Beantwoording vragen van de leden Wiegman-van Meppelen Scheppink en Voordewind over ontwikkelingen in de oostelijke buurlanden Moldavië, Wit-Rusland en Georgië
Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Wiegman-van Meppelen Scheppink en Voordewind over de ontwikkelingen in de oostelijke buurlanden Moldavië, Wit-Rusland en Georgië en de gevolgen hiervan voor het af te sluiten Oostelijk Partnerschap. Deze vragen werden ingezonden op 21 april 2009 met kenmerk 2009Z07618.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
De Staatssecretaris voor Europese Zaken,
Drs. F.C.G.M. Timmermans
Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken en de heer Timmermans, Staatssecretaris voor Europese Zaken op vragen van de leden Wiegman-van Meppelen Scheppink en Voordewind (ChristenUnie) over ontwikkelingen in de oostelijke buurlanden Moldavië, Wit-Rusland en Georgië en de gevolgen hiervan voor het af te sluiten Oostelijk Partnerschap.
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van de berichten over schending van mensenrechten tijdens protestacties in Moldavië? 1) Bent u ervan op de hoogte dat de schendingen zo ernstig zijn dat er dodelijke slachtoffers te betreuren zijn, dat zich onder de vele gevangenen ook minderjarigen bevinden en dat er grote aantallen gewonden zijn?
Vraag 2
Bent u ervan op de hoogte dat ook de vrijheid van meningsuiting onder druk staat nu de pers sterk wordt gecontroleerd door de overheid en dat er journalisten, met name uit Roemenië, het land zijn uitgezet?
Vraag 3
Hoe beoordeelt u deze ontwikkelingen, mede in het licht van de voorbereidingen die getroffen worden om op 7 mei aanstaande tijdens de Top in Praag het Oostelijk Partnerschap van start te laten gaan en de door u ingebrachte randvoorwaarden in deze samenwerking, te weten: democratie, de rechtstaat en de eerbiediging van mensenrechten? 2)
Vraag 4
Bent u bereid zowel in bilateraal als in Europees verband uw zorgen over deze gebeurtenissen aan de regering van Moldavië kenbaar te maken en hen ertoe te bewegen alles in het werk te stellen om een einde te maken aan het geweld en naleving van mensenrechten en vrijheid van meningsuiting te bevorderen?
Antwoord
Wat betreft onze beoordeling van de berichten over mensenrechtenschendingen en beknotting van de media in Moldavië, alsmede de Nederlandse reactie in Europees en bilateraal verband, verwijzen wij naar de brief aan Uw Kamer van 22 april jl. inzake de politieke situatie in Moldavië die wij samen met heer Koenders, Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, hebben gezonden.
Uitsluiting van Moldavië van de Top over het Oostelijk Partnerschap op 7 mei jl. in Praag was volgens ons niet het juiste antwoord op de zorgelijke ontwikkelingen in dat land. De huidige politieke situatie in Moldavië onderstreept het belang van het Oostelijk Partnerschap, dat kan bijdragen aan de transformatie en modernisering van de oostelijke buurlanden, zoals we ook reeds tijdens het Algemeen Overleg RAZEB van 23 april jl. besproken hebben met de Kamer.
Vraag 5
Bent ervan op de hoogte dat de Wit-Russische overheid geweigerd heeft de Belarusian Christian Democracy (BCD) partij te erkennen en dat in de aanloop naar een beslissing over het al dan niet erkennen van de BCD als officiële partij, velen mensen onder druk zijn gezet om hun steun voor deze partij in te trekken?
Antwoord
Ja. Wij verwijzen naar de brief van 8 mei jl. die minister Verhagen over deze kwestie aan Uw Kamer heeft gestuurd n.a.v. het Algemeen Overleg met Uw Kamer op 2 april jl. inzake betrekkingen van de EU met de oostelijke buurlanden. Overigens hebben enkele mensenrechtenambassadeurs van EU-landen (o.a. van Nederland) tijdens hun bezoek aan Minsk februari jl. aandacht gevraagd voor de bestaande registratieproblemen van maatschappelijke organisaties.
Vraag 6
Hoe beoordeelt u deze beperking van de vrijheid van meningsuiting en de belemmering van de ontwikkeling van de democratie, mede in het licht van het Oostelijk Partnerschap?
Antwoord
Nederland blijft zich zorgen maken over de mensenrechtensituatie en democratisering in Wit-Rusland. Mede dankzij Nederland heeft de EU voorwaarden gesteld aan de intensivering van de betrekkingen met de oostelijke buurlanden. Voortgang op het gebied van democratie, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten zijn belangrijke randvoorwaarden voor verdergaande samenwerking.
Vraag 7
Bent u, gelet op de aanhoudende protesten in Georgië, bereid in EU-verband aan te dringen op het voorkomen van geweld door de Georgische overheid, zeker nu de protesten nog vreedzaam zijn? Bent u bereid aan te dringen op een dialoog, met een bemiddelende rol voor de EU?
Antwoord
Nederland steunt de inspanningen van de EU om de dialoog tussen de oppositie en de regering te bevorderen. De in Tbilisi residerende EU-ambassadeurs hebben op 27 maart jl. na overleg met enkele vertegenwoordigers van de oppositie een verklaring uitgebracht, waarin zowel de regering als de oppositie werd opgeroepen af te zien van geweld en een constructieve dialoog met elkaar aan te gaan. N.a.v. de al enkele weken durende impasse tussen de regering en de oppositie hebben de EU-ambassadeurs hun oproep op 24 april jl. herhaald. Het EU-voorzitterschap heeft op 7 april jl. voorafgaand aan de door de oppositie geplande demonstraties in een verklaring beide zijden opgeroepen de geplande demonstraties geweldloos te laten verlopen. Daarnaast spreekt de Speciaal Vertegenwoordiger van de EU voor de Zuidelijke Kaukasus, de heer Semneby, regelmatig met zowel de regering als de oppositie en is tijdens de EU-mensenrechtendialoog met Georgië op 28 april jl. ook gesproken over de situatie. Tevens hebben wij in bilateraal verband het belang van dialoog benadrukt, zoals tijdens het bezoek van minister Verhagen aan Georgië op 11 en 12 februari jl. Inmiddels heeft president Saakashvili de oppositie aangeboden om te spreken over o.a. herziening van de Kieswet en (rechtstreekse) verkiezing van de burgemeester van Tbilisi.
Vraag 8
Is de verslechterde situatie in Moldavië, Georgië en Wit-Rusland ten aanzien van mensenrechten, vrijheid van meningsuiting en (politieke) stabiliteit voor u reden de start van het Oostelijk Partnerschap op dit moment te heroverwegen en bent u bereid hiervoor actief steun te verwerven bij uw Europese collega’s vóór 7 mei, de datum waarop het Oostelijk Partnerschap van start zal gaan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Nee, de ontwikkelingen in Moldavië, Georgië en Wit-Rusland onderstrepen juist het belang van het Oostelijk Partnerschap, dat kan bijdragen aan transformatie en modernisering van de oostelijke buurlanden.
Het Oostelijk Partnerschap is een politiek proces dat met de Top van 7 mei jl. van start is gegaan. Zoals wij hebben geschreven in onze brief aan Uw Kamer van 13 maart jl. inzake de betrekkingen met de oostelijke buurlanden, zal Nederland de komende jaren blijven inzetten op aandacht voor mensenrechten in de relatie tussen de EU en de oostelijke buurlanden, onder meer in het kader van het Oostelijk Partnerschap, alsook op strikte handhaving van het conditionaliteitsbeginsel: verdere geïntensiveerde samenwerking met de EU is afhankelijk van voortgang op het terrein van de mensenrechten.
1) - NRC Handelsblad, 16 april 2009: “Botbreuken na politiegeweld. Mensenrechten in Moldavië massaal geschonden tijdens protestacties”
http://www.nrc.nl/buitenland/article2214623.ece/Mensenrechten_in_Moldavie_massaal_geschonden
- Amnesty International, 15 april 2009: “Protect peaceful Moldovan protesters from police ill-treatment”
2) Ministerie van Buitenlandse Zaken, 2 april 2009: “Verhagen: ‘Oostelijk Partnerschap geen voorportaal voor toetreding tot EU’” http://www.minbuza.nl/nl/actueel/nieuwsberichten,2009/04/oostelijk-partnerschap-geen-voorportaal-voor-de-eu.html