Beantwoording vragen van de leden Omtzigt, Van de Camp en Haverkamp over uitspraak Turkse rechtbank inzake het Mor Gabriël-klooster
Graag bied ik u hierbij, mede namens de Staatssecretaris voor Europese Zaken, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Omtzigt, Van de Camp en Haverkamp over uitspraak Turkse rechtbank inzake het Mor Gabriël-klooster in Turkije.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de heer Timmermans, Staatssecretaris voor Europese Zaken, op vragen van de leden Omtzigt, Van de Camp en Haverkamp (allen CDA) over uitspraak Turkse rechtbank inzake het Mor Gabriël-klooster in Turkije. (Ingezonden 28 april 2009)
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het feit dat de rechtbank in de Turkse stad Midyat woensdag voor de vijfde keer de zaken rond de mogelijke onteigening van de gronden van het eeuwenoude christelijke Mor Gabriel klooster verdaagd heeft, terwijl de internationale gemeenschap aanwezig was? Is het in uw ogen normaal dat een civiele zaak vijf maal ter zitting verdaagd wordt? 1)
Antwoord
Het besluit om een zitting te verdagen behoort tot de competentie van de Turkse rechter. In de Turkse rechtsgang is het niet ongebruikelijk dat rechtszittingen meerdere malen worden verdaagd. Bovendien zijn onderhavige rechtszaken complex en onderling sterk samenhangend.
Vraag 2
Op welke wijze was de Nederlandse regering vertegenwoordigd bij de rechtszaak en welk verslag is uitgebracht over de rechtsgang? Welke Europese afstemming heeft in dit proces plaatsgevonden?
Antwoord
Bij genoemde rechtszaak waren namens de Europese Unie vertegenwoordigers van de Europese Commissie en de Duitse Ambassade aanwezig. De ontwikkelingen omtrent Mor Gabriël worden nauwlettend gevolgd, niet alleen door de Nederlandse regering, maar ook door een aantal andere EU-lidstaten. Tussen de EU-ambassades vindt afstemming plaats wat betreft aanwezigheid bij deze rechtszittingen.
Vraag 3
Is het waar dat op vrijdag 24 april in het dorp Üçköy en zes andere omliggende dorpen rond het klooster de eigendomsbewijzen van het nieuwe Turkse kadaster worden uitgereikt in aanwezigheid van de gouverneur van de provincie Mardin en minister Beşir Atalay van Binnenlandse Zaken en dat ook de internationale gemeenschap daarbij is uitgenodigd? Bent u bereid Nederland daar te laten vertegenwoordigen en aan de Kamer terug te rapporteren of de kadastrale metingen naar behoren zijn verlopen volgens de daar levende mensen, inclusief de Syrisch-Orthodoxe gemeenschap?
Vraag 4
Hoe duidt u dat nu voor de eerste keer in de geschiedenis eigendomsrecht wordt gegeven aan de Syrisch-Orthodoxe gemeenschap, in het licht van godsdienstvrijheid in Turkije?
Antwoord
Op 24 april jl. heeft inderdaad de uitreiking van eigendomsbewijzen plaatsgevonden. Namens de EU, waren vertegenwoordigers van de Belgische en Bulgaarse Ambassade bij de ceremonie op 24 april jl. aanwezig. De Turkse overheid werd vertegenwoordigd door de Gouverneur van Mardin en de Directeur-Generaal van het Kadaster.
Turkije werkt al geruime tijd aan actualisering van zijn Kadaster en de uitgifte van eigendomsbewijzen. Inmiddels is een groot deel van de landmetingen afgerond, waaronder ook in de provincie Mardin. De uitreiking van eigendomsbewijzen aan leden van de Syrisch-Orthodoxe gemeenschap op 24 april jl. moet in dit licht worden gezien. Overigens kreeg ook de moslimgemeenschap bij dezelfde gelegenheid eigendomsbewijzen uitgereikt. Voorzover bekend zijn er, naast de Mor Gabriël-rechtszaken, geen andere zaken met betrekking tot eigendomsrechten van de Syrisch-Orthodoxe gemeenschap in de regio aanhangig gemaakt.
In mijn contacten met Turkse autoriteiten is de bescherming van etnische en religieuze minderheden een belangrijk aandachtspunt. Nederland houdt, tezamen met EU-collega’s en de Europese Commissie, voortdurend de vinger aan de pols.
1) Kölner Stadt-Anzeiger, 22 april 2009: “Unklare Zukunft im Kloster Mor Gabriel” http://www.ksta.de/html/artikel/1238966847821.shtml