“In de voetsporen van Norbert Schmelzer”
Gelegenheid:Dames en heren,
Het doet me bijzonder veel plezier hier vanmiddag aanwezig te zijn bij de presentatie van een aantal particuliere archieven door het Nationaal Archief. Deze bijeenkomst staat in het teken van Norbert Schmelzer en ook dat doet me plezier, want Norbert Schmelzer neemt voor mij een bijzondere plaats in in het rijtje voorgangers. Ik heb veel aan hem te danken. Hij was het, die mij twintig jaar geleden scoutte voor het Europees Parlement en binnen het CDA heb ik hem altijd als één van mijn belangrijkste leermeesters beschouwd. Voor mij was de cirkel rond toen ik, net aangetreden als minister van Buitenlandse Zaken, een coreferaat hield tijdens de Norbert Schmelzer-lezing, die het CDA jaarlijks organiseert. Norbert en zijn vrouw Daphne zaten toen op de voorste rij. Een mooi moment – ik dacht: “nu ben ik echt in je voetsporen getreden.”
Zeker ook omdat ik in die lezing het belang van Europa voor de toekomst van Nederland centraal stelde – een ideaal waar Norbert ook heilig in geloofde. Zo schreef hij over Europa: “In een wereld vol onrecht en conflicten blijf ik het, ondanks alle tegenslagen en crises, ervaren als een voorrecht om deel uit te maken van, en te kunnen bijdragen aan deze democratische gemeenschap waarin niet alleen fundamentele mensenrechten worden erkend, maar die er ook naar streeft in solidariteit over grenzen heen te kijken.
Deze gemeenschap kan de wereldrechtsorde versterken op zoveel gebieden: milieu, ontwikkelingssamenwerking, handelspolitiek, justitiële samenwerking.” Die woorden zijn allerminst achterhaald of verouderd, ze mogen nog steeds ter inspiratie dienen! De EU kan inderdaad een verschil maken in de wereld, een verschil dat goed is voor Nederland, mits de Unie daar ook op wordt toegerust en ook het Europees Veiligheids- en Defensiebeleid een serieuze tak van sport wordt, wat het ten tijde van Schmelzer natuurlijk nog niet was.
In mijn eerste herinneringen aan de Nederlandse politiek speelt Norbert Schmelzer al een prominente rol. ‘De Nacht van Schmelzer’ natuurlijk – ik was toen een mannetje van net tien jaar en begreep zeker niet de ins en outs van wat daar in Den Haag allemaal gebeurde, maar er werd bij ons thuis wel over gesproken, absoluut, het was een big deal wat daar was voorgevallen: een fractie die zijn eigen kabinet ten val bracht. Schmelzer zelf schreef dat hem sinds die nacht een onbetrouwbaar imago werd aangemeten: “De naam ‘Schmelzer’ stond voortaan voor het slimste jongetje van de klas met vier bijbedoelingen achter iedere zin.” Ik zal u eerlijk zeggen dat ik me ook in dat opzicht wel een beetje met Norbert verwant voel. Het is niet alleen omdat we beiden lange tijd fractievoorzitter waren. Het is niet alleen omdat ook ik minister van Buitenlandse Zaken ben geworden. En het is niet alleen vanwege onze gedeelde inhoudelijke prioriteiten: Europa, mensenrechten, de trans-Atlantische betrekkingen.
Ik identificeer me juist ook met Norbert Schmelzer omdat we hetzelfde type politicus zijn. Qua stijl zie ik veel overeenkomsten tussen ons beiden. Niet dat ik denk dat er snel een boek over het verschijnsel Verhagen geschreven zal worden – hoewel het wel goed allitereert – en ik ben ook geenszins van plan het kabinet binnenkort te laten vallen - maar ik zie wel een aantal overeenkomsten in de manier waarop hij en ik de zaken aanpakken, en de associaties die dat bij anderen oproept. Wim Kan noemde Schmelzer een gladde teckel. Zelf ben ik wel met een rat vergeleken. Norbert verzamelde sindsdien beeldjes van teckels.
Dat zal ik niet doen: ik vind een rat niet zo’n gezellig dier om thuis op de schouw te zetten. Maar laten we het er wel op houden dat wij in ieder geval beiden politieke dieren zijn – en daar ook lol aan beleven.
Het zou Norbert Schmelzer echter zeer tekort doen als hij vooral zou worden herinnerd door de karakterisering van Wim Kan. De bijdrage die hij aan de Nederlandse politiek heeft geleverd, reikt vele malen verder dan die ene nacht. Het mooiste dat ik van hem opgepikt heb is uit het boek van Ammerlaan. Je moet voor je een vergadering in gaat weten waarmee je naar buiten komt. Als fractievoorzitter heb ik daar veel plezier aan beleefd en ook nu in het Europese vergadercircuit komt dat van pas. Dat komt niet vanzelf, dat vraagt goede voorbereiding, coalitievorming en weten wanneer je wat waar en hoe zegt. Schmelzer was intelligent, scherp, een strateeg met een vooruitziende blik. Hij was ook niet bang zijn nek uit te steken: zo werkte hij als minister van Buitenlandse Zaken mee aan de toelating van de Volksrepubliek China tot de Verenigde Naties en erkende hij de DDR. Hij ging omstreden zaken niet uit de weg, integendeel, hij drukte er zijn eigen stempel op.
Eén verschil zie ik wel tussen ons en dat betreft de nauwgezetheid waarmee Norbert zijn archief heeft bijgehouden. De heer Gaemers van het Nationaal Archief heeft u daar net het een en ander van laten zien. Als historicus vind ik dat buitengewoon interessant en ik begrijp ook heel goed dat journalisten en onderzoekers veel baat kunnen hebben bij aantekeningen, notities en gedachtespiegelingen die destijds zijn opgetekend. Het plaatst de besluitvorming van weleer in context, het helpt om zaken achteraf te duiden. Ik lees zelf ook altijd graag dit soort beschouwingen terug – analyses die gebaseerd zijn op dagboekaantekeningen en ander materiaal. Amerikaanse politici hebben er een hele sterke traditie in, daar worden zelfs complete bibliotheken aan voormalige presidenten gewijd – dan pakken wij het in Nederland nog uiterst bescheiden aan. Maar ook ons Nationaal Archief heeft een belangrijke rol in het toegankelijk maken van deze waardevolle informatiebronnen.
Zelf ben ik helaas wat chaotischer van aard, ik pen niet alles neer in handige zakboekjes. Aan de andere kant beschikken politici vandaag de dag weer over andere hulpmiddelen om de geschiedenis op te tekenen. We hebben nu websites, weblogs, twitter…elektronische mogelijkheden waar Schmelzer en anderen nog geen gebruik van konden maken. Welke invloed de IT-revolutie zal hebben op de geschiedschrijving is een vraag die pas in de toekomst beantwoord zal kunnen worden, maar dat de archieven zoals Schmelzer en zijn tijdgenoten die bijhielden steeds meer een zaak van het verleden zullen worden, lijkt onvermijdelijk. Daarom stemt deze middag ook een beetje melancholisch: vervlogen tijden worden door de presentatie van deze archieven weer een beetje tastbaar. Ik begrijp dat één van de archivarissen in Schmelzer’s archief zelfs een pennenvruchtje heeft teruggevonden van een wel heel jonge Maxime Verhagen – daar ben ik natuurlijk wel nieuwsgierig naar, naar dat werkstuk van mijn eigen hand dat hij kennelijk de moeite waard vond om te bewaren.
Dames en heren,
Norbert Schmelzer noemde zichzelf ‘onverbeterlijk’, in de zin dat hij een fundamentele motivatie bezat om de publieke zaak te dienen. Zeker beleefde hij plezier aan het spelelement, aan rivaliteit in het politieke krachtenveld, zeker ontleende hij een kick aan de spanning die het vak met zich meebracht. Hij had ambitie en was ijdel. Allemaal waar. Maar tegelijkertijd, zo schreef hij zelf, kun je een langjarige politieke loopbaan niet volhouden zonder ook een rotsvast ideaal te hebben. Er moet iets zijn waarvoor je het doet. Iets dat boven jezelf uitstijgt, een doel dat verder reikt dan ambitie of ijdelheid. Ik begrijp precies wat hij bedoelt. En ik weet zeker dat zijn motivatie, zijn innerlijke drijfveer, ook uit zijn archief zal spreken. Daar kende ik hem goed genoeg voor.
Dank u wel.