Beantwoording vragen van de leden Boekestijn en de vragen van het lid Irrgang over de betaalde pensioenpremies aan Herfkens

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Boekestijn en de vragen van het lid Irrgang over de betaalde pensioenpremies aan Herfkens. Deze vragen werden ingezonden op 17 februari 2009 met respectievelijk kenmerk 2009Z02742 /2080913660 en 2009Z02744/ 2080913680.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Boekestijn (VVD) over de betaalde pensioenpremies aan voormalig minister Herfkens.

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht "BZ heeft te lang premies Herfkens betaald"? 1)

Antwoord

Ja

Vraag 2
Wat is uw reactie op de bewering in het artikel dat het ministerie van Buitenlandse Zaken €14.000 pensioenpremie teveel heeft betaald aan mevrouw Herfkens? Hoe heeft dit precies kunnen gebeuren?

Antwoord

De tijdelijke aanstelling bij het ministerie van Buitenlandse Zaken van mevrouw Herfkens was gekoppeld aan het uitoefenen door haar van de functie van Executive Coordinator for MDG's Campaign bij UNDP. In dat kader werd door BZ als werkgever pensioenpremie afgedragen aan het ABP. Er is geen sprake geweest van betalingen van pensioenpremie aan mevrouw Herfkens.

In maart 2007 informeerde mevrouw Herfkens de personeelsadministratie van het ministerie dat zij per november 2006 als Executive Coordinator in een andere contractuele relatie met UNDP was komen te staan (overigens zonder gevolgen voor de pensioenopbouw). Deze mededeling is niet opgevat als een verzoek tot beëindiging van het dienstverband.

Begin 2008 heb ik evenwel besloten het arbeidscontract met het Ministerie van Buitenlandse Zaken met terugwerkende kracht per 1 juli 2007 te beëindigen. Per die datum bleek namelijk de bestaande arbeidsverhouding met UNDP om te zijn gezet in een consultantcontract en was er geen sprake meer van pensioenopbouw.

Overleg met het ABP en een schriftelijke verklaring van mevrouw Herfkens dat zij afzag van aanspraak op pensioenopbouw vanaf 1 juli 2007 hebben ertoe geleid dat de na haar ontslag aan het ABP betaalde premies voor ouderdoms- en nabestaandenpensioen zijn gerestitueerd. De premies voor arbeidsongeschiktheid en FPU zijn door het ABP niet gerestitueerd. Conform de verdeelsleutel in deze premies naar werkgevers- en werknemersdeel heeft mevrouw Herfkens het werknemersdeel daarvan voor haar rekening genomen.

Vraag 3
Kunt u aangeven waarom het ABP niet het gehele bedrag terug zal storten?

Antwoord

Het beleid van het ABP inzake de restitutie van pensioenpremies bij ontslag met terug­wer­kende kracht luidt als volgt.

De premie arbeidsongeschiktheidspensioen is een premie voor een risicodekking, te weten de kans om arbeidsongeschikt te worden. Vanwege het risico dat het ABP loopt/gelopen heeft, is deze premie altijd verschuldigd en wordt om deze reden niet gerestitueerd bij beëindiging van een dienstverband met terugwerkende kracht.

De VUT/FPU-regeling zoals die door APG (uitvoerder van de pensioenregeling van het ABP) namens het VUT-fonds wordt uitgevoerd is gebaseerd op een stelsel van collectiviteit en so­lidariteit. Alle overheidswerkgevers en, via premieverhaal door hun werkgevers ook over­heidswerknemers, betalen VUT/FPU-premie (zogenaamde VUT-fondsbijdragen), die bestemd zijn voor het collectief van de deelnemers. De financiering van de regeling verloopt voor een groot deel op omslagbasis: de uitkeringskosten van de werknemers die gebruik maken van de VUT/FPU worden in hetzelfde jaar opgebracht door de premiebijdrage van de werkgevers en de actieve werknemers.

Er is geen sprake van betaling van een premie, waar een individuele, met de inleg onder alle omstandigheden corresponderende bate tegenover staat. In die zin kan van een onverschul­digd betaalde premie geen sprake zijn. Restitutie van betaalde premies is dan ook niet aan de orde.

Voor pensioenopbouw van het ouderdomspensioen is relevant of er sprake is van een deelne­merschap bij ABP. Zolang een deelnemerschap niet wordt beëindigd door de werkgever rich­ting ABP, loopt de pensioenopbouw van de betreffende deelnemer onverminderd door. Er kan geen verandering in de pensioenopbouw optreden als met terugwerkende kracht een dienst­verhouding wordt beëindigd. Door verstrijken van de tijd is de opbouw onherroepelijk geworden. Voor wat betreft de verstreken periode heeft de deelnemer onherroepelijke rechten opgebouwd. Ook uit een oogpunt van rechtszekerheid kan hieraan niet zonder meer getornd worden. Dit is dan ook de reden dat restitutie van deze premie alleen heeft plaatsgevonden nadat mevrouw Herfkens uitdrukkelijk had verklaard geen aanspraak op opbouw van pensioen vanaf 1 juli 2007 te maken.

Vraag 4
Was u tijdens de debatten vorig jaar over de huursubsidie van mevrouw Herfkens al op de hoogte van het feit dat de pensioenpremies ook na het uit functie treden van mevrouw Herfkens doorbetaald werden? Zo ja, waarom heeft u dit de Kamer niet meegedeeld? Zo nee, wanneer heeft u vernomen dat er teveel geld was betaald?

Antwoord

Ten tijde van de verlening van het ontslag met terugwerkende kracht per 1 juli 2007 was het duidelijk wat de consequenties waren ten aanzien van de doorbetaling van de pensioenpremie over de periode na 1 juli 2007.

In relatie tot hetgeen in de debatten in discussie was – detachering met daarbij toekenning van vergoedingen, waaronder die voor pensioen, die mogelijk strijdig waren met de regels van in­ter­nationale organisaties – hebben wij uw Kamer geïnformeerd over de wijze waarop het ministerie gedurende buitengewoon verlof zonder behoud van bezoldiging ingeval van detacheringen naar inter­na­tio­nale organisaties handelt inzake het pensioenverhaal. Wij verwijzen hiervoor naar de passage in onze brief van 22 februari 2008 (Kamernummer TK, vergaderjaar 2007-2008, nr. 1500), waarin op dit pensioenverhaal gedurende detachering wordt in­gegaan. Daarbij is tevens aangegeven dat op dit punt geen strijdigheid met de regels van inter­nationale organisaties bestond. In diezelfde brief hebben wij u bericht dat het dienst­verband met mevrouw Herfkens met terugwerkende kracht tot 1 juli 2007 was beëindigd. Dit feit achtten wij relevant om duidelijkheid te geven hoe inmiddels de relatie tussen mevrouw Herfkens en het ministerie was komen te liggen.

Vraag 5

Welke maatregelen heeft u inmiddels genomen om ervoor te zorgen dat dergelijke "procedurele fouten" niet meer voor kunnen komen?

Antwoord

Een ontslag met terugwerkende kracht is uitzonderlijk. Daarmee zijn consequenties als hier aan de orde zeldzaam.

  1. NRC Handelsblad, 13 februari 2009

Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Irrgang (SP) over de betaalde premies aan Herfkens.

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht “BZ heeft te lang premies Herfkens betaald?” 1)

Vraag 2

Kunt u aangeven waarom u in de diverse brieven en debatten over de zaak Herfkens nooit melding heeft gemaakt van de teveel betaalde pensioenpremies?

Antwoord

Zie antwoord op de vragen van de heer Boekestijn.

Vraag 3

Kunt u uitsluiten dat dergelijke ‘procedurele fouten’ nu nog steeds plaatsvinden, bijvoorbeeld bij andere gedetacheerde medewerkers?

Antwoord
Een ontslag met terugwerkende kracht is uitzonderlijk. Daarmee zijn consequenties als hier aan de orde zeldzaam.

Er is overigens op dit punt geen verband te leggen met andere gedetacheerde medewerker, die immers na hun detachering terugkeren naar het ministerie.

Vraag 4

Kunt u aangeven of er nog andere premies te lang zijn doorbetaald?

Antwoord

Er zijn ten aanzien van mevrouw Herfkens geen andere premies doorbetaald.

1) NRC Handelsblad, 13 februari 2009

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van het lid Boekestijn (VVD), ingezonden 17 februari 2009 (vraagnummer 2009Z02742 / 2080913660)