Kamerbrief inzake beantwoording vragen van het lid Ten Broeke over de eenmansactie van de Tsjechische president om het Verdrag van Lissabon te torpederen
Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Ten Broeke over de eenmansactie van de Tsjechische president om het Verdrag van Lissabon te torpederen. Deze vragen werden ingezonden op 16 oktober 2009 met kenmerk 2009Z19129.
De Minister van Buitenlandse Zaken, De Staatssecretaris voor Europese Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen Drs. F.C.G.M. Timmermans
Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken en de heer Timmermans, Staatssecretaris voor Europese Zaken op vragen van het lid Ten Broeke (VVD) over de eenmansactie van de Tsjechische president om het Verdrag van Lissabon te torpederen.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de poging van de president van Tsjechië, Vaclav Klaus, om te bedingen dat het Handvest van de Grondrechten niet van toepassing zal zijn voor zijn land? 1 Verwijst hij daarbij naar de eventualiteit dat Duitsers die na de Tweede Wereldoorlog uit Tsjechië zijn verdreven, bezit van vroeger zouden terugeisen?
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Heeft president Klaus zich ook in het verleden druk gemaakt over deze kwestie of juist niet? Heeft u aanwijzingen dat op basis van het Handvest een ontwikkeling zoals die nu door president Klaus als argument wordt aangevoerd, zich zou kunnen voordoen?
Antwoord
Tsjechië heeft deze kwestie al eerder aangekaart, o.a. bij de toetreding van Tsjechië tot de Europese Unie. Volgens de Nederlandse regering is de vrees van president Klaus ongegrond, aangezien het Handvest van de Grondrechten en het Verdrag van Lissabon niets veranderen aan de werking van de decreten. Allereerst bevat het Handvest precies hetzelfde recht op bescherming van eigendom als in het EVRM staat, dat al jaren op Tsjechië van toepassing is. Ten tweede kan het Handvest van de Grondrechten niet met terugwerkende kracht worden toegepast. Verder kan het artikel betreffende het recht op eigendom in het Handvest geen afbreuk doen aan het bestaande art. 295 (art. 345 VWEU) dat stelt dat de Verdragen het eigendomsrecht in de lidstaten onverlet laten. Ook het Tsjechische Constitutionele Hof heeft al verklaard dat het Handvest van de Grondrechten in overeenstemming is met de Tsjechische grondwet.
Vraag 3
Is het waar dat de Tsjechische regering de kwestie van de ‘Sudeten Duitsers’ al sinds het toetredingsverdrag opbrengt?
Antwoord
Ja, Tsjechië heeft de kwestie al opgebracht bij de toetredingsonderhandelingen tot de Europese Unie.
Vraag 4
Deelt u de mening dat president Klaus met deze actie feitelijk probeert het Verdrag van Lissabon te traineren?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 7 en 8.
Vraag 5
Heeft de Tsjechische premier, Jan Fischer, vervolgens verklaard dat de door hem voorgezeten regering het betreurt “dat de voorwaarde van de president niet bekend was toen er over het Verdrag van Lissabon werd onderhandeld en evenmin tijdens de goedkeuringsprocedure door het parlement aan de orde werd gesteld”? 2 2)
Antwoord
Ja.
Vraag 6
Heeft premier Fischer niettemin de wens van president Klaus overgenomen?
Antwoord
De Tsjechische regering heeft niet de wens van president Klaus als zodanig overgenomen. Wat de Tsjechische regering wel heeft gedaan is verklaren dat ze bereid zijn de wens van president Klaus op de aankomende Europese Raad te bespreken.
Vraag 7
Wat is de opvatting van de Nederlandse regering over de kennelijke poging van de Tsjechische president om de ratificatie van het Verdrag van Lissabon te traineren resp. tegen te houden?
Vraag 8
Hoe beoordeelt u dit verzoek van Tsjechië tegen de achtergrond van het feit dat zowel premier Fischer als president Klaus hun mandaat danken aan de volksvertegenwoordiging, die reeds heeft ingestemd met het Verdrag van Lissabon, en van het feit dat de voorgaande regering Topolanek, op basis van hetzelfde volksmandaat, wel degelijk reeds in staat was om tijdens de onderhandelingen over de Verdrag van Lissabon een verklaring toe te voegen over het terugnemen van bevoegdheden.
Antwoord op vraag 4, 7 en 8
De Tsjechische president Klaus heeft een grondwettelijk vastgelegde discretionaire bevoegdheid t.a.v. de ratificatie van verdragen. Desalniettemin is de Nederlandse regering van mening dat vanuit democratisch oogpunt er sprake is van een politieke gehoudenheid tot ondertekening, als beide kamers van het parlement het Verdrag van Lissabon reeds hebben goedgekeurd, en alle andere 26 lidstaten het verdrag van Lissabon al geratificeerd hebben. De Nederlandse regering ziet de stellingname van president Klaus als een onnodige vertraging van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon. De Nederlandse regering ziet het Verdrag van Lissabon graag spoedig in werking treden.
1 Zie o.m. het Financieel Dagblad, 13 oktober 2009: “Tsjechië legt eis Klaus voor aan EU-leiders”
2 Zie bijv. NRC Handelsblad, 13 oktober 2009: “Praag vraagt om EU voorbehoud”