Beantwoording vragen van het lid Van Bommel over zweepslagen voor een 75-jarige vrouw in Saudi-Arabië

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Bommel over zweepslagen voor een 75-jarige vrouw in Saudi-Arabië. Deze vragen werden ingezonden op 17 maart 2009 met kenmerk 2009Z04777.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Van Bommel (SP) over zweepslagen voor een 75-jarige vrouw in Saudi-Arabië.

Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het bericht van de veroordeling in Saudi-Arabië van een 75-jarige vrouw tot 40 zweepslagen en vier maanden gevangenisstraf omdat ze contact had met twee mannen die geen familie zijn? 1)

Antwoord
Ja

Vraag 2
Deelt u de opvatting dat dit een barbaarse straf is die veroordeeld moet worden? Indien ja, bent u bereid daartegen te protesteren bij de regering van Saudi-Arabië? Indien nee, waarom niet?

Vraag 3
Is deze straf overeenkomstig het geldend recht in Saudi-Arabië? Indien ja, bent u bereid bij de Saoedische regering aan te dringen op aanpassing daarvan?

Antwoord
De toepassing van lijfstraffen in Saudi-Arabië is gebaseerd op de islamitische wetgeving zoals vastgelegd in de ‘sha’ria’. Het is in Saudi-Arabië verboden voor vrouwen om alleen in het gezelschap te verkeren van een man met wie zij geen familierelatie hebben.

Ik deel uw zorg omtrent de uit te voeren straf. Het toepassen van lijfstraffen als zweepslagen vormt een schending van het recht op lichamelijke integriteit en is in strijd met het verbod op wrede, onmenselijke en vernederende behandeling of bestraffing, zoals neergelegd in verschillende internationale mensenrechtenverdragen. Nederland veroordeelt dergelijke straffen daarom ten stelligste

Tijdens de Universal Periodic Review van Saudi Arabië begin februari in Genève was er veel kritiek op de toepassing van lijfstraffen en op discriminerende wetgeving ten aanzien van vrouwen. Ook Nederland heeft bij die gelegenheid kritische vragen gesteld.

De veroordeling van de 75-jarige weduwe met Syrische nationaliteit werd in maart 2009 uitgesproken, een jaar na de aanhouding. Zowel de vrouw, als de beide mannen werden tot gelijkwaardige straffen veroordeeld. De zaak is nog onder de rechter. De weduwe is in hoger beroep gegaan.

Afhankelijk van de uitkomst van het hoger beroep, zal Nederland de zaak al dan niet in EU-verband, aankaarten bij de Saudi autoriteiten.

Ook ik zal afhankelijk van het verloop van het proces de zaak opbrengen tijdens mijn bezoek aan Saudi-Arabië in mei a.s.

Nederland heeft zich in voorkomende gevallen, bilateraal en in EU-verband, krachtig uitgesproken over de mensenrechtensituatie in Saudi-Arabië, ook over marteling en wrede, onmenselijke en vernederende behandeling of bestraffing. Diverse malen is gewezen op de universaliteit van mensenrechten, waarbij is onderstreept dat culturele of religieuze gebruiken en tradities nooit als rechtvaardiging kunnen dienen voor mensenrechtenschendingen.

1) De Telegraaf, 9 maart 2009: “Bejaarde vrouw krijgt zweepslagen”
http://www.telegraaf.nl/binnenland/3434131/__Bejaarde_vrouw_krijgt_zweepslagen__.html

en Het Parool, 10 maart 2009: “Zweep voor 'zedeloze' weduwe”
http://www.parool.nl/parool/nl/225/Buitenland/article/detail/206184/2009/03/10/Zweep-voor-zedeloze-weduwe.dhtml