Beantwoording vragen over 'Financiering van de Nederlandse steun aan de Burundese politie en leger'

Graag bied ik u, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Boekestijn over “Financiering van de Nederlandse steun aan de Burundese politie en leger.” Deze vragen werden ingezonden op 15 april 2009 met kenmerk 2009Z07110.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

Bert Koenders

Antwoorden van de heer Koenders, Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, de heer Verhagen, op vragen van het lid Boekestijn (VVD) over Financiering van de Nederlandse steun aan de Burundese politie en leger.

Vraag 1

Kunt u de Kamer aangeven hoe de Nederlandse steun aan de Burundese politie en leger is gefinancierd? Welk deel wordt betaald door Ontwikkelingssamenwerking en welk deel door Defensie? Heeft u overwogen uw collega van Defensie aan te bieden de gehele steun met ODA-geld te financieren? 1)

Antwoord

De Nederlandse steun aan de Burundese politie en leger wordt grotendeels gefinancierd uit het Stabiliteitsfonds, met uitzondering van de door Defensie betaalde salariskosten van Nederlands Defensiepersoneel, dat in Burundi actief is als “Security Sector Development”-adviseurs. Het Stabiliteitsfonds wordt ingezet voor het financieren van activiteiten op het snijvlak van vrede en veiligheid in ontwikkelingslanden, en in fragiele staten in het bijzonder. Het Stabiliteitsfonds bestaat uit zowel ODA als non-ODA middelen. Het veiligheidsprogramma in Burundi wordt grotendeels met de ODA middelen uit het Stabiliteitsfonds gefinancierd. Echter, steun aan het Burundese leger wordt uit non-ODA middelen betaald aangezien de OECD/DAC ODA-eligibility criteria het niet toelaten dit uit ODA te financieren. Het Stabiliteitsfonds werd juist opgericht om activiteiten te kunnen financieren die zowel een ODA als een non-ODA component bevatten om zo op een zo geïntegreerd mogelijke wijze te kunnen werken. Het veiligheidsprogramma voor Burundi is hiervan een goed voorbeeld.

Vraag 2
Kunt u de Kamer inlichten over de representativiteit van de genoemde enquêtes in uw nieuwsbericht van 11 april 2009 op uw website? 1)

Antwoord

De in het nieuwsbericht van 11 april genoemde percentages hebben betrekking op de Burundese politie en zijn ontleend aan een onderzoek van het Centre d’Alerte et de Prévention des Conflits (CENAP), een onafhankelijke NGO. Dit onderzoek betrof de perceptie van Burundese burgers van de veiligheidssituatie in hun land en van de mate waarin zij zich beschermd voelen door de Burundese politie. Het werd in januari 2009 afgerond. Voor het onderzoek werden in alle 17 provincies van Burundi respondenten geïnterviewd, in totaal 2260 burgers, 442 politie agenten en 522 militairen.

Vraag 3
Hoe verklaart u het lage percentage Burundezen die de mening zijn toegedaan dat corruptie bij de politie een probleem is terwijl recent de vice-voorzitter van de anti-corruptieorganisatie Olucome is vermoord?

Antwoord

De anti-corruptie organisatie Olucome doet onderzoek naar corruptie in de verschillende sectoren in de Burundese samenleving en richt zich dus niet alleen op corruptiepraktijken bij de politie. Er wordt momenteel onderzoek verricht naar de mogelijke daders van de moord op de vice-voorzitter van Olucome,

Ernest Manirumva.

Vraag 4

Bent u bereid druk uit te oefenen opdat er een onafhankelijk onderzoek komt naar de moord op de hierboven genoemde vice-voorzitter? Beschouwt u het uitblijven van een dergelijk onderzoek als een reden Nederlandse hulp te heroverwegen?

Antwoord

Ik vind het van groot belang dat er een onafhankelijk onderzoek komt naar de moord op de vice-voorzitter van de anti-corruptie organisatie Olucome. Daar heb ik ook op aangedrongen in mijn recente gesprek met de Burundese President Nkurunziza. Ik heb tevens aangegeven dat in een democratische samenleving de media en ngo’s hun kritische rol moeten kunnen spelen. De activiteiten van Olucome spelen daar ook een rol in. In de politieke dialoog die ik voer met de Burundese autoriteiten, vraag ik regelmatig daarvoor nadrukkelijk de aandacht.

Vraag 5

Kunt u deze vragen zo snel mogelijk beantwoorden zodat de Kamer over uw antwoorden beschikt als er een debat plaatsvindt over uw verslag van uw reis naar het Grote Merengebied?

Antwoord

Ik zal bij beantwoording het tijdschema hanteren zoals dat gebruikelijk is voor Kamervragen.

1) www.minbuza.nl, 11 april 2009: 'Samenwerking op gebied van veiligheid met Burundi'