Beantwoording vragen van de leden Ormel en Van de Camp over het Bulgarije-rapport van de Raad van Europa

Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Ormel en Van de Camp over het Bulgarije-rapport van de Raad van Europa. Deze vragen werden ingezonden op 9 april 2009 met kenmerk 2009Z06777.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen

De Staatssecretaris voor Europese Zaken,
Drs. F.C.G.M. Timmermans

Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken en de heer Timmermans, Staatssecretaris voor Europese Zaken op vragen van de leden Ormel en Van de Camp (CDA) over het Bulgarije-rapport van de Raad van Europa.

Vraag 1
Wat is uw oordeel over het Bulgarije rapport van de monitoring commissie van de parlementaire assemblee van de Raad van Europa?

Antwoord
Het betreft hier een notitie van een lid van het Monitorings Comité van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa. De notitie is opgesteld naar aanleiding van een bezoek in het kader van de post-monitoringsdialoog en gaat in op een aantal tekortkomingen die ook in de voortgangsrapporten in het kader van het Coöperatie- en Verificatiemechanisme (CVM) van de Europese Commissie aan de orde zijn gekomen. Ik kan mij in algemene zin vinden in de kritische toon die wordt gebezigd.

Vraag 2
Deelt u de conclusies dat het justitieel systeem slechts cosmetische veranderingen heeft ondergaan?

Antwoord
De visie van de regering ten aanzien van de hervormingen in Bulgarije, ook voor wat betreft het justitieel systeem, is weergegeven in brieven aan Uw Kamer d.d. 28 augustus 2008 en 17 februari 2009. In laatstgenoemde brief stelt de Staatssecretaris voor Europese Zaken dat uit eigen waarnemingen, alsook uit de rapporten van de Commissie, blijkt dat Bulgarije (en Roemenië) tussen augustus 2008 en februari 2009 op onderdelen van de ijkpunten van het CVM vooruitgang hebben geboekt. Dat geldt ook voor het justitiële systeem. In diezelfde brief stelde de Staatssecretaris dat de Bulgaarse regering, met het oog op het zomerrapport van de Europese Commissie, substantiële en onomkeerbare resultaten ten aanzien van de ijkpunten van het CVM zal moeten behalen.

Vraag 3
Worden deze conclusies betrokken bij het nog op te stellen voortgangsrapport van de Europese Commissie?

Antwoord
De Europese Commissie baseert haar bevindingen voor de voortgangsrapporten op informatie die ze van de Bulgaarse autoriteiten krijgt alsmede op eigen informatievergaring. Vanzelfsprekend betrekt de Commissie bij haar rapportage ook informatie die zij van andere relevante organisaties ontvangt, waaronder de Raad van Europa.

Vraag 4
Kunt u een overzicht geven van voorstellen die de EC kan doen voor mogelijk in te stellen sancties zoals restricties aan de toetreding tot de Schengen zone en deelname aan de JBZ-Raad?

Antwoord
De Commissie kan, op basis van de Toetredingsakte, op eigen initiatief, dan wel op basis van een met redenen omkleed verzoek van een lidstaat en na overleg met de lidstaten, overgaan tot het inroepen van vrijwaringsmaatregelen. Dit is evenwel nu niet aan de orde. Zoals wij bij eerdere gelegenheid te kennen hebben gegeven zou de Commissie bij geconstateerd gebrek aan voortgang in het zomerrapport gepaste maatregelen moeten voorstellen.