerd als inmenging in binnenlandse aangelegenheden.

1) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008-2009, nr. 2592

2) NRC Handelsblad, 27 oktober 2009: “China executeert Tibetanen voor rellen”

http://www.nrc.nl/buitenland/article2398164.ece/China_executeert_Tibetanen_voor_rellen

3) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008-2009, nr. 2592, antwoord op vragen 2 t/m 6