Beantwoording vragen over vermeende betrokkenheid bij invasieplannen in Suriname in de jaren '80

Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister van Defensie, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Eijsink, Gill'ard en Leerdam over vermeende betrokkenheid bij invasieplannen in Suriname. Deze vragen werden ingezonden op 2 juli 2009 met kenmerk 2009Z13194.

De Minister van Buitenlandse Zaken,


Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van de leden Eijsink, Gill'ard en Leerdam (PvdA) over vermeende betrokkenheid bij invasieplannen in Suriname.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht onder de kop “Bouterse had gelijk over coup”? 1)

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Kunt u de strekking van dit bericht bevestigen? Zo nee, op welke onderdelen is dit bericht volgens u niet waar?

Antwoord

Neen. De personeelsadministratie van het Ministerie Van Defensie wijst uit dat de heer Peter van Haperen nimmer in dienst is geweest van het Ministerie van Defensie. De bewering van de heer Van Haperen dat de slachtoffers van de Decembermoorden in samenwerking met de Nederlandse, Belgische en Amerikaanse regering betrokken waren bij de voorbereiding van een invasie en een coup in Suriname moet enkel en alleen aan hem worden toegeschreven.

Vraag 3

Heeft de ex-militair Peter van Haperen, in het begin van de jaren tachtig werkzaam voor de Nederlandse militaire inlichtingendienst NMID, vooraf contact gehad met de NMID of andere medewerkers van Defensie over zijn voornemen om contact op te nemen met de raadsman van Bouterse of om zich als getuige voor het proces tegen Bouterse aan te bieden? Zo ja, welke informatie is daarbij precies uitgewisseld?

Antwoord

Neen. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2 is de heer Van Haperen volgens de personeelsadministratie van het Ministerie van Defensie niet werkzaam geweest bij Defensie.

Op een door hemzelf belegde persconferentie op vrijdag 3 juli jl. heeft de heer Van Haperen gezegd dat hij zich niet uit eigen beweging als getuige in het proces tegen de heer Bouterse heeft aangeboden, maar dat hij daartoe was benaderd door de raadsman van de heer Bouterse, mr. Irwin Kanhai.

Vraag 4

Wilt u de Kamer precies en volledig informeren over deze vermeende plannen van Nederland, België en/of de VS, gericht op een invasie in Suriname in de eerste helft van de jaren tachtig van de vorige eeuw?

Antwoord

Zoals moge blijken uit de literatuur over deze periode en uit eerdere beantwoording van Kamervragen (bijvoorbeeld in 2007, Tweede Kamer/2006-2007/2136) is bekend dat de mogelijkheid van een interventie in Suriname in die periode in overleg tussen Nederland en de Verenigde Staten aan de orde is geweest, maar dit heeft niet geleid tot enige actie. Dit overleg vond plaats in een breder kader van besprekingen over mogelijke tegen het militaire bewind in Suriname te nemen stappen.

1) de Volkskrant, 1 juli 2009