Kamerbrief inzake aanvullende informatie op de geannoteerde agenda van de informele RAZEB (Gymnich) 4 en 5 september
Graag bieden wij u hierbij de aanvullende informatie op de geannoteerde agenda aan van de informele Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (‘Gymnich’) van 4 en 5 september 2009.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
De Staatssecretaris voor Europese Zaken,
Drs. F.C.G.M. Timmermans
Aanvullende informatie op de geannoteerde agenda van de informele Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (‘Gymnich’) van 4 en 5 september 2009
Iran
De ministers zullen spreken over de ontwikkelingen in Iran, inclusief het nucleaire dossier en de relatie met het Midden-Oosten Vredesproces. Over Iran ging ter voorbereiding van het Algemeen Overleg op 1 september uw Kamer een brief van de regering toe met kenmerk dam-536/09, waarin is opgenomen het Nederlandse standpunt ten aanzien van Iran zoals dit ook bij het Gymnich zal worden ingebracht.
Relaties met landen van het Oostelijk Partnerschap
Zoals gebruikelijk zullen de ministers van Buitenlandse Zaken van de kandidaat-lidstaten (Kroatië, Macedonië en Turkije) aan het einde van het Gymnich-overleg hun opwachting maken om met hun ambtgenoten uit de EU-lidstaten van gedachten te wisselen over één of meerdere actuele thema’s. Dit keer zal worden gesproken over de relaties met zes landen van het Oostelijk Partnerschap.
Nederland is van oordeel dat het Oostelijk Partnerschap een belangrijke stimulans kan vormen voor de uitvoering van een ambitieuze hervormingsagenda in de oostelijke buurlanden, door gerichte ondersteuning van hervormingsprocessen, economische samenwerking en nauwere contractuele relaties met de EU. Daarbij denkt Nederland onder meer aan versterking van de rechtsstaat, verscherping van de grensbewaking, bestrijding van mensenhandel, energiesamenwerking en verbetering van het investerings- en ondernemingsklimaat. De landen die deelnemen aan het Oostelijk Partnerschap, inclusief Wit-Rusland, moeten voldoen aan duidelijke voorwaarden op het gebied van democratie, rechtsstaat en markthervorming om optimaal gebruik te kunnen maken van de mogelijkheden die het partnerschap biedt. Anders dan voor de kandidaat-lidstaten is een lidmaatschapsperspectief voor de oosterburen niet aan de orde.