Kamerbrief inzake beantwoording vragen van de leden De Nerée tot Babberich en Haverkamp over Britse maatregelen tegen een Iraanse bank en rederij

Graag bied ik u hierbij, mede namens de Staatssecretaris van Financiën, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden De Nerée tot Babberich en Haverkamp over Britse maatregelen tegen een Iraanse bank en rederij. Deze vragen werden ingezonden op 19 oktober 2009 met kenmerk 2009Z19225.


De Minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van de leden De Nerée tot Babberich en Haverkamp (CDA) over Britse maatregelen tegen een Iraanse bank en rederij.

Vraag 1

Kent u het bericht “Britten scherpen sancties jegens Iran alvast aan” 1) evenals het bericht “UK halts trade with Iranian firms over nucleair fears”, waarin wordt gemeld dat tegen de Iraanse scheepsvaartmaatschappij Islamic Republic of Iran Shipping Lines (IRISL) handelsbeperkende maatregelen zijn genomen op grond van de Britse anti-terrorismewetgeving? 2)

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Bent u op de hoogte van de sancties die de Verenigde Staten vorig jaar tegen IRISL hebben afgekondigd, wegens concrete verdenkingen dat het bedrijf betrokken is bij illegale Iraanse (nucleaire) wapenprogramma’s en vanwege het feit dat het bedrijf illegale activiteiten probeert te verhullen door het plegen van valsheid in geschrifte en misleidende praktijken? Indien dat het geval is, heeft dit voor u aanleiding gegeven extra inspecties te houden of bent u van mening dat de reguliere inspecties van de IRISL schepen of schepen die door IRISL zijn gecharterd afdoende zijn geweest? Zo ja, waar baseert u dat op?

Vraag 3

Is het u ook bekend dat de Amerikaanse maatregel aansluit bij Veiligheidsraadresolutie 1803, die lidstaten oproept verdachte IRISL-schepen en toestellen van Iran Air Cargo te inspecteren? Op welke wijze heeft u invulling gegeven aan deze resolutie?

Antwoord

De VS heeft in september 2008 besloten tot bevriezing van de tegoeden van IRISL, omdat men over concrete aanwijzingen zou beschikken dat dit Iraanse scheepvaartbedrijf actief betrokken zou zijn bij de ontwikkeling van het Iraanse nucleaire programma. Daarmee gaat de VS verder dan artikel 11 van VN-Veiligheidsraadresolutie 1803, waarin staten slechts worden opgeroepen om binnen het bestaande internationaal-rechtelijke kader ladingen van IRISL en Iran Air Cargo van en naar Iran te controleren indien er aanwijzingen zijn dat goederen worden vervoerd die kunnen worden ingezet ten behoeve van het Iraanse nucleaire- en/of raketprogramma. De EU heeft deze maatregel destijds overgenomen, eveneens verder aangescherpt door lidstaten te verplichten vrachten van IRISL te inspecteren indien er een vermoeden bestaat dat het om illegale goederen gaat.

Nederland heeft een regime doorgevoerd dat alle vrachten van IRISL en Iran Air Cargo van en naar Iran in de hoogste risicocategorie van de Nederlandse douane plaatst. Dit houdt in dat dergelijke zendingen zeer nauwkeurig worden gecontroleerd door de Douane.

Vraag 4

Heeft u kennisgenomen van het artikel “Vrijhaven terreur?; drijvende bommen uit Iran wel welkom in Rotterdam” 3) waarin verslag wordt gedaan van de Nederlandse activiteiten van IRISL, van de daarbij betrokken Nederlandse scheepvaartonderneming Ahlers en van de kwestie met het in november 2008 in Rotterdam aangekomen IRISL-schip Iran Deyanat? Zo ja, bent u voornemens naar aanleiding van dit artikel stappen te ondernemen? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Ja. Zoals reeds gememoreerd, worden IRISL schepen met goederen van en naar Iran in Nederland aan een minutieuze controle onderworpen, gezien hun plaatsing in de hoogste risicocategorie van de Nederlandse douane. Deze intensieve controles hebben tot op heden niet geleid tot in beslagname van verboden goederen.

Ook de Iran Deyanat is destijds na aankomst in de haven van Rotterdam grondig gecontroleerd door de Nederlandse autoriteiten (douane, politie). Hierbij zijn geen bijzonderheden vastgesteld die zouden wijzen op het mogelijke vervoer van radioactief materiaal en/of wapens.

Vraag 5

Bent u voornemens u aan te sluiten bij de maatregelen die zijn getroffen door de Britse regering, dit met oog op het voeren van één EU-beleid ten aanzien van Iran? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Ik ben een groot voorstander van het voeren van een één EU-beleid ten aanzien van Iran. Daarom wordt binnen het door de EU gevoerde tweesporenbeleid ten aanzien van Iran tevens gekeken naar additionele maatregelen voor het geval het diplomatieke proces niet de gewenste resultaten oplevert. De regering is van mening dat dergelijke maatregelen mede uit oogpunt van effectiviteit bij voorkeur in VN-verband moeten worden opgelegd. Echter, indien de VN-Veiligheidsraad hierover niet tot overeenstemming kan komen is de regering van mening dat indachtig de motie van het lid Voordewind c.s., de EU haar verantwoordelijkheid moet nemen. In dat geval moet de EU, indien mogelijk met gelijkgezinde landen, additionele maatregelen treffen

1) Trouw, 13 oktober 2009

2) Reuters, 12 oktober 2009

3) De Telegraaf, 16 oktober 2009