Kamerbrief inzake beantwoording vragen van het lid Van Bommel over burgerslachtoffers bij bombardementen in Pakistan

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Bommel over burgerslachtoffers bij bombardementen in Pakistan. Deze vragen werden ingezonden op 11 januari 2010 met kenmerk 2010Z00274.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Van Bommel (SP) over burgerslachtoffers bij bombardementen in Pakistan.

Vraag 1

Wat is uw opvatting over het bericht dat in 2009 in totaal 44 bombardementsvluchten met onbemande Amerikaanse vliegtuigen in Pakistan 700 burgers het leven hebben gekost? Kunt u bevestigen dat deze cijfers waar zijn? Indien nee, wat zijn de cijfers dan?

Vraag 2

Is het tevens waar dat deze bombardementsvluchten bedoeld waren om Al Qaeda leiders te executeren? Is het waar dat dat in geval van vijf personen ook is gebeurd in 2009?

Antwoord

Ik ben bekend met berichten in de media over de inzet van Amerikaanse onbemande vliegtuigen (‘drones’) in Pakistan. Ik kan de doelwitten en het aantal vluchten of slachtoffers niet bevestigen. Nederland is niet betrokken bij deze acties en heeft geen inzage in relevante bronnen van Pakistaanse of Amerikaanse instanties.

Vraag 3

Kunt u aangeven wie die vijf personen waren en waarvan zij verdacht werden? Deelt u de opvatting dat deze bombardementsoperaties tegen de regels van het internationaal recht zijn? Indien nee, waarom niet?

Vraag 4

Deelt u de opvatting dat deze acties buitenproportioneel zijn vanwege het zeer grote aantal burgerslachtoffers? Indien nee, waarom niet?

Antwoord

De namen van de personen die bij de bombardementsvluchten in 2009 om het leven zijn gekomen zijn mij slechts via de media bekend. Deze berichten zijn niet formeel bevestigd. Aangezien ik over onvoldoende feitelijke informatie beschik, kan ik geen uitspraak doen over de verenigbaarheid van deze specifieke operaties met het internationaal recht.

Vraag 5

Deelt u de mening dat deze bombardementsvluchten een verklaring kunnen zijn voor het massale verzet van de Pakistaanse bevolking tegen deze oorlogvoering? 2) Indien nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid er bij de Amerikaanse regering op aan te dringen van deze werkwijze af te zien omdat dat een escalerend effect heeft op de oorlog in zowel Pakistan als Afghanistan?

Vraag 6

Deelt u de mening dat de democratie in Pakistan bedreigd wordt zowel Amerikaanse bombardementsvluchten als ook radicaal-islamitische geweldsacties en dat het van het grootste belang is deze geweldsuitbarstingen van beide zijden te doen stoppen? Indien nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze wilt u dat bevorderen?

Antwoord

Voor de Pakistaanse bevolking wordt de algehele onveiligheid waaraan zij is blootgesteld, steeds ondraaglijker. Een grote meerderheid van de Pakistaanse bevolking steunt dan ook de strijd van het Pakistaanse leger tegen extremistische groeperingen in met name de North West Frontier Province (NWFP) en de Tribale Gebieden (FATA). Deze steun kan evenwel onder druk komen te staan als bij deze strijd veel burgerslachtoffers vallen.

Nederland heeft begrip voor de grote uitdagingen waar de huidige Pakistaanse regering voor staat in haar strijd tegen extremistische groeperingen. Echter, in deze strijd moet het internationaal recht onverkort worden nageleefd. Minister Verhagen heeft in zijn contacten met de Pakistaanse overheid en marge van de AVVN het belang hiervan benadrukt. Minister Koenders deed hetzelfde in zijn gesprekken met de Pakistaanse overheid tijdens zijn bezoek aan Pakistan in december 2009.

Pagina 3 van 3