Kamerbrief inzake geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en de Raad Buitenlandse Zaken van 25 januari 2010
Gaarne bieden wij u hierbij de geannoteerde agenda aan van de Raad Algemene Zaken en de Raad Buitenlandse Zaken van 25 januari 2010.
Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en de Raad Buitenlandse Zaken van 25 januari 2010
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
De Staatssecretaris voor Europese Zaken,
Drs. F.C.G.M. Timmermans
I. Raad Algemene zaken
Prioriteiten Spaanse voorzitterschap
De Raad Algemene Zaken zal spreken over de prioriteiten van het Spaanse EU-voorzitterschap. Het Spaanse voorzitterschapsdocument ging uw kamer op 11 januari toe.
Het Spaanse voorzitterschap heeft vier hoofdprioriteiten geïdentificeerd:
1. Implementatie van het Verdrag van Lissabon.
Bijzondere aandacht zal hierbij uitgaan naar de oprichting van de Europese Dienst Extern Optreden (EDEO), de gewenste toetreding van de Europese Unie tot het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens alsmede de totstandkoming van de solidariteitsclausule. Daarnaast is, als bekend, de consultatieprocedure over het Burgerinitiatief gestart. Nederland is het eens met het voorzitterschap dat, na de lange onderhandelingen, het verdrag nu spoedig moet worden geïmplementeerd.
2. Economisch herstel en werkgelegenheid.
Centraal staat hierbij de totstandkoming van een nieuwe tienjarige strategie voor groei, duurzaamheid en werkgelegenheid (“Europa 2020”) als opvolger van het in 2000 gelanceerd Lissabonproces. Nederland staat een ambitieuze agenda voor. De nieuwe strategie moet een antwoord bieden op de uitdagingen die ons de komende tien jaar te wachten staan. Daarnaast zal het voorzitterschap ook veel aandacht willen besteden aan de houdbaarheid van de overheidsfinanciën en aan financieel toezicht (de besluiten van de Europese Raad van december 2009 liggen nu voor aan het Europees Parlement dat medewetgever is op dit dossier).
3. Een versterkt extern EU-profiel.
Onder Spaans voorzitterschap zullen ondermeer Toppen plaatsvinden met de landen van Latijnsamerika, Marokko, Mexico, Japan en de VS. Het voorzitterschap wil eveneens –afhankelijk van voortgang in het MOVP- een nieuwe impuls geven aan de Unie voor de Mediterrane Regio. Ook wil Spanje stappen zetten in de Europese ontwikkelingsagenda, ondermeer op het gebied van werkverdeling.
4. Het Europa van de burger.
Spanje wil veel aandacht besteden aan emancipatievraagstukken. Daarnaast zal onder Spaans voorzitterschap verder worden gewerkt aan de uitvoering van het Stockholmprogramma (JBZ).
Nederland is tevreden met het Stockholm Programma. Het legt sterk de nadruk op Europees burgerschap en fundamentele rechten, en de bescherming van de burger, tegelijkertijd heeft het oog voor de interne veiligheid.
Nederland ondersteunt het Spaanse voorzitterschapsdocument.
II. Raad Buitenlandse Zaken
Iran
In navolging van de Europese Raad in december zullen de ministers spreken over de volgende stappen waarmee Iran bewogen kan worden zich te conformeren aan de internationale verplichtingen ten aanzien van zijn nucleaire programma. Naar verwachting zal de discussie voortbouwen op de uitkomsten van de bijeenkomst van een E3+3 (de vijf permanente leden van de VN-veiligheidsraad en Duitsland) over Iran, op 16 januari a.s. te New York. Ook een vertegenwoordiger van HV Ashton zal bij deze bijeenkomst aanwezig zijn.
Aangezien Iran nog steeds geen betekenisvolle dialoog over zijn nucleaire ambities wil voeren, nadert het moment dat additionele sanctiemaatregelen genomen moeten worden. Nederland pleit ervoor dat deze maatregelen door de VN-veiligheidsraad genomen worden. Indien binnen de VNVR echter geen overeenstemming bereikt kan worden, zal de EU met gelijkgezinde landen het voortouw moeten nemen. Nederland zal in de voorbereidingen daarop aandacht vragen voor maatregelen die de belangen van de Revolutionare Garde zouden treffen en maatregelen om de export van internetfiltertechnieken aan het Iraanse regime aan banden te leggen.
Voorts blijft de mensenrechtensituatie in Iran uiterst zorgelijk. Zeven maanden na de verkiezingen blijven de protesten tegen president Ahmadinejad aanhouden, waarbij op 27 december jl. naar schatting meer dan dertig doden vielen. Ook werden vele arrestaties verricht. Nederland is van mening dat de EU krachtig en zichtbaar moet blijven protesteren tegen mensenrechtenschendingen, waaronder het ondoorzichtige verloop van de massaprocessen.
Bosnië
De Raad zal spreken over de voortdurende politieke impasse in Bosnië-Herzegovina (BiH) en het voorlopige gebrek aan voortgang in het Butmir-proces. De politieke impasse belemmert de Euro-Atlantische integratie van het land. In aanloop naar de nationale verkiezingen van oktober 2010 kunnen de spanningen in het land toenemen.
Naar verwachting zal de discussie zich in het bijzonder richten op de aard en omvang van de toekomstige internationale aanwezigheid in BiH. De Raad zal spreken over de toekomst van het kantoor van de Hoge Vertegenwoordiger (OHR), gegeven het feit dat er weinig uitzicht is op het voldoen aan voorwaarden voor de sluiting van het kantoor van de OHR (de zogeheten “5+2”, zie noot 1 ). Wat betreft de militaire aanwezigheid zal de wijze van voortzetting van EUFOR Althea, in vervolg op de discussie hierover in de Raad van december 2009, opnieuw aan de orde komen.
De regering meent dat de EU een verantwoordelijkheid heeft om de stabiliteit van het land te helpen garanderen. Gegeven de huidige politieke situatie acht de regering sluiting van de OHR op dit moment niet wenselijk en blijft zij van mening dat militaire executieve aanwezigheid voorlopig noodzakelijk is totdat de politieke en veiligheidssituatie in Bosnië-Herzegovina terugtrekking van deze capaciteit toestaan.
Somalië
In vervolg op eerdere discussies in de Raad (november jl) zullen de ministers spreken over de bijdrage die de EU kan leveren aan het vergroten van de stabiliteit in Somalië. Er zal specifiek worden gesproken over training door de EU van het Somalische regeringsleger in Uganda door middel van een GVDB-missie. 2
In de eerdere discussies heeft Nederland aangegeven belang te hechten aan Security Sector Development in Somalië en de wenselijkheid dat de EU hierbij een rol gaat spelen. Tegelijkertijd heeft Nederland, in het licht van de veiligheidssituatie in Somalië, gesteld dat een eventuele EU-trainingsmissie voor Somalische militaire eenheden met bijzondere aandacht dient te worden voorbereid.
Mede op aandringen van Nederland zijn er ten behoeve van de planning van een eventuele missie diverse randvoorwaarden gesteld. Zo dient er een goed betalingsmechanisme te zijn, voldoende soldij voor de getrainde troepen beschikbaar te zijn, en een mechanisme dat de inzet van de getrainde militairen controleert. Dit om mogelijke negatieve effecten, zoals het overlopen naar vijandige milities, te voorkomen en tijdig te kunnen ingrijpen indien de trainingen niet de gewenste effecten hebben. In de planning wordt inmiddels voorzien in een monitoringsmechanisme - met daarbij een rol voor Afrikaanse vredesmacht AMISOM - en een betalingsmechanisme dat via PriceWaterhouseCoopers zal worden geadministreerd.
In de Raad zal Nederland aandacht blijven vragen voor de noodzaak van zorgvuldige planning en genoemde randvoorwaarden. Indien blijkt dat hier in voldoende mate aan voldaan wordt zal Nederland de instelling van een EU-trainingsmissie niet in de weg staan. In dit stadium wordt een Nederlandse bijdrage aan de trainingsmissie evenwel niet voorzien.
Afghanistan/Pakistan
De ministers van Buitenlandse Zaken zullen spreken over de actuele politieke situatie in Afghanistan en Pakistan en over de Afghanistan conferentie in Londen op 28 januari 2010. Hierbij zal ook worden gesproken over de vraag hoe de EU via uitvoering van het in oktober jl. aangenomen EU actieplan de stabiliteit en ontwikkeling van Afghanistan en Pakistan verder kan bevorderen.
Op moment van schrijven moeten de details voor de Londen-conferentie nog uitkristalliseren. Wel zijn de hoofdthema’s reeds bekend, te weten: veiligheid, ontwikkeling en bestuur, en regionale en internationale samenwerking. De Londen-conferentie beoogt de schakel te zijn tussen de inauguratiespeech van president Karzai waarin hij zijn algemene, strategische beleidsvisie voor de komende jaren uiteenzette en een internationale conferentie in Kaboel dit voorjaar waar concretisering en implementatie van de uitkomst van de Londen-conferentie centraal zal staan. De Londen-conferentie zal de strategische richting moeten aangeven. De regering zal pleiten voor een focus tijdens de Londen-conferentie op verbetering van de kwaliteit van het openbaar bestuur en een versterkte aandacht voor capaciteitsopbouw op dit terrein. Dit zal tevens gepaard moeten gaan met een ferm Afghaans anti-corruptiebeleid.
In de Raad zal de regering erop aandringen dat het EU actieplan voor Afghanistan snel wordt vertaald in concrete voorstellen voor implementatie. Daarbij zal wat Nederland betreft vooral de nadruk moeten liggen op beleidsterreinen als goed bestuur, mensenrechten en ‘rule of law’.
Voor wat betreft de uitvoering van het EU Actieplan ten aanzien van Pakistan zal de focus liggen op hervorming van de veiligheidssector, verbeterde ‘rule of law’ en versterking van democratische instituten. Mogelijk zullen de ministers spreken over de tweede EU-Pakistan ad-hoc top die is voorzien voor de eerste helft van 2010. Tijdens de eerste top (17 juni 2009) werd vooral het belang van versterkte samenwerking benadrukt.
Nederland zal tijdens de Raad ook het belang benadrukken dat de EU met beide regeringen heldere afspraken maakt over de noodzakelijke hervormingen.
Jemen
De Raad zal spreken over de situatie in Jemen, mede met het oog op de internationale Jemenbijeenkomst die op 27 januari a.s. in Londen zal worden georganiseerd. Op het moment van schrijven is nog niet veel bekend over de opzet van de conferentie en welke landen en organisaties zullen worden uitgenodigd.
Nederland is bezorgd over de recente ontwikkelingen in Jemen en steunt het Britse initiatief om een Jemenbijeenkomst te houden. Het is daarbij van belang dat het internationale debat zich niet alleen richt op Al-Qaida en terrorismebestrijding, maar ook de bredere problematiek van de toenemende politieke instabiliteit en onveiligheid in Jemen in ogenschouw neemt. Naast een politieke dialoog van de regering met de oppositie in het noorden en met de oppositie in het zuiden, zijn ook ingrijpende maatregelen noodzakelijk om de economische crisis en armoedeproblematiek in het land te bestrijden. Tegelijkertijd is blijvende aandacht nodig voor de naleving van internationaal humanitair recht in Jemen, de humanitaire crisis en vluchtelingen uit de Hoorn van Afrika in het zuiden. Betrokkenheid van landen in de regio is daarbij van cruciaal belang.
Oekraïne
De Raad zal mogelijk spreken over de verkiezingen die op 17 januari jl. in Oekraïne zullen plaatsvinden. De verkiezingsstrijd zal daarbij met name gaan tussen de huidige premier Timoshenko en oppositieleider Yanukovich. Peilingen wijzen erop dat geen van de kandidaten in de eerste ronde een absolute meerderheid zal behalen en dat een tweede ronde noodzakelijk zal zijn. Deze zal naar verwachting op 7 februari a.s. plaatsvinden. Een goed en eerlijk verloop van de verkiezingen zal van groot belang zijn voor de verdere ontwikkelingen van de betrekkingen tussen de EU en Oekraïne en in de Oekraïne zelf. De EU verwacht van de nieuw gekozen president dat deze het mandaat zal gebruiken om de nodige politieke en economische hervormingen uit te voeren, met het oog op de continuering van het IMF Stand-by Arrangement (economisch hulpprogramma voor Oekraïne), de totstandkoming van een associatieovereenkomst tussen de EU en Oekraïne, en modernisering van de Oekraïense gassector.
1 In februari 2008 heeft de Peace Implementation Council (PIC) afgesproken dat aan vijf doelstellingen en twee voorwaarden (‘5+2 approach’) voldaan moet worden voordat de OHR kan sluiten. De geïdentificeerde doelstellingen zijn: 1) verdeling van staatseigendom (onroerend goed); 2) oplossing voor defensiebezittingen (wapens/munitie en onroerend goed); 3) duurzame regeling voor de status van Brcko; 4) akkoord over verdeling van de belastingsinkomsten; 5) werkende rechtstaat. Tevens zijn ondertekening van de Stabilisatie en Associatieovereenkomst en een positieve beoordeling van de situatie in BiH door de PIC Steering Board noodzakelijk voordat de transitie naar de EU Speciale Vertegenwoordiger kan plaatsvinden.
2 Met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon, heet het ‘Europese Veiligheids en Defensiebeleid’ (EVDB) voortaan ‘Gemeenschappelijk Veiligheids en Defensiebeleid’ (GVDB).
Pagina 6 van 6 |