Beantwoording vragen lid Boekestijn over het voornemen van Eurocommissaris Louis Michel om175 miljoen euro begrotingssteun te geven aan Rwanda

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Boekestijn over het voornemen van Eurocommissaris Louis Michel om 175 miljoen euro begrotingssteun te geven aan Rwanda. Deze vragen werden ingezonden op 16 maart 2009 met kenmerk 2009Z04667.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Bert Koenders

Antwoorden van de heer Koenders, Minister voor Ontwikkelingssamenwerking op vragen van het lid Boekestijn (VVD) over het voornemen van Eurocommissaris Louis Michel om 175 miljoen euro begrotingssteun te geven aan Rwanda.

Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel “Rwanda, EU sign Rwf 140bn budgetsupport agreement”? 1)

Vraag 2
Heeft u kennisgenomen van het artikel “Gov’t forms clusters to tackle country’s problems”? 2)

Antwoord
Ja

Vraag 3
Vindt u het verstandig dat Louis Michel heeft besloten 175 miljoen euro begrotingssteun in de komende zes jaar aan Rwanda over te maken terwijl uzelf heeft besloten de algemene begrotingssteun op te schorten?

Antwoord
Ik constateer dat in EU-verband besloten is dat Rwanda op dit moment in principe kwalificeert voor toekenning van meerjarige algemene begrotingssteun vanuit het tiende EOF (Europees Ontwikkelingsfonds). Dergelijke ‘MDG-contracten’ heeft de Commissie met een zevental Afrikaanse landen afgesloten om forsere overheidsinvesteringen in MDG-bereiking mogelijk te maken.

Aan de uitkering door de Commissie van de halfjaarlijkse tranches blijven echter wel belangrijke voorwaarden verbonden. Allereerst zijn er voorwaarden op het gebied van uitvoering van het afgesproken armoedebestrijdings/MDG-beleid (vastgelegd in een concreet Performance Assessment Framework), transparantie en beheer van overheidsuitgaven en gezond macro-economisch beleid. Daarnaast zijn er in het Memorandum of Understanding inzake algemene begrotingssteun ook underlying principles overeengekomen. Op basis van die principes kunnen in de regelmatige politieke dialoog van de Commissie en andere (EU-)donoren met de overheid ter plaatse juist ook de belangrijke politieke ontwikkelingen worden betrokken, zoals bijvoorbeeld de rol van Rwanda in de regio. Als voldoende lidstaten en de Commissie van oordeel zijn dat het ontvangende land deze principes schendt, dan kan dit reden zijn voor opschorting van de begrotingssteun. Daarnaast geeft het Cotonou Verdrag (art. 96 - 97) nog de mogelijkheid de hulp te stoppen bij ernstige schendingen van mensenrechten, democratie, rechtsstaat en corruptie.

Ik vind het van groot belang dat EU-lidstaten en Commissie goed de mogelijkheden benutten om een intensieve politieke beleidsdialoog met ontvangende landen zoals Rwanda te voeren over hun beleid en daar zo nodig ook consequenties aan verbinden. Daarom heb ik (met steun overigens van slechts één andere lidstaat) in december jl. vanwege de situatie in Oost-Congo de besluitvorming in Brussel over toekenning van het MDG-contract aan Rwanda vertraagd en hierover uitgebreid met commissaris Michel gesproken. Ook heb ik het initiatief genomen om de koppeling tussen EU-begrotingssteun en de politieke dialoog te versterken.

Inmiddels is de situatie in de regio verbeterd. Dit is op 17 maart jl. in het kader van een gecombineerde dialoog rond artikel 8 en begrotingssteun nog besproken met de Rwandese overheid. Rwanda heeft met het militaire optreden in Oost-Congo op verzoek van de Congolese overheid laten zien gecommitteerd te zijn aan het beëindigen van dit conflict.

Vraag 4
Kunt u verklaren waarom Kagame tegen Dambisa Moyo zegt af te willen van hulp en tegelijkertijd geld van de EU ontvangt?

Antwoord
Nee, wij hebben hierover geen concreet verzoek ontvangen. Uiteraard is ook ons streven dat onze partners op termijn hulponafhankelijk zijn. Het afbouwen van hulp zal niet van de ene op de andere dag te realiseren zijn, zeker als men in ogenschouw neemt dat op dit moment ruim een kwart van de Rwandese nationale begroting afkomstig is van buitenlandse donoren in de vorm van sectorale en algemene begrotingssteun. In de artikel 8 dialoog van 17 maart jl. meldde de Rwandese minister van buitenlandse zaken dat, wat Rwanda betreft, van afbouw van hulp vooralsnog geen sprake kan zijn. Ik verwacht daarom ook niet dat Rwanda de huidige donoren binnenkort zal vragen hun hulp aan Rwanda te staken.

Vraag 5
Bent u bereid in EU-verband te pleiten voor een intrekking van de 175 miljoen euro begrotingssteun zolang onduidelijk is wat er precies tijdens de laatste verkiezingen is gebeurd en wat nu precies de rol van Rwanda in Oost-Congo is?

Antwoord
Gezien het voorgaande ligt het niet voor de hand te pleiten voor intrekking van de voorgenomen algemene begrotingssteun van de EU.

Vraag 6
Heeft u er vertrouwen in dat de komende presidentsverkiezingen eerlijk zullen verlopen? Bent u van plan om met het bestaande regime een kritische dialoog aan te gaan, teneinde druk uit te oefenen om te komen tot een eerlijk verkiezingsproces, waarbij de andere presidentskandidaten niets in de weg wordt gelegd en kiezers niet onder druk worden gezet?

Antwoord
Het verloop van de verkiezingen in 2010 is een belangrijke mijlpaal voor de ontwikkeling van Rwanda en voor de opbouw van een stabielere, inclusieve samenleving. Ik acht het van groot belang dat de verkiezingen eerlijk en transparant verlopen. In mijn contacten met mijn Rwandese gesprekspartners zal ik dat ook benadrukken. De Nederlandse ambassade te Kigali is met de overige donoren reeds in een kritische dialoog getreden met de Rwandese nationale verkiezingscommissie over het verkiezingsproces en de gewenste en tijdige hervormingen van de Kieswet o.a. op basis van het EU-waarnemingsrapport.

1) The New Times, 11 maart 2009
2) The New Times, 21 februari 2009