Toespraak minister Ter Horst bij 2nd International Kurhaus Conference on National Safety & Security
Dames en heren,
Welkom, en vooral welkom aan onze buitenlandse gasten. Ik noem in het bijzonder staatssecretaris Schröder uit Duitsland. Dit congres hebben we in goede samenwerking met Duitsland georganiseerd. Dank daarvoor.
Tijdens deze conferentie staat het thema schaarste centraal.
Waar u ook vandaan komt, ik weet zeker dat begrippen als schaarste van voedsel, water, energie en maatschappelijke ontwrichting bij u de afgelopen tijd allemaal dezelfde beelden hebben opgeroepen: Haïti. De oorzaak daar was een aardbeving. Dat is iets anders dan de vraagstukken van klimaat, schaarste en veiligheid waar wij hier deze dagen met elkaar over spreken. Maar de gevolgen kunnen vergelijkbaar zijn.
Schaarste op zichzelf is geen nieuw fenomeen. De wereld wordt al decennialang geconfronteerd met schaarste aan bijvoorbeeld voedsel en energie. En in 1972 waarschuwde de club van Rome ook al voor het uitputten van natuurlijke hulpbronnen.
Toch is het onderwerp nog steeds uiterst actueel.
Op 28 januari kwam de jaarlijkse political risk map 2010 uit van risicoadviseur en verzekeringsmakelaar AON. Voor het eerst staan er nieuwe indexen op deze kaart, namelijk de voedselvoorraden, landbouwgrondstoffen en water. Er zijn op dit moment dertig landen die in potentie op de middellange en lange termijn met ernstige voedsel- en watertekorten worden geconfronteerd.
Het Hooggerechtshof van India heeft onlangs de regering opgedragen om met spoed een integraal waterplan te ontwikkelen vanwege de nu al voelbare schaarste aan water in sommige gebieden.
De oplopende wereldvoedselprijzen in 2007 en 2008 hebben tot veel onrust geleid zoals voedselrellen in India maar ook de arbeidsonrust in Cambodja.
Ook het UN Enviroment Programme geeft aan dat sinds 1990, tenminste 18 geweldadige conflicten zijn ontstaan waarbij de exploitatie van natuurlijke grondstoffen een rol speelde en dat 40 procent van alle interstatelijke conflicten sinds 1960 een verband hebben met natuurlijke hulpbronnen.
Naast beschikbaarheid - bronnen raken uitgeput - gaat schaarste ook over toegankelijkheid en afhankelijkheid.
Schaarste kan in toenemende mate tot politieke en economische instabiliteit leiden en dus gevolgen hebben voor de internationale veiligheid. Dit speelt vooral een rol bij de schaarste van zeldzame aardmetalen. Deze exotische metalen, met namen als nedoymium, terbium of dysprosium, zijn een steeds grotere rol gaan spelen in allerlei hoogtechnologische toepassingen zoals mobiele telefoons, windturbines maar ook bijvoorbeeld de hybride Toyota Prius. In augustus 2009 lekte een rapport uit van de Chinese overheid waarin stond dat de export van zeldzame aardmetalen zou worden beperkt. Het kreeg toen weinig aandacht maar zorgde voor grote onrust bij de industriële experts wereldwijd.
Hoewel deze schaarstevraagstukken zeer divers van aard zijn, maken ze duidelijk hoe belangrijk het is dat we in internationaal verband stilstaan bij de dreigingen van schaarste en de gevolgen daarvan, zowel acuut als op de lange termijn.
Ik denk dat we hier allemaal zijn om tenminste twee redenen. Allereerst om voorbeelden van nieuwe methoden en praktische oplossingen aangereikt te krijgen voor een betere voorbereiding op schaarste en mogelijke inbreuken op de veiligheid.
Een andere reden ligt op het vlak van internationale verbondenheid en het vergroten van de eigen nationale veiligheid.
Geen enkel land mag in z’n eentje staan als het getroffen wordt door schaarste en inbreuken op de nationale veiligheid.
Het is onze morele plicht te weten welke risicovolle situaties er - ook grensoverschrijdend - kunnen ontstaan.
De mensen verwachten dat we goed voorbereid zijn voor het geval we getroffen worden door een voedsel, water- of energietekort.
We moeten voorkomen dat er in zo’n geval een wédren ontstaat waarbij de rijkste en de sterkste het wint en de veiligheid van burgers, de stabiliteit van en tussen landen en wereldregio’s gevaar loopt.
De huidige economische crisis, maar ook de klimaatverandering, maakt bij uitstek duidelijk dat de grote kwesties van deze tijd niet meer als afzonderlijke probleemgebieden kunnen worden beschouwd. Ze raken steeds meer met elkaar verweven en vragen om een samenhangende aanpak.
Wat nodig is, is een mondiaal urgentiegevoel.
Nodig is een andere benadering van dreigingen op de langere termijn. Een zienswijze zoals die van de Club van Rome in 1972.
Ze bracht toen het rapport 'Grenzen aan de Groei' uit. Daarmee waarschuwde de organisatie als eerste tegen de ongebreidelde groei van de wereldbevolking en de economie met alle gevolgen voor het milieu van dien.
Toen een controversiële constatering; nu op veel vlakken ingehaald door de realiteit.
In oktober vorig jaar kwam de Club van Rome bijeen in Amsterdam om een declaratie aan Kopenhagen mee te geven.
Ik citeer uit de declaratie: “The financial crisis has mobilized enormous political will to tackle a crisis of global scope - the same must now be achieved on the interconnected challenges of climate, energy and economic recovery.”
De mondiale problemen, waar we ons maar al te goed van bewust zijn, steken in aard en omvang scherp af bij de risico’s die we bijvoorbeeld hier in Nederland lopen.
Toch zijn ook wij verplicht ons voor te bereiden op wat ons bedreigt. Daaraan verbonden is de vraag in hoeverre hier ontwikkelde ideeën ook in groter verband bruikbaar zijn.
Ik kom op de kern van mijn verhaal. De onderlinge verbondenheid van nationale veiligheidsvraagstukken vraagt om een integrale benadering. Een benadering waarin het analyseren van risico’s, het doordenken van mogelijke scenario’s, het nemen van preventieve maatregelen en het veiligstellen van voldoende capaciteiten voor de juiste respons centraal staan.
Die integrale benadering staat bij de meeste landen nog in de kinderschoenen. Wel groeit de aandacht voor zo’n aanpak. We zijn verder dan twee jaar geleden, toen we hier ook bijeen waren.
Ik vertelde toen dat Nederland net was begonnen met een strategie Nationale Veiligheid.
Door middel van een nationale risicobeoordeling brengen we jaarlijks de dreigingen voor Nederland in kaart. Ook geven we een inschatting van de kans dat deze dreiging zich voordoet.
Deze all hazard-aanpak stelt de Nederlandse overheid in staat om weloverwogen keuzes te maken.
Zo bleek bijvoorbeeld dat we onvoldoende waren voorbereid op een grootschalige evacuatie bij overstromingen. Ook was de noodbevoorrading van geïsoleerde gebieden een kwetsbaar punt. Het heeft er onder andere toe geleid dat we meer aandacht geven aan zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid van mensen.
Wat landelijke dreigingen betreft, was de belangrijkste conclusie twee jaar geleden dat het uitbreken van een grieppandemie een van onze grootste risico’s was. We hebben toen bedrijven en overheidsorganisaties gestimuleerd om continuïteitsplannen te maken.
Hoe belangrijk dat was bleek al snel.
Door de reële dreiging van de Mexicaanse griep, kwamen die continuïteitsplannen in een stroomversnelling.
Conclusie: de maatregelen hebben hun waarde bewezen. Maar de gebeurtenissen legden ook bloot dat we dit nog te veel als land afzonderlijk doen, en te weinig met elkaar, in internationaal verband.
Gelukkig groeit de internationale erkenning van de methode van de all hazard aanpak in internationaal verband.
Begin vorig jaar verscheen het rapport van de OECD, Innovation in country risk management.
De OECD onderkent de noodzaak van een “all hazard” aanpak. Ik citeer: “Without a tool such as the ‘National Risk Assessment”, it may be difficult for top level policymakers to make informed decisions on the relative benefits of buying down risks to public health, safety or security through mitigation investments.”
De methodiek van nationale risicobeoordeling van Nederland en Groot-Brittannië wordt door de OECD als “best practises” aangemerkt.
Daar zijn we natuurlijk trots op.
Positief is ook dat de aandacht voor risico-analyse ook in EU-verband is opgepakt onder het Zweedse voorzitterschap van de Europese Raad van ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie.
Het belang van grensoverschrijdende samenwerking bij veiligheidsvraagstukken, en de noodzaak van een strategische visie op het gebied van preventie stonden prominent op de agenda.
De onderwerpen zijn opgenomen in het vierjarig Stockholmprogramma en het Community disaster prevention framework or strategy contributing to an integrated approach to the EU’s disaster management policy.
De Europese Commissie komt binnenkort onder het Spaans voorzitterschap met een politiek statement over de interne Europese Veiligheid. Daarin zal niet alleen duidelijk worden gemaakt wat de EU en de nationale overheden voor de veiligheid van de burgers kunnen doen, maar ook wat burgers en bedrijven zelf kunnen doen.
In de Europese Raad van 21 januari zijn hier nieuwe afspraken over gemaakt. Veel van mijn Europese collega’s steunen niet alleen de ontwikkeling van een strategie die het gehele veiligheidsterrein beslaat. Er is ook steun om daarin nieuwe dreigingen als cybercrime, ICT-uitval en energie-uitval te betrekken en ook dreigingen buiten de EU.
Wat mij betreft wordt daar het onderwerp schaarste aan toegevoegd.
Er zijn namelijk landen die van een aantal zeldzame aardmetalen vrijwel het monopolie hebben. De EU moet veel van deze grondstoffen importeren. Dat maakt ons kwetsbaar.
We hebben de plicht om daarover tijdig en met elkaar over na te denken, ook vanuit het perspectief van nationale veiligheid!
Het is goed dat in de EU ook expliciet de link wordt gelegd met preventie omdat juist dit soort sluipende dreigingen aan de voorkant tijdig moeten worden gesignaleerd en aangepakt.
Het is van belang dat we niet gevangen blijven in analyses maar dat we ook onderwerpen verder brengen en dus de veiligheid van de burger vergroten. Daarbij zullen we over onze eigen kokers heen moeten durven stappen.
Wat voor consequenties moet de aanpak van schaarstevraagstukken hebben op bijvoorbeeld ons handelsbeleid, energiebeleid, buitenlands beleid of klimaatbeleid? Bij de griep waren de vaccins en de continuiteitsplannen de sleutels waarmee we Nederland veiliger probeerde te krijgen, zo zullen we ook internationaal op zoek moeten naar de sleutels rondom schaarste oplossingen.
Tot slot.
Stel dat we over twee jaar weer bij elkaar komen; waar moeten we dan staan?
Het zou mooi zijn als we dan kunnen zeggen dat we de toekomstige dreigingen van schaarste en klimaatverandering niet meer complex beschouwen.
Het zou prachtig zijn als we dan een gezamenlijk beeld hebben over hoe verschillende vraagstukken met elkaar verband houden, inclusies de nieuwe dreigingen.
Het zou mooi zijn als Europa beschikt over een integrale veiligheidsstrategie en de Europese commissie een EU-brede risico-analyse heeft uitgevoerd waarin ook schaarste een plek krijgt.
Over twee jaar kunnen we dus zeggen: en zo gaan we deze risico’s gezamenlijk in internationaal verband het hoofd bieden.
Laten we daar vandaag en morgen aan werken.
Ik wens u een prettig congres.