Kamerbrief inzake beantwoording vragen van het lid Ferrier over standpunt van de EEPA ten aanzien van de steun van de Europese Unie aan Eritrea

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Ferrier over het standpunt van de EEPA ten aanzien van de steun van de Europese Unie aan Eritrea. Deze vragen werden ingezonden op 3 juli 2009 met kenmerk 2009Z13492.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

Bert Koenders

Antwoorden van de heer Koenders, Minister voor Ontwikkelingssamenwerking op vragen van het lid Ferrier (CDA) over standpunt van de EEPA ten aanzien van de steun van de Europese Unie aan Eritrea.

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van het standpunt van de Europese ontwikkelingsorganisatie EEPA ten aanzien van de steun van de Europese Unie aan Eritrea? 1)

Antwoord

Ja. Zoals blijkt uit het aangehaalde artikel, is EEPA van mening dat de Europese hulp aan Eritrea gestaakt moet worden. EEPA geeft in het aangehaalde artikel echter geen accuraat beeld van de steun van de Europese Commissie aan Eritrea. De Europese Commissie heeft een bedrag van € 122 miljoen voor Eritrea gebudgetteerd onder het tiende Europese Ontwikkelings Fonds (EOF) voor de periode 2008-2013. Het gaat dus om een periode van vijf jaar, en niet van drie jaar, zoals EEPA stelt. Bovendien is het zeer de vraag of het volledige bedrag inderdaad uitgegeven zal worden, zoals EEPA suggereert. Zo bedroegen de werkelijke bestedingen in Eritrea de afgelopen jaren slechts ongeveer de helft van de middelen die voor Eritrea waren begroot. Daarnaast zijn er onder het 10e EOF in beperkte mate voedselhulp- en infrastructuurprogramma’s voorzien.

Vraag 2
Deelt u de mening dat het goed is dat een dergelijke conferentie met vertegenwoordigers van de EU en de VS wordt georganiseerd, zodat er een breder en kritisch debat kan ontstaan over de wijze waarop de EU omgaat met landen zoals Eritrea - waaraan Nederland de ontwikkelingssteun heeft stopgezet wegens de schendingen van de mensenrechten en de onderdrukking van christenen - en Rwanda, waaraan Nederland de geplande begrotingssteun heeft opgeschort gezien de twijfel over betrokkenheid van de Rwandese regering bij vechtende rebellenbewegingen in Congo?

Antwoord

Ik acht het nuttig dat het ontwikkelingsbeleid in een conferentie als deze aan de orde wordt gesteld en dat hierover een breed debat plaats vindt. Uitgangspunt voor de ontwikkelingssamenwerking van de EU is dat de fondsen direct ten goede komen aan de bevolking. Dat is belangrijk gezien de schrijnende armoede en de structurele voedselonzekerheid in het land. Onder het EOF hanteert de Europese Commissie een strikt monitoringsmechanisme. De EU is bijzonder bezorgd over de mensenrechten situatie en de kwaliteit van het bestuur in Eritrea. Het is daarom van groot belang dat in EU verband de artikel 8-dialoog met Eritrea gevoerd wordt. De Europese hulp en de artikel 8-dialoog met Eritrea versterken elkaar en gaan hand in hand. Door middel van bepaalde project interventies kan de EU bijvoorbeeld direct invloed uitoefenen op gevoelige terreinen als het arbeidsrecht. De politieke dialoog acht ik vooral belangrijk om bij de Eritrese autoriteiten aan te dringen op betere naleving van de mensenrechten en om te spreken over Eritrea’s rol in de regio waarbij een totaal isolement van Eritrea moet worden voorkomen. Voorzover mogelijk moet Eritrea op een constructieve manier bij de regio betrokken worden. Nederland zet daar actief op in.

Vraag 3
Bent u dan wel uw ambtenaren voornemens aanwezig te zijn bij de conferentie dit najaar en het Nederlandse standpunt inzake Eritrea uit de dragen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Het Nederlandse beleid inzake Eritrea is algemeen bekend. Nederland heeft zijn bilaterale hulpprogramma afgebouwd, maar vindt het belangrijk om de dialoog met Eritrea voort te zetten om redenen zoals hiervoor aangegeven. Als meer bekend is over de inhoud van het programma, zal ambtelijke deelname overwogen worden.

Vraag 4
Bent u voornemens de start van het Zweeds EU-voorzitterschap en de installatie van de nieuwe Europese Commissie in het najaar aan te grijpen om het EU-ontwikkelingsbeleid aan de orde te stellen, en daarbij met name in te gaan op steun aan landen als Eritrea en de wijze van verlenen van begrotingssteun aan diverse landen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Zoals de Kamer weet, draag ik de Nederlandse visie op het OS-beleid van de EU actief uit. Ik wijs bijvoorbeeld op de recente discussie in de RAZEB/OS van mei jl. over versterking van de beleidsdialoog en de coördinatie rond begrotingssteun, een debat dat op verzoek van Nederland werd gehouden. Deze lijn zal ik ook actief doortrekken onder het Zweedse voorzitterschap. Tevens zal ik de Nederlandse visie onder de aandacht brengen van de nieuwe Commissaris voor Ontwikkelingssamenwerking. Overigens verleent de Europese Commissie geen begrotingssteun aan Eritrea.

1) www.europa-nu.nl , 15 juni 2009: “Hulpverleners willen geen EU-hulp meer voor Eritrea”