Beantwoording vragen over de Birmese Rohingya vluchtelingen

Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Peters en Vendrik over de Birmese Rohingya vluchtelingen. Deze vragen werden ingezonden op 16 februari 2009 met kenmerk 2009ZO2644/2080913520.

De Minister van Buitenlandse Zaken, De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

Drs. M.J.M. Verhagen Drs. A.G. Koenders

Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken en de heer Koenders, Minister voor Ontwikkelingssamenwerking op vragen van de leden Peters en Vendrik (GroenLinks) over de Birmese Rohingya vluchtelingen.

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht waarin de Thaise premier toegeeft dat de Thaise autoriteiten Birmese Rohingya vluchtelingen aan hun lot hebben overgelaten op zee? 1)

Antwoord

Ja.

Vraag 2
Wat is uw oordeel over deze houding van de Thaise autoriteiten en het Thaise leger? Heeft u de Thaise autoriteiten aangesproken op dit mensonterend handelen? Zo nee, bent u dit van plan alsnog te doen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Mij hebben de afgelopen tijd berichten bereikt over een onacceptabele behandeling van Birmese Rohingya-vluchtelingen in Thailand. Op aandringen van onder andere Nederland heeft de Europese Unie op 29 januari jl. bij de Thaise autoriteiten aandacht gevraagd voor het lot van betreffende Birmese Rohingya- vluchtelingen en de Thaise rol in deze kwestie. Bij die gelegenheid is onder meer bepleit de Birmese Rohingya-vluchtelingen te behandelen volgens de vigerende internationale humanitaire standaard. De Thaise premier heeft inmiddels gelast om onderzoek te doen naar de incidenten van december en de schuldigen te vervolgen.

Vraag 3
Wat is precies de situatie van de Rohingya’s in Birma en de Rohingya vluchtelingen in rest van de wereld?

Antwoord

De Birmese overheid erkent de islamitische Rohingya’s niet als officiële minderheid en onthoudt hen het staatsburgerschap. De afgelopen dertig jaar zijn honderdduizenden statenloze Rohingya’s naar buurlanden als Bangladesh, Thailand en Maleisië gevlucht vanwege moeilijke leefomstandigheden, discriminatie en dwangarbeid die de Birmese overheid hen oplegt. Van de honderdduizenden Rohingya’s die in Bangladesh terecht zijn gekomen is een deel onder toezicht van UNHCR weer naar Birma gerepatrieerd. Momenteel verblijven nog circa 28.000 geregistreerde Rohingya-vluchtelingen in twee kampen in Bangladesh en leven buiten de kampen nog circa 200.000 Rohingya’s die niet officieel als vluchteling zijn geregistreerd. UNHCR spant zich in samenwerking met de internationale gemeenschap in om een duurzame oplossing te vinden voor de langdurige vluchtelingensituatie van de Rohingya’s in Bangladesh. In Dhaka vervullen de Europese Commissie en Nederland een leidende rol in de lobby bij de regering van Bangladesh ten behoeve van een oplossing voor de situatie.

Veel Rohingya’s trachten werk te vinden in Thailand en Maleisië, waar zij veelal onder moeilijke omstandigheden verblijven. Indonesië heeft in januari jongstleden in Atjeh bijna 400 Rohingya-bootvluchtelingen opgevangen die - in samenwerking met de lokale autoriteiten - door de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) worden voorzien van onderdak, voedsel en water. UNHCR begeleidt deze groep in het Refugee Status Determination proces.

Vraag 4
Verleent Nederland hulp aan Rohingya vluchtelingen in Bangladesh of in andere landen? Zo ja, welk bedrag is hiermee gemoeid en op welke manier biedt Nederland hulp? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Nederland is in Bangladesh actief lid van de regelmatig bijeenkomende Dhaka Steering Group (DSG). Naast Nederland maken hiervan o.a. de Europese Commissie, Zweden, Denemarken, Frankrijk, Italië, het VK, Australië, Canada en de VS deel uit. In deze stuurgroep staat het bevorderen van de beleidsdialoog tussen UNHCR en de overheid van Bangladesh over de in dit land verblijvende Rohingya’s centraal. Ook faciliteert de stuurgroep de uitvoering van het actieplan en de roadmap die UNHCR en de DSG hebben opgesteld om te komen tot duurzame oplossingen voor de Rohingya’s.

In 2008 heeft Nederland op verzoek van UNHCR een studie gefinancierd naar de situatie van Rohingya’s die in Bangladesh buiten de vluchtelingenkampen leven. Deze studie ondersteunt UNHCR en de internationale gemeenschap in het overleg met de overheid van Bangladesh over een oplossing voor de situatie van deze groep Rohingya’s. Tijdens zijn bezoek aan Bangladesh later deze maand zal de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking bij de autoriteiten aandacht vragen voor een menswaardiger behandeling van de Rohingya’s.

Reeds in de jaren negentig is Nederlandse steun verleend aan de vrijwillige terugkeer en bescherming van Birmese vluchtelingen. Recent, in de periode 2002 tot en met 2008, heeft Nederland bijna € 10 miljoen beschikbaar gesteld voor de opvang van Birmese vluchtelingen in negen kampen in Thailand aan de Birmese grens. In deze kampen wonen overwegend Karen en Karenni vluchtelingen, maar ook een klein aantal Rohingya’s. De bijdragen voor de negen kampen zijn verleend via de Nederlandse NGO ZOA Vluchtelingenzorg, die samenwerkt met het Thailand Burma Border Consortium (TBBC), waar een aantal NGO’s deel van uitmaakt. TBBC zet zich sinds 1984 in voor de opvang van Birmese vluchtelingen en zorgt daarbij onder meer voor voedsel, huisvesting en andere essentiële levensbenodigdheden.

Daarnaast verleent Nederland jaarlijks een ‘core-bijdrage’ van € 42 miljoen aan UNHCR. Het VN Hoge Commissariaat voor de Vluchtelingen kan deze bijdrage wereldwijd inzetten op basis van eigen prioriteitsstelling.

Overigens gaat er ook hulp naar de Rohingya’s-Bevolking in Northern Rakhine State in Birma. Deze hulp wordt verleend door de EU. De EU-steun betreft niet alleen humanitaire hulp (bijna € 5 miljoen in 2009), maar ook projecten op het gebied van voedselzekerheid, onderwijs en gezondheidszorg (€ 12,5 miljoen over de periode 2007-2012).

Vraag 5

Bent u bereid bij Birma, Thailand, Bangladesh, Indonesië en Maleisië of bij de ASEAN aan te dringen op een betere en menswaardige behandeling van de Rohingya’s, waarbij mensenrechten centraal staan? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Thailand legt de nadruk op een regionale aanpak van het probleem en heeft inmiddels de betrokken landen in de regio benaderd om deel te nemen aan een contactgroep waar ook UNHCR bij wordt betrokken.

Nederland gebruikt onder meer de EU-dialoog met ASEAN en de bilaterale contacten met ASEAN-partners om de slechte mensenrechtensituatie van de Rohingya’s in Birma en het lot van de Rohingya-bootvluchtelingen aan de orde te stellen. Dit geschiedde onder andere op 3 februari jongstleden tijdens hoogambtelijk overleg in Praag waar van EU-zijde is gevraagd om een hernieuwd commitment van ASEAN voor de humane opvang van vluchtelingen, en op 13 februari tijdens een bilateraal overleg tussen de Nederlandse ambassadeur in Bangkok en de Thaise minister van Buitenlandse Zaken. Inmiddels is in ASEAN-verband besloten het Rohingya-vraagstuk te bespreken tijdens een bijeenkomst in het kader van het zogeheten Bali Proces, een overlegorgaan onder voorzitterschap van Indonesië en Australië dat zich vooral richt op het bestrijden van mensenhandel en –smokkel. Als partners in het Bali Proces zullen ook UNHCR en IOM deelnemen aan deze bijeenkomst, die in april aanstaande in Bali zal plaatsvinden. ASEAN heeft voorts de hierboven genoemde regionale contactgroep verzocht het Rohingya-vraagstuk te agenderen.

Voorts brengt Nederland de situatie van de Rohingya-bevolking in Birma en van Rohingya-vluchtelingen in onder andere Bangladesh actief op in diverse internationale organisaties die zich inzetten voor een oplossing van de problematiek, zoals UNHCR en IOM.

Nederland zal de situatie van de Birmese Rohingya-vluchtelingen ook in de toekomst nauwgezet blijven volgen.

1) CNN.com, 12 februari 2009: “Thai PM admits boat people pushed out to sea”

http://edition.cnn.com/2009/WORLD/asiapcf/02/12/thailand.refugees.admission/index.html