Kamerbrief inzake beantwoording vragen van het lid Ten Broeke over het besluit om het toetredingsverzoek van IJsland tot de Europese Unie in behandeling te nemen
Graag bieden wij u de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door lid Ten Broeke over het besluit om het toetredingsverzoek van IJsland tot de Europese Unie in behandeling te nemen. Deze vragen werden ingezonden op 30 juli 2009 met kenmerk 2009Z14449.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
De Staatssecretaris voor Europese Zaken,
Drs. F.C.G.M. Timmermans
Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de heer Timmermans, Staatssecretaris voor Europese Zaken, op vragen van lid Ten Broeke (VVD) over het besluit om het toetredingsverzoek van IJsland tot de Europese Unie in behandeling te nemen (ingezonden 30 juli 2009)
Vraag 1
Kent u het bericht “EU zet deur naar IJsland open”? 1)
Antwoord
Ja
Vraag 2
Is het waar dat Nederland geen enkel bezwaar heeft gemaakt tegen het in behandeling nemen van het EU-toetredingsverzoek van IJsland of althans geen poging heeft ondernomen om dit formele proces ('de opinie') niet op gang te brengen?
Antwoord
Zie antwoord op vraag 5.
Vraag 3
Heeft Nederland naar voren gebracht dat IJsland mogelijk reeds richtlijnen heeft overtreden die ook binnen de Europese Economische Ruimte golden, vanwege de discriminatie op basis van nationaliteit die het heeft toegepast bij de splitsing van Landsbanki in een oude bank, waarin de buitenlandse deposito's en een nieuwe bank waarin de IJslandse spaarders zijn ondergebracht? Is deze laatste groep spaarders naar uw mening voorgetrokken op buitenlandse spaarders?
Antwoord
In de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB) van 27 juli jl. is niet ter sprake gebracht dat IJsland mogelijk richtlijnen heeft overtreden. Wel is benadrukt dat de Nederlandse regering van mening is dat IJsland zijn verplichtingen onder het verdrag inzake de Europese Economische Ruimte volledig moet nakomen. De beantwoording van de juridische vraag naar mogelijke discriminatie van spaarders, hangt sterk samen met de juridische duiding van wat er precies in IJsland is voorgevallen en wat daarbij van de IJslandse staat kan en kon worden verwacht. De spaarders dienen, indien zij menen dat er op onrechtmatige wijze gediscrimineerd wordt, in contact te treden met de IJslandse autoriteiten. Daarbij geldt dat zij deze vraag desgewenst vervolgens ook aan de IJslandse rechter kunnen voorleggen. Afhankelijk van de te kiezen rechtsingang en het verloop van de procedure lijkt het ook denkbaar dat er een rol zou zijn voor de Europese rechter.
Vraag 4
Hoe verklaart u de Nederlandse opstelling bij deze Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB) tegen de achtergrond van uw aankondiging vorige week om naleving door IJsland te eisen van terugbetaling van ondermeer door Nederland verstrekte miljardenleningen, alvorens over te gaan tot het proces van toetreding?
Antwoord
Zie antwoord op vraag 5.
Vraag 5
Hoe verklaart u het feit dat Nederland de toetredingsaanvraag van IJsland mede verwelkomt tegen de achtergrond dat Nederland eerder IJsland volledig aansprakelijk heeft gesteld voor het falende banktoezicht dat daar heeft plaatsgevonden?
Antwoord op vraag 2, 4, en 5
De Nederlandse regering is van mening dat de EU de IJslandse aanvraag dient te behandelen als andere lidmaatschapsaanvragen. Dit houdt in dat IJsland aan alle gestelde criteria moet voldoen voordat sprake kan zijn van eventuele toetreding tot de Europese Unie.
Nederland staat in beginsel positief tegenover de ambities van IJsland om lid te worden van de EU, omdat het IJsland beschouwt als een gelijkgezinde partner (onder andere in NAVO, Raad van Europa en VN-kader), die belangrijke Europese waarden met Nederland deelt. Daarnaast heeft IJsland via zijn deelname aan de Europese Economische Ruimte (EER) en van de Schengenzone reeds tweederde deel van de Europese wetgeving overgenomen.
Nederland heeft in de Raad van 27 juli jl. ingestemd met het verzoek aan de Europese Commissie om een advies te schrijven over de IJslandse lidmaatschapsaanvraag, in EU-jargon ‘avis’. Deze avis-aanvraag is geen onomkeerbare stap, het is slechts een verzoek om advies. Op basis van dit ‘avis’ zal worden besloten of IJsland de status krijgt van kandidaat-lid. Wanneer deze vraag voorligt, zal Nederland zwaar laten meewegen of IJsland op dat moment op bevredigende wijze invulling geeft aan zijn verplichtingen onder het depositogarantiestelsel.
Nederland heeft in de Raad van 27 juli jl. benadrukt dat IJsland niet kan toetreden totdat het volledig voldoet aan Europese regelgeving. De leenovereenkomst die IJsland met Nederland heeft afgesloten vloeit voort uit de verplichting van IJsland om spaarders een minimumgarantie te bieden op grond van de Europese richtlijn depositogarantiestelsels. De overeenkomst geeft uitvoering aan deze internationale verplichting. Nederland heeft ook de verwachting uitgesproken dat de Europese Commissie in haar advies aandacht besteedt aan de naleving van EER-wet- en regelgeving in het algemeen, en in het bijzonder de richtlijn inzake depositogarantiestelsels. Eurocommissaris Rehn zegde tijdens de Raad van 27 juli jl. toe dat de Commissie in haar avis zal ingaan op de wijze waarop IJsland zijn bestaande verplichtingen uit hoofde van de EER naleeft, en dat het Icesave-akkoord een belangrijk aspect hiervan is.
In het telefoongesprek van Minister Verhagen met de IJslandse Minister van Buitenlandse Zaken op 21 juli jl. heeft Minister Verhagen dan ook gesteld dat goedkeuring van de Icesave-leenovereenkomst het IJslandse toetredingstraject aanzienlijk zou vergemakkelijken. Dit laatste werd ook door Eurocommissaris Rehn tijdens de Raad van 27 juli jl. uitdrukkelijk erkend.
Vraag 6
Waarom moesten EU-ministers van Buitenlandse Zaken eigenlijk met zoveel haast een antwoord formuleren op deze toetredingsaanvraag, terwijl het IJslandse parlement voorafgaand aan zijn reces wel tijd vond voor de goedkeuring van de EU-toetredingsaanvraag, maar het accorderen van het terugbetalen van de lening van o.a. Nederland heeft uitgesteld?
Van haast van de kant van de EU-ministers van Buitenlandse Zaken is geen sprake. De procedure voor een ontvangen lidmaatschapsaanvraag (in dit geval van IJsland) is volledig gevolgd, hoewel er inderdaad verschil in snelheid van behandeling is met andere aanvragen.
Het IJslandse parlement besloot in de week van 20 juli om de discussie over een akkoord over de leenovereenkomst (met Nederland) uit te stellen. De discussie werd hervat in de week van 3 augustus.
Vraag 7
Maakt de verwijzing naar de formele mogelijkheid die Nederland heeft om later de toetreding van IJsland alsnog te kunnen tegenhouden indien niet aan de betalingsvoorwaarden is voldaan, uw eerdere dreigementen niet volstrekt loos?
Antwoord
Een element dat in de beoordeling van de toetredingsaanvraag een rol zal spelen is de vraag in hoeverre IJsland bereid is alle Europese regelgeving na te leven en te implementeren. Dit aspect zal inhoudelijk aan de orde komen in mogelijke vervolgstappen in de richting van toetreding.
Vraag 8
Is het waar dat de druk op het IJslandse parlement om zijn goedkeuring te hechten aan de miljardenlening met onder meer Nederland, nu in ieder geval voor de duur van het proces waarin IJsland wordt geacht op vragen van de Europese Commissie te antwoorden, is weggevallen? Zo ja, hoe lang denkt u dat dit gaat duren? Zo nee, welke middelen gaat u aanwenden om zekerheid te verkrijgen over de parlementaire goedkeuring?
Antwoord
Het is van belang dat het IJslandse parlement op korte termijn zijn instemming geeft. Dit zowel vanuit het perspectief van een verder vervolg op de toetredingsaanvraag, als vanuit het meer algemene perspectief dat IJsland op deze manier de gehele financiële wereld toont dat het zich aan zijn internationale verplichtingen zal houden.
Nederland zal de Commissie bij het opstellen van het avis herinneren aan haar toezegging zoals weergegeven in de tweede alinea van het antwoord op vraag 5.
Het is niet bekend op welke termijn het IJslandse parlement een besluit zal nemen. Nederland volgt deze kwestie in IJsland op de voet.
Vraag 9
Hoe denkt u uw eis dat IJsland de miljardenleningen moet terugbetalen kunt inbrengen, binnen het strikte kader van die toetredingscriteria?
Antwoord
De verplichting tot vergoeding van de Icesave-spaarders tot 20.887 € onder het IJslandse depositogarantiestelsel vloeit voort uit de richtlijn inzake depositogarantiestelsels. Deze richtlijn is onderdeel van het ‘acquis communautaire’ van de Europese Unie. IJsland dient volgens de toetredingscriteria het volledige acquis te hebben overgenomen bij toetreding en daarom dus ook aan de verplichtingen onder de richtlijn inzake depositogarantiestelsels te hebben voldaan.
Vraag 10
Vergroot de keuze om de aanvraag van IJsland niet te blokkeren dan wel voorlopig niet in behandeling te nemen niet het gevaar van de “salami-taktiek” die telkens wordt toegepast bij EU-toetredingen, terwijl het niet in behandeling nemen van een aanvraag een probaat middel is om aspirant lidstaten tot meer inschikkelijkheid te dwingen?
Zie het antwoord op vraag 5, 6 en 7.
Vraag 11
Is het waar dat Albanië te kennen is gegeven dat bij een volgende bijeenkomst van de RAZEB de aanvraag wordt erkend, teneinde de indruk weg te nemen dat IJsland zou worden voorgetrokken op de Balkan? Is het eveneens waar dat het Zweedse voorzitterschap nu reeds, bij monde van de minister van Buitenlandse Zaken, heeft aangekondigd versnelling van het toetredingsproces voor de Balkan te willen nastreven?
Antwoord
Nee. In de Raadsconclusies wordt uitdrukkelijk verwezen naar de hernieuwde consensus inzake uitbreiding, zoals vastgelegd door de Europese Raad van december 2006, en het beginsel dat elk land dat een toetredingsaanvraag indient op zijn eigen merites wordt beoordeeld. Voorts wordt het Europese perspectief van de landen in de Westelijke Balkan in herinnering gebracht en wordt opgemerkt dat de Raad zal terugkomen op de Albanese toetredingsaanvraag wanneer de Albanese verkiezingsprocedure is afgesloten.
Het Zweedse voorzitterschap is zich terdege bewust dat verdere invulling van bovengenoemd perspectief van de landen in de Westelijke Balkan afhankelijk is van de mate waarin deze landen voldoen aan de in dit kader afgesproken criteria.
Vraag 12
Deelt u de mening dat de geloofwaardigheid van de EU wederom in het geding is, maar ook de geloofwaardigheid van een aspirant lidstaat, indien niet eerst zekerheid is verkregen over de terugbetaling van miljardenleningen?
Antwoord
Nee. Conform de geldende verdragsbepalingen is de Commissie gevraagd een advies op te stellen waaruit moet blijken of IJsland voldoet aan criteria om een kandidaat-lidstaatstatus te krijgen. Het advies zal eveneens ingaan op nakoming van de EER-verplichtingen zoals reeds in het antwoord op vraag 5 is gesteld. De geloofwaardigheid van de EU is niet in het geding, omdat een vraag om advies aan de Commissie op geen enkele wijze vooruit loopt op het advies zelf, laat staan op de oordeelvorming over dat advies.
Vraag 13
Waarom heeft u besloten om de Nederlandse positie te laten verwoorden door de Nederlandse Permanente Vertegenwoordiger te Brussel, gegeven de enorme politieke weerstand die Nederland telkens oproept bij de rest van de lidstaten in de Raad en Europese Commissie, wier consequente gebrek aan wil tot strenge handhaving van de toetredingscriteria, hun dedain voor de geloofwaardigheid van de Unie inzake uitbreidingen en de veelvuldig beleden steun voor verdere toetredingen, Nederland voortdurend in een geïsoleerde positie brengt?
Antwoord
De Permanente Vertegenwoordiger te Brussel is formele vervanger in de Raad en zeer wel toegerust om het Nederlandse standpunt gedurende de Raad te verwoorden. Het door u geschetste beeld van enorme politieke weerstand die Nederland telkens zou oproepen bij de rest van de lidstaten in de Raad en Europese Commissie herkennen wij niet.
Vraag 14
Erkent u dat u er tot nu toe niet in bent geslaagd om of het nu gaat om recente, voorgenomen of toekomstige uitbreidingen de rest van Europa tot meer strengheid te bewegen, ondanks het feit dat Nederland de Kopenhagen-criteria, het zgn. ‘absorptiecriterium’ en de uitbreidingsafspraken, die door de Raad al in december 2006 werden gemaakt, allemaal in het nieuwe Verdrag van Lissabon heeft weten vast te leggen?
Antwoord
Nee. De Nederlandse regering is van oordeel dat een consistente implementatie van de EU uitbreidingsstrategie die in december 2006 door de Europese Raad werd aanvaard in de relatie met zowel de kandidaat-lidstaten als de potentiële kandidaat-lidstaten belangrijker is dan ooit. Uitgangspunt van deze strategie is dat het tempo van toenadering tot de EU afhankelijk is van de mate waarin de noodzakelijke hervormingen in de individuele landen worden doorgevoerd. Ieder land wordt op zijn eigen merites beoordeeld. Deze strategie wordt ook in de praktijk toegepast.
Nederland kent een transparant en consequent uitbreidingsbeleid, waarbij het voldoen aan de criteria leidend is. Dit houdt eveneens in dat het tempo van de uitbreiding ook afgestemd dient te zijn op de capaciteit van de Unie om nieuwe leden op te nemen. Nederland zal zich een strenge maar rechtvaardige partner in het uitbreidingsproces blijven betonen.
Vraag 15
Weet u dat recentelijk de Finse minister van Buitenlandse Zaken Nederland psychotherapie heeft voorgeschreven? Denkt u dat groepstherapie, over de wijze van omgang met de EU-uitbreiding niet meer uitkomst kan bieden voor de EU-ministers van Buitenlandse Zaken?
Antwoord
Deze uitspraak berust op een misverstand. Minister Verhagen heeft zijn Finse collega hierover reeds gesproken. Deze heeft hem verzekerd verkeerd geciteerd te zijn.
1) NRC Handelsblad, 27 juli 2009