Kamerbrief inzake beantwoording vragen van het lid Kox over Getuigen van Jehovah in Eritrea

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Kox over Getuigen van Jehovah in Eritrea. Deze vragen werden ingezonden op 13 juli 2009 met kenmerk 144136-u.


De Minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Kox (SP) over Getuigen van Jehovah in Eritrea.

Vraag 1

Is het u bekend dat in Eritrea in 1994 bij presidentieel besluit het

Staatsburgerschap ontnomen werd van alle in het land wonende Getuigen

van Jehovah omdat deze niet deelnamen aan een landelijk referendum en

militaire dienst weigerden?

Antwoord

Ja.

Vraag 2
Is het u bekend dat momenteel tenminste 42 Getuigen van Jehovah in

Eritrese gevangenissen zitten, om redenen die met hun religie van doen

zouden hebben?

Antwoord

Dit aantal is genoemd in een rapportage van de Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania. Het is niet mogelijk om exacte en verifieerbare gegevens over het aantal gedetineerde Getuigen van Jehovah te achterhalen. De Eritrese overheid geeft geen informatie over de aantallen Getuigen van Jehovah die gedetineerd zijn. Bovendien is volgens Eritrea niet de religie van de betrokkenen de reden van hun detentie, maar het feit dat Getuigen van Yehovah hun dienstplicht niet vervullen.

Vraag 3
Is het u bekend dat zich onder de in gevangenschap verkerende Getuigen van Jehovah zich sinds 27 mei 2005 de 75-jarige Tekle Tesfai bevindt, die

Nederlands staatsburger zou zijn?

Antwoord

Ja. De heer Tekle Tesfai heeft behalve de Nederlandse, ook de Eritrese nationaliteit.

Vraag 4
Bent u bekend met berichten van de Europese Associatie van Getuigen

van Jehovah dat de heer Tesfai in gevangenschap een erg slechte gezondheid heeft en daar aan ernstige ondervoeding lijdt?

Antwoord

De heer Tesfai wordt maandelijks door een medewerker van de Nederlandse ambassade bezocht en krijgt dan tevens zijn maandelijkse gedetineerden-schenking overhandigd. Hiervan wordt door zijn vrouw onder andere extra voedsel gekocht. De heer Tesfaiverkeert in een redelijke gezondheid en lijdt niet aan ondervoeding. Wel heeft de heer Tesfai last van reuma, waarvoor hij medicijnen ontvangt en zijn de omstandigheden in een Eritrese gevangenis voor een vijfenzeventigjarige zwaar.

Vraag 5

Bent u bereid zich in verbinding te stellen met de bevoegde autoriteiten in Eritrea en hen te vragen hoe de gevangenschap van Getuigen van Jehovah zich verhoudt met de uit 1996 daterende Grondwet van Eritrea, die bepaalt in art. 14 (2) dat niemand gediscrimineerd mag worden vanwege zijn religie en in art. 19 (4) dat een iedere de vrijheid heeft zijn religie vrij te beoefenen en bekend te maken?

Antwoord

Zoals ik regelmatig ook aan de Tweede Kamer bericht –nog op 9 maart 2009, kenmerk DAF-231/09 en 9 december 2008, kenmerk DAF-1537/08- komt Nederland in reguliere contacten met de Eritrese autoriteiten voortdurend op het onderwerp mensenrechten terug, en stelt daarbij ook de vrijheid van religie aan de orde.

In januari en mei van dit jaar zijn er in Eritrea op (hoog) ambtelijk niveau met de betrokken autoriteiten gesprekken gevoerd over de mensenrechtensituatie in het land. Daarnaast zijn deze zaken aan de orde gekomen tijdens de artikel 8-dialoog die de Europese Unie met de Eritrese autoriteiten voerde op 5 maart jl.

Tevens zal ik de mensenrechtenambassadeur verzoeken tijdens een eerstvolgend bezoek -dat mogelijk eind dit jaar of begin volgend jaar kan plaatsvinden- zaken als de vrijheid van godsdienst en mensenrechten aan de orde te stellen.

Vraag 6

Bent u bereid om specifieke voorstellen aan de autoriteiten in Eritrea te

doen teneinde de spoedige vrijlating van de Nederlandse staatsburger

Tekle Tesfai te bewerkstelligen?

Antwoord

Tijdens de hierboven genoemde bezoeken is de situatie van de heer Tesfai specifiek aan de orde gesteld, ook op het hoogste niveau. Tevens heeft de ambassade een verzoek om vervroegde vrijlating van de heer Tesfai aan de betreffende instanties gestuurd. Hoewel hierop tot op heden nog niet is gereageerd, wordt de zaak actief bepleit in alle relevante contacten met Eritrese autoriteiten.