Kamerbrief inzake beantwoording vragen van de leden Boekesteijn en Ten Broeke over de kritiek Europese Rekenkamer op de bestedingen van NGO's
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Boekestijn en Ten Broeke over de kritiek van de Europese Rekenkamer op de bestedingen van NGO's. Deze vragen werden ingezonden op 11 november 2009 met kenmerk 2009Z21138.
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Bert Koenders
Antwoorden van de heer Koenders, Minister voor Ontwikkelingssamenwerking op vragen van de leden Boekestijn/Ten Broeke (VVD) over Kritiek Europese Rekenkamer op de bestedingen van NGO's .
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel “NGO-industrie in crisis”?
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Is het waar dat slechts 22 procent van het geld ‘in een directe vorm’ naar partners in de Derde Wereld gaat? Zo ja, wat is uw mening hierover?
Antwoord
De cijfers die in dit artikel worden genoemd betreffen een Belgische organisatie (de koepel 11.11.11). Ik heb geen inzicht in de achtergrond van het percentage dat voor deze specifieke NGO wordt gepresenteerd.
Vraag 3
Deelt u de kritiek van het Europees Rekenhof op de gebrekkige wijze waarop NGO’s bijna € 1 miljard uitgeven?
Antwoord
Ik herken mij niet in uw weergave van het oordeel van de Europese Rekenkamer. Het rapport van de Europese Rekenkamer (dat reeds dateert van 25 mei 2009) komt niet tot de conclusie dat NGO’s bijna € 1 miljard “op gebrekkige wijze” uitgeven. Het rapport van de Rekenkamer gaat wel (op basis van een aantal pilots) specifiek in op de procedures van de Europese Commissie die van invloed zijn op de betrokkenheid bij, en effectiviteit van, NGO’s binnen het Europese ontwikkelingssamenwerkingsbeleid.
Op 27 juli jl. nam de Raad conclusies aan over dit rapport (zie bijlage). Zoals ook verwoord in de conclusies van de Raad, onderschrijf ik de oproep van de Rekenkamer aan de Commissie procedures te blijven vereenvoudigen, transparantie te blijven verbeteren en de NGO’s betere en meer eenduidige richtlijnen te blijven geven. Het resultaatgericht beheer waartoe de Europese Commissie reeds is overgegaan voor de monitoring van NGO activiteiten is een goede stap en zal bijdragen aan een verbeterde inzet van de NGO’s.
Vraag 4
Deelt u de mening dat er ‘enorme kloof gaapt tussen de verplichtingen die NGO’s aangaan en de realisaties op het terrein’?
Antwoord
Zoals ik in mijn beleidsnotitie 'Samenwerken, Maatwerk, Meerwaarde' van 14 april 2009 met u deelde, is het maatschappelijk kanaal sinds jaar en dag één van de pijlers van het Nederlandse ontwikkelingsbeleid. Ook ben ik van mening dat binnen het Europese ontwikkelingsbeleid NGO’s betrokken moeten zijn bij zowel beleidsvorming als uitvoering. De Commissie heeft mede naar aanleiding van het Rekenkamerrapport stappen ondernomen om die betrokkenheid te vergroten. Om aanvullende acties te identificeren zal de Commissie in 2010 een dialoog met alle partijen organiseren (‘multi-stakeholder dialogue’) waarbij onderzocht zal worden hoe verdere invulling aan de aanbevelingen uit rapport van de Rekenkamer kan worden gegeven. Het rapport stelt ten aanzien van de inzet van NGO’s dat de beheerssystemen van de Commissie er in het algemeen voor zorgen dat de door NGO’s uitgevoerde projecten relevant zijn en waarschijnlijk tot de beoogde resultaten leiden. Er wordt derhalve in het rapport geen kloof vastgesteld tussen de doelstellingen van de Commissie en de resultaten die worden gerealiseerd.
Vraag 5
Hoe beoordeelt u de aantijgingen dat ‘veel projecten niet goed worden uitgevoerd terwijl volledige en betrouwbare gegevens ontbreken’, ‘kwantiteit belangrijker lijkt te zijn dan kwaliteit’ en dat ‘veel projecten niet duurzaam zijn’?
Antwoord
Het rapport stelt dat te veel aandacht uitgaat naar technisch administratieve procedures in met name de beginfase van projecten. Dit vergroot de kans op vertragingen en brengt risico’s met zich mee voor de doeltreffendheid en duurzaamheid van de projecten. Uit het Rekenkameronderzoek komt naar voren dat grotere NGO’s beter presteren dan kleinere. De Commissie geeft aan te zullen onderzoeken hoe samenwerking kan worden bevorderd tussen enerzijds de NGO’s die de capaciteit om projecten langer te ondersteunen en anderzijds kleinere NGO’s. Daarnaast wordt via betere kwalitatieve monitoring zorg gedragen voor betere controle op duurzaamheid van projecten.
Vraag 6
Wat is er waar van de bewering in het artikel dat de meeste lobbyorganisaties op het terrein van ontwikkelingssamenwerking weigeren zich als zodanig te registreren bij de Commissie?
Antwoord
De bewering in het artikel dat de meeste lobbyorganisaties op het terrein van ontwikkelingssamenwerking zich weigeren te registreren bij de Commissie is maar ten dele juist.
De koepelorganisatie voor Europese NGO’s op het gebied van ontwikkelingssamenwerking (Concord) is geregistreerd. Concord vertegenwoordigt ruim 1200 €pese NGO’s, waarvan de grotere ook separaat zijn geregistreerd.
De veelal kleinere NGO’s zijn niet geregistreerd, mede omdat zij hun lobbywerk door Concord laten doen.
Registratie is overigens vrijwillig. De Europese Commissie heeft dit vrijwillige register opgezet in het kader van het Europees Transparantie-initiatief. Zij wil daarmee het publiek laten weten welke algemene of specifieke belangengroepen het besluitvormingsproces van de Europese instellingen beïnvloeden en welk budget zij daarvoor hebben. Organisaties die zich inschrijven kunnen zo duidelijk maken dat zij transparant en legitiem te werk gaan. Door zich in te schrijven beloven zij zich aan de gedragscode te houden, en dat acht de Regering een goede zaak.
Vraag 7
Gaat u deze kritiekpunten tijdens een komend samenzijn met uw Europese collega’s aan de orde stellen?
Antwoord
Uitvoeringsaspecten van de programma’s van de Commissie komen aan de orde in de comités. Daarnaast houdt de Raad zeer regelmatig besprekingen over de kwaliteit van de communautaire hulp. Zo werd tijdens de Raad van 17 november jl. gesproken over hulpeffectiviteit. De Commissie reageerde reeds schriftelijk op het rapport en de Raad van 27 juli 2009 nam daarover conclusies aan. De reactie en inzet van de Commissie om de betrokkenheid van NGO’s bij ontwikkelingssamenwerking te verbeteren, zijn voor mij op dit moment afdoende.
Vraag 8
Indien de NGO’s hun gedrag niet verbeteren, bent u dan van plan de Nederlandse bijdrage aan de EU stop te zetten?
Antwoord
De Nederlandse bijdrage aan de EU en aan het EOF zijn verankerd in verdragen waaraan ook de Tweede Kamer unaniem goedkeuring heeft gegeven. Stopzetting van de Nederlandse bijdrage naar aanleiding van uitvoeringskwesties is niet aan de orde.