Beantwoording vragen van het lid Van Bommel over kernwapens

Graag bied ik u hierbij, mede namens de Minister van Defensie, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Bommel over kernwapens. Deze vragen werden ingezonden op 9 april 2009 met kenmerk 2009Z06734.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Minister van Defensie, de heer Van Middelkoop, op vragen van het lid Van Bommel (SP) over kernwapens.

Vraag 1
Deelt u de opvatting van de Duitse minister van Buitenlandse Zaken, Steinmeier, dat ook Amerikaanse kernwapens die in Duitsland zijn geplaatst tot onderwerp van bespreking over nucleaire ontwapening moeten worden gemaakt?1 Indien nee, waarom niet?

Vraag 2
Deelt u de opvatting dat Amerikaanse tactische kernwapens, toegewezen aan NAVO-lidstaten in Europa, onderdeel moeten zijn van onderhandelingen over nucleaire ontwapening? Indien nee, waarom niet?

Vraag 3
Bent u bereid de in Nederland gestationeerde kernwapens ook tot onderwerp van bespreking te maken, teneinde de Amerikaanse kernwapens uit Nederland te doen terugtrekken? Indien nee, waarom niet? Zo ja, wanneer?

Antwoord
De regering zet zich samen met NAVO bondgenoten, waaronder Duitsland, in om ontwapening en wapenbeheersing systematisch onderdeel te laten zijn van de besprekingen in de NAVO. De regering is van mening dat juist een op veiligheid gerichte organisatie als de NAVO zich tevens moet richten op nucleaire en conventionele ontwapening. In de Verklaring inzake Bondgenootschappelijke Veiligheid, die op de laatste NAVO-top van 3 en 4 April 2009 te Straatsburg/Kehl is aangenomen, is expliciet opgenomen dat de NAVO een rol blijft spelen op het terrein van wapenbeheersing en het bevorderen van nucleaire en conventionele ontwapening.

Het NAVO-beleid heeft als uitgangspunt dat het bondgenootschap nucleaire capaciteit in Europa zal handhaven op het minimum niveau dat benodigd is voor de handhaving van vrede en stabiliteit. Wijziging van dit beleid kan slechts tot stand komen in goed overleg met alle bondgenoten. Eenzijdige ontwapening is op dit moment contraproductief. Daardoor zou de NAVO slechts invloed verliezen en zich à priori buiten het internationale debat over non-proliferatie en ontwapening plaatsen.

1: Tagesspiegel, 7 april 2009: “Relikte aus dem Kalten Krieg” www.tagesspiegel.de/politik/art771,2768257