Mensen inspireren, boeien en binden voor de zorg
Kwaliteit, samenhang en doelmatigheid zijn keihard nodig om het dreigende personeelstekort in de zorg het hoofd te bieden. Maar de zorgsector zal ook een uitstekende werkgever moeten zijn om mensen voor de zorg te blijven inspireren, boeien en binden. Dat zei minister Ab Klink op maandag 1 februari 2010 bij de opening van de Bedrijvendagen van de FBMG in Rotterdam.
Dames en heren,
Vierhonderdvijftig duizend mensen. Bijna een half miljoen. Zoveel werknemers komen we in de nabije toekomst tekort in de zorg voor ouderen, zieken en gehandicapten.
Het is maar een getal, maar stel je voor wat het betekent: onaanvaardbaar hoge werkdruk bij verplegenden en verzorgenden, de terugkeer van de beruchte wachtlijsten, salarissen die de pan uitrijzen, stijgende premies, verhoging van het eigen risico, overbelaste mantelzorgers. En dan nog: onvoldoende of zelfs géén zorg voor een kwart van de zieken, ouderen en gehandicapten.
Dames en heren, studenten, ik val een beetje met de deur in huis. Maar dit doemscenario is wél waar we tussen nu en 2025 naartoe gaan. Tenzij we de zorg drastisch anders organiseren. En daar zijn jullie, de toekomstige bestuurders en managers in de zorg, hard bij nodig. Ik wil jullie dan ook bedanken voor de uitnodiging om hier te komen spreken. Mensen inspireren, boeien en binden om het werk in de zorg te doen. Dat is de uitdaging waar jullie straks op de werkvloer voor staan. En het is één van de grote vraagstukken waar we in het kabinet mee bezig zijn.
Afgelopen jaar hebben de staatssecretaris en ik het ZIP, het Zorg Innovatie Platform, gevraagd om een analyse van de arbeidsmarkt. In december kregen we een rapport dat er niet om loog. De zorgvraag neemt tot 2025 explosief toe, en vraagt om 470.000 extra arbeidskrachten. Terwijl het totale aantal nieuwe werknemers dat de arbeidsmarkt op komt, met slechts 20.000 stijgt. Zelfs als al die nieuwkomers op de arbeidsmarkt kiezen voor de zorg – wat niet waarschijnlijk is – blijven we zitten met een onvoorstelbaar tekort. Ik raad u aan het rapport te downloaden van de site van het ZIP, voor zover u dat al niet heeft gedaan.
Over de oorzaken van die groeiende zorgvraag zal ik kort zijn. Het is u ongetwijfeld bekend. Minder jonge mensen en steeds meer ouderen, die steeds langer leven. Met alle ouderdomskwalen van dien. Ook zien we een dramatische toename van het aantal mensen met een of meer chronische ziekten. Vaak als gevolg van een ongezonde leefstijl. Diabetes, hartfalen, longaandoeningen, hart- en vaatziekten: gemiddeld nemen ze met zo’n 45 procent toe tot 2025.
De vraag hoe we al die zorg moeten leveren en betalen is nog urgenter geworden nu we in crisistijden leven en te maken hebben met ingrijpende bezuinigingen. Daarom zijn we bezig met een koerswijziging. Wat we tot nog toe deden, is simpelweg niet langer houdbaar.
Het is zoals de Amerikaanse arts en onderzoeker Atul Gawande zegt: we only pay contacts. We betalen alleen voor contacten. Voor consulten, verrichtingen, voor doosjes medicijnen die over de toonbank worden geschoven, voor uitgeschreven recepten. Ofwel: voor kwantiteit. En waar je voor betaalt, dat krijg je.
De zorg waar ik naar toe wil, krijgt een heel andere focus. We willen waar voor ons geld. Als we niet meer betalen voor kwantiteit, maar alleen nog voor kwaliteit, dan krijgen we betere zorg. En betere zorg bespaart. Kosten, levens, en arbeidskrachten.
Deze manier van bekostigen – prestatiebekostiging – werkt alleen als die kwaliteit ook zichtbaar en meetbaar is, zodat verzekeraars in vrije onderhandelingen met ziekenhuizen de beste zorg voor hun verzekerden kunnen inkopen. Ook in de eerste lijn slaan we deze weg in, met samenhangende zorg voor chronisch zieken, waarin zij zelf centraal staan en complicaties en ziekenhuisopnamen worden vermeden. Een voorbeeld: in 2015 zullen we zo’n 1,3 miljoen mensen met diabetes hebben. Een nare ziekte die het risico op allerlei gevaarlijke complicaties met zich meebrengt, zoals blindheid en voetamputatie.
Dat hoeft dus niet zo te gaan. Met tijdige controles en goede begeleiding dicht bij huis kan veel leed worden voorkomen. Overal in Nederland komen prachtige initiatieven van de grond om die diabetespatiënt samenhangende zorg te bieden op basis van een zorgstandaard. Zoals in Zwolle, waar het project Diabeteszorg Beter leidde tot 50% procent minder amputaties, 20 procent minder ziekenhuisopnamen, 50 procent minder kans op hartfalen en 30 procent minder beroertes. Dat zijn echt mooie resultaten die gelukkig overal in het land navolging krijgen.
Laat ik nog een voorbeeld geven: COPD, een zwaar onderschatte longaandoening die groot lijden veroorzaakt en waarvoor meer dan 300.000 Nederlanders intensieve zorg en begeleiding nodig hebben. Mensen met COPD zijn vaak echte draaideurpatiënten. Een koutje of even de medicijnen niet goed innemen, dat kan al leiden tot levensbedreigende benauwdheid. En daar lig je dan weer in het ziekenhuis.
In het Sint Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein zag men jaarlijks het aantal COPD-patiënten met twee procent toenemen. Dat was niet meer te behappen voor het personeel en het aantal vacatures liep op. Door de zorg voor deze patiënten anders te organiseren én – let wel - te verbeteren, kon iedereen wel worden geholpen. Met het bestaande personeelsbestand.
Kwaliteit en samenhangende zorg, zo moet het dus. Dan spaar je kosten en levens. En hierin ligt deels ook het antwoord op de vraag hoe we kunnen inspelen op dat dreigende tekort aan mensen in de zorg. In een systeem waarin kwaliteit en samenhang beloond worden, én inzichtelijk zijn, wordt minder overbehandeld. Medische missers – verantwoordelijk voor 1735 doden per jaar en dertigduizend gevallen van letsel – nemen af. Kwaliteit en samenhang sparen dus niet alleen kosten en levens, maar ook vele uren overbodig en soms zelfs schadelijk werk.
De Amerikaanse Mayo-kliniek, in Rochester, biedt een prachtig voorbeeld. Door de focus te verleggen naar kwaliteit, veiligheid, doelmatigheid en patiëntvriendelijkheid, werkte de Mayo-kliniek zich op tot de instelling met de beste prijs-kwaliteitsverhouding in de VS. Terwijl de kosten daalden, liepen patiënten veel minder vaak complicaties op. Ook waren aanzienlijk minder hersteloperaties nodig, zo bleek uit onderzoek van Atul Gawande.
Maar, ik gaf het al aan, er is meer nodig om het arbeidstekort in de zorg het hoofd te bieden. We zullen op veel meer manieren moeten proberen het vele werk te verrichten met minder handen. ICT in de zorg kan veel sterker worden benut dan nu het geval is. Het elektronisch patiënten dossier bijvoorbeeld, hoe omstreden ook, verhoogt niet alleen de patiëntveiligheid, maar spaart ook uren overbodig werk aan dubbele anamneses en diagnoses.
Ik wil me dan ook sterk maken om de bezwaren tegen het EPD te ondervangen. Als we de privacy van patiënten waarborgen, kan het EPD naar mijn stellige overtuiging, gewoon doorgang vinden. Maar denk ook aan het stellen van diagnoses via het beeldscherm en het inzetten van domotica – hulpmiddelen waarmee zieken en gehandicapten veilig in hun eigen huis kunnen blijven wonen. Alles wat de factor arbeid kan vervangen, hebben we nu en in de toekomst keihard nodig.
Met anders, slimmer werken valt ook nog een wereld te winnen. Communicatieproblemen, langs elkaar heen werken en een veel te zware administratieve last, gaan ten koste van de tijd die verpleegkundigen en verzorgenden aan hun patiënten kunnen besteden. En ook van hun werkplezier trouwens. Hier ligt een schone taak voor u, als toekomstige beleidsmakers en managers in de zorg.
De zorgsector zal een uitstekende werkgever moeten zijn, die mensen aan zich weet te binden en nieuwe werknemers weet aan te trekken. Met flexibele roosters, die mensen zelf mogen maken, zodat ze werk en gezinsleven optimaal kunnen combineren. Ook met meer zeggenschap over het eigen werk, met meer differentiatie in functies en met heldere carrièrepaden kun je mensen aan het vak binden. Human Resource Management – dat moet ook in de zorg vanzelfsprekend zijn.
Dames en heren, u hoort het. Een panacee voor het tekort aan handen bestaat niet. Alleen met een veelvoud van strategieën kunnen we het hoofd bieden aan wat ons te wachten staat. Het doemscenario waarmee ik mijn verhaal begon, hoeft dan geen waarheid te worden. Er wordt dus heel veel van jullie verwacht. En dat brengt me bij een laatste opmerking: jullie hebben mij voorafgaand aan dit debat laten me weten dat het vaak niet meevalt respect en vertrouwen te krijgen wanneer je als manager in de zorg de werkvloer betreedt.
De professionals, zo geven jullie aan, koesteren vaak wantrouwen tegen managers die geen medische achtergrond hebben. Het vinden van goede stageplaatsen is daardoor moeilijk en het stage lopen zelf soms een beproeving.
'Dat komt ons hier even vertellen hoe wij ons werk moeten doen!' en: 'Laat ze eerst zelf maar eens ervaren hoe het is.' Ofwel: eerst met je voeten in het bluswater, dan pas mag je meepraten. Jullie herkennen de opmerkingen ongetwijfeld. Trouwens; ik word er zelf ook wel eens mee om de oren geslagen.
Allereerst wil ik jullie vragen om wat geduld. Jullie stappen straks in een wereld die volop in beweging is, en die bewegingen roepen soms weerstand op. Maar ze zijn onvermijdelijk.
Bovendien zorgen al die veranderingen er voor dat jullie juist hard nodig zijn. Zie jezelf als luchtverkeersleiders. Het is van het grootste belang dat piloten hun vlieguren kunnen en willen maken en dat kostbare toestellen niet werkloos aan de grond staan. Dat vergt inzicht in de organisatie, efficiënt opereren en soms ook ingrijpen.
Natuurlijk zonder op de stoel van de piloten of de cabin crew te gaan zitten. Want managen in de zorg vergt ook vertrouwen, mensenkennis en inlevingsvermogen. Niet alleen tegenover werknemers, maar ook tegenover partners en familieleden van patiënten, op wie we in toenemende mate een beroep zullen moeten doen. Aan jullie de uitdaging om de weerstanden te overwinnen en mensen op de werkvloer te inspireren, boeien en binden voor de zorg van de toekomst.
Ik wens jullie daarbij alle succes en wijsheid toe!