Kamerbrief inzake beantwoording vragen van het lid Ouwehand over Aanvaring van een schip van Sea Shepherd Conservation Society door Japanse walvisvaarders
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Ouwehand over de aanvaring van een schip van Sea Shepherd Conservation Society door Japanse walvisvaarders. Deze vragen werden ingezonden op 15 januari 2010 met kenmerk 210Z00715.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Ouwehand (PvdD) over de aanvaring van een schip van Sea Shepherd Conservation Society door Japanse walvisvaarders.
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de aanvaring van het schip “Ady Gil” van de Sea Shepherd Conservation Society door de Japanse walvisvaarder “Shonan Maru II”, die heeft plaatsgevonden in de Arctische wateren op 5 januari jongstleden?
Antwoord
Ja
Vraag 2
Kent u de beelden die zowel door Sea Shepherd als de Japanse walvisvaarders zelf gemaakt zijn?
Antwoord
Ja
Vraag 3
Hoe beoordeelt u dit incident waarbij een schip van natuuractivisten kennelijk tijdens een rustig moment werd overvaren door Japanse walvisjagers, waardoor het schip zwaar werd beschadigd en uiteindelijk zelfs gezonken is?
Antwoord
Ik ben geschokt over de beelden van de aanvaring van de “Ady Gil” van de Sea Shepherd Conservation Society en het Japanse schip “Shonan Maru No. 2”.
Het nader technisch maritiem onderzoek naar het incident dat Nieuw-Zeeland en Australië verrichten zal wellicht duidelijkheid verschaffen over welk schip verantwoordelijk moet worden geacht voor de aanvaring. Een oordeel over de schuldvraag moet ik derhalve aan de technische experts overlaten.
Dit neemt niet weg dat ik in mijn standpunt gesterkt ben dat hoe verschillend ook gedacht wordt over de walvisvangst of over de legitimiteit van protestacties daar tegen, gevaarlijke of gewelddadige acties niet mogen worden getolereerd, noch van de walvisvaarders, noch van de demonstranten. Onder geen enkele voorwaarde mogen mensenlevens op het spel komen te staan. Het is juist tegen die achtergrond dat mijn collega’s van Nieuw-Zeeland, Australië en ik begin december 2009 de aan de Kamer bekende gemeenschappelijke verklaring hebben afgelegd.
Vraag 4
Bent u bekend met het feit dat er tijdens de aanvaring een Nederlandse staatsburger en een Nieuw-Zeelandse activist, die in het bezit is van een Nederlands paspoort, aan boord waren van de Ady Gil? Welke verantwoordelijkheid voelt u voor deze activisten met een Nederlands paspoort?
Antwoord
Van het Australische Rescue Coordination Centre van het Australian Maritime Safety Authority is een fax ontvangen waarin werd bericht dat na de aanvaring 6 opvarenden van de “Ady Gil” waren opgevangen door de “Bob Barker” van de Sea Shepherd Conservation Society en dat er géén gewonden waren.
Van de zes opvarenden beschikten er vijf over een Nieuw-Zeelands paspoort. Één van hen beschikt ook over een Australisch paspoort. De zesde opvarende, dhr. De Groot, beschikt over een Nederlands paspoort. Over een Nieuw-Zeelandse activist die ook zou beschikken over een Nederlands paspoort is niets bekend.
Nederlanders die, ongewild en ongedacht, in de problemen komen kunnen rekenen op bijstand door het ministerie van Buitenlandse Zaken. Ik teken hierbij aan dat vrijwilligers van Sea Shepherd een ‘Volunteer Waiver of Liability’ moeten ondertekenen waarin zij Sea Shepherd vrijwaren van elke verantwoordelijkheid of (financiële) compensatie. In deze waiver onderschrijft de vrijwilliger eveneens onder meer dat de activiteiten van Sea Shepherd inherent gevaarlijk zijn en niet veilig gemaakt kunnen worden, alsmede dat hij of zij bereid is “… to put myself in personal danger.”
Vraag 5
Is het waar dat Nederland onder het ILC Draft Articles on Diplomatic Protection (2006) een andere staat aansprakelijk kan stellen wanneer die staat een ‘internationally wrongful act’ (een schending van internationaal recht) heeft begaan jegens een Nederlandse onderdaan?
Antwoord
Dat is waar, maar wel geldt dan dat de betreffende Nederlandse onderdaan eerst alle nationale rechtsmiddelen van - in dit geval - Japan moet hebben uitgeput. Pas als dat is gebeurd, en als sprake is - zoals geformuleerd in artikel 1 van de genoemde Draft Articles - van een "injury caused by an internationally wrongful act", heeft Nederland de mogelijkheid diplomatieke bescherming uit te oefenen.
Vraag 6
Bent u bereid een (strafrechtelijk) onderzoek uit te voeren naar de precieze toedracht van dit incident van 5 januari jongstleden? Zo ja, op welke termijn en welke wijze? Zo nee, bent u bereid zich aan te sluiten bij het onderzoek dat Australië en Nieuw-Zeeland uitvoeren naar dit incident?
Antwoord
De regering kan geen strafrechtelijk onderzoek uitvoeren. Dat is voorbehouden aan het Openbaar Ministerie.
Sea Shepherd Conservation Society Nederland heeft op 8 januari dit jaar aangifte gedaan van zeeroof door de schipper en overige bemanningsleden van de “Shonan Maru No. 2” bij het Functioneel Parket te Amsterdam van het Openbaar Ministerie. Op 12 januari jl. is een aanvulling op de aangifte toegezonden. Hoe door het Openbaar Ministerie zal worden gereageerd op de aangifte is thans nog niet bekend.
Voorts heb ik begrepen dat op 14 januari jl. de Sea Shepherd Conservation Society aangifte heeft gedaan bij de Nieuw-Zeelandse politie van poging tot moord door de kapitein van het Japanse schip.
Nieuw-Zeeland en Australië verrichten nader technisch maritiem onderzoek naar het incident. Nieuw-Zeeland zal afhankelijk van de uitkomsten hiervan bezien of het strafrechtelijke traject zal worden ingeslagen. Vanwege de Nieuw-Zeelandse vlag van de “Ady Gil” bestaat er geen verantwoordelijkheid of noodzaak voor Nederland onderzoek te doen naar het incident, of om zich aan te sluiten bij het onderzoek van Nieuw-Zeeland en Australië.
Vraag 7
Bent u bereid tot het uitvoeren van een breed onderzoek naar de handelswijze van de Japanse walvisvloot naar aanleiding van de incidenten van 17 december en van 5 januari jongstleden, en hierin ook te betrekken de vraag of Japan zich aan de internationale verdragen houdt ter bescherming van de walvis en de veiligheid op zee? Zo ja, op welke termijn en welke wijze? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Het ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft de Sea Shepherd Conservation Society om nadere informatie verzocht betreffende het incident van 17 december 2009. Ook bij de Japanse autoriteiten is via diplomatieke kanalen dit verzoek neergelegd.
Zoals aangegeven verrichten Nieuw-Zeeland en Australië nader onderzoek naar het incident van 5 januari jl.
In de vraag een breed onderzoek in te stellen naar de handelswijze van de Japanse walvisvloot ligt besloten de vooronderstelling dat de Japanse schepen de schuld dragen voor de incidenten van 17 december en 5 januari jl. Die vooronderstelling is evenwel prematuur in het licht van het Australisch / Nieuw- Zeelandse onderzoek en de uitstaande verzoeken om nadere informatie.
Vraag 8
Bent u bereid uw ongenoegen over het gedrag van de betrokken gezagvoerders en bemanning kenbaar te maken aan de Japanse regering? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid uw pleidooi ditmaal kracht bij te zetten door te wijzen op de mogelijkheid dat Nederland handelssancties zou kunnen opleggen wanneer schepen onder Japanse vlag Nederlandse staatsburgers in gevaar blijven brengen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 9
Bent u bereid de Japanse regering te vragen de gezagvoerder en bemanning van de Shonan Maru II aan te klagen? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Onder verwijzing naar het gestelde in het antwoord op vraag 7 betreffende de schuldvraag geldt dat de “Ady Gil” voer onder de vlag van Nieuw-Zeeland. Het is derhalve aan de vlaggenstaat van de “Ady Gil” eventuele vervolgstappen te nemen en niet aan Nederland.
Vraag 10
Bent u bekend met het bericht dat in Japan actievoerders van Greenpeace zijn opgepakt die de illegale walvisjacht aan de kaak wilden stellen en dat hen wellicht zelfs een gevangenisstraf van een jaar boven het hoofd hangt? Bent u bereid Japan vragen te stellen over de zorgelijke toestand waarin de genoemde actievoerders zich bevinden?
Vraag 11
Deelt u de zorgen over de rechtspositie van milieu- en natuuractivisten in Japan? Zo ja, bent u bereid deze zorgen namens Nederland kenbaar te maken aan de Japanse regering? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom eigenlijk niet?
Antwoord
Ja, ik ben bekend met de arrestatie van twee Japanse medewerkers van Greenpeace in Japan. Ik merk daarbij op dat naar aanleiding van vragen hierover van Greenpeace Nederland in juli 2008, ik hen heb doen weten dat ik de gevoelens van Greenpeace Nederland over deze arrestatie onderken. Tevens heb ik gewezen op het Nederlandse beleid dat voorschrijft dat het zich in beginsel niet bemoeit met de interne rechtsgang in andere landen. Dat betekent dat Nederland zich onthoudt van een oordeel ten aanzien van de rechtmatigheid van de arrestatie van de twee Japanse Greenpeace medewerkers, mede daar het geen Nederlandse onderdanen betreft waaraan consulaire bijstand kan worden gegeven.
De EU en Nederland voeren met Japan een dialoog op het gebied van mensenrechten. De EU, Nederland en Japan delen in beginsel dezelfde waarden ten aanzien van het beschermen en bevorderen van mensenrechten, waarbij het handhaven van de doodstraf in Japan een grote uitzondering is. Daarnaast bestaat een aantal punten van zorg, waaronder algemene detentieomstandigheden in Japanse gevangenissen en verhoorprocedures. In de context van deze dialoog zal bij de aanstaande consultaties met Japan ook ruimte zijn voor de bespreking van de positie van de Greenpeace medewerkers.
Pagina 5 van 5 |