Beantwoording vragen over dreigement van Turkije aan het adres van de EU

Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Van Baalen en Ten Broeke over dreigement van Turkije aan het adres van de EU. Deze vragen werden ingezonden op 22 januari 2009 met kenmerk 2009Z01009.

De Minister van Buitenlandse Zaken, De Staatssecretaris voor Europese Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen Drs. F.C.G.M. Timmermans

Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken en de heer Timmermans, staatssecretaris voor Europese Zaken op vragen van de leden Van baalen en Ten Broeke (VVD) over dreigement van Turkije aan het adres van de EU.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het bericht dat premier Erdogan van Turkije heeft gedreigd zijn bijdrage aan de Nabucco-pijleiding naar Europa te heroverwegen wanneer de Europese Unie blokkades blijft opwerpen in de onderhandelingen over het Turkse EU-lidmaatschap?

Vraag 2
Kunt u bevestigen dat premier Erdogan een dergelijk dreigement heeft geuit?

Antwoord

Premier Erdogan heeft tijdens een publiek optreden op 19 januari jl. bij het European Policy Center het verloop van de toetredingsonderhandelingen (in casu het hoofdstuk energie) in verband gebracht met de voortgang van de aanleg van de Nabuccopijplijn. In de gesprekken met commissievoorzitter Barroso heeft hij dit standpunt genuanceerd en zijn volledige commitment aan beide processen bevestigd.

Vraag 3
Vindt u het acceptabel dat Turkije op deze wijze de onderhandelingen onder druk zet?

Vraag 4
Wat gaat de Nederlandse regering doen om bilateraal en via de EU aan Turkije onomwonden duidelijk te maken dat het onaanvaardbaar is dat Turkije aldus de onderhandelingen met de EU onder druk zet?

Vraag 5

Welke consequenties heeft een Turkse weigering om mee te blijven werken aan de nabucco-pijpleiding?

Antwoord

De regering onderschrijft het standpunt van commissievoorzitter Barroso dat EU-toetredingsonderhandelingen en energieveiligheid gescheiden processen zijn. Voortgang op het ene dossier dient niet afhankelijk te worden gemaakt van voortgang op specifieke thema’s uit andere dossiers. Van Turkse weigering om mee te werken aan de Nabucco-pijpleiding is geen sprake, Turkije heeft altijd te kennen gegeven dit project te ondersteunen.