Kamerbrief inzake beantwoording vragen van het lid De Roon over het hoofdkwartier van Turkije’s inzet om lid te worden van de EU
Graag bied ik u hierbij, mede namens de Staatssecretaris voor Europese Zaken, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid De Roon over het hoofdkwartier van Turkije’s inzet om lid te worden van de Europese Unie. Deze vragen werden ingezonden op 16 december 2009 met kenmerk 2009Z24683.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de heer Timmermans, Staatssecretaris voor Europese Zaken, op vragen van het lid De Roon (PVV) over het hoofdkwartier van Turkije's inzet om lid te worden van de Europese Unie. (Ingezonden 16 december 2009)
Vraag 1
Kent u het bericht “ Turkey prepares to join EU in a building confiscated from the Orthodox”? 1)
Antwoord op vraag 1
Ja.
Vraag 2
Is het waar dat Turkije's inspanningen om lid te worden van de EU gecoördineerd worden vanuit een gebouw dat de Turkse staat heeft afgepakt van de christelijke gemeenschap?
Antwoord op vraag 2
De vestiging van het Turkse Secretariaat-Generaal voor EU- coördinatie in Istanboel bevindt zich in een gebouw dat in het verleden, binnen de Grieks-orthodoxe gemeenschap, dienst deed als lagere school.
Vraag 3
Is het waar dat de plechtige ingebruikneming van dit gebouw voor dat doel, heeft plaatsgevonden in aanwezigheid van premier Erdogan, de Turkse minister voor Europese Zaken en een vertegenwoordiging van de Europese Unie? Zo ja, wie was namens de EU daarbij aanwezig?
Antwoord op vraag 3
Ja, zowel de Turkse premier Erdoğan als EU-onderhandelaar Bağis was aanwezig. Daarnaast werd deze plechtigheid door vertegenwoordigers van lidstaten Zweden en Oostenrijk bijgewoond. De EU als zodanig was niet vertegenwoordigd.
Vraag 4
Waren er ook vertegenwoordigers van de Nederlandse regering bij aanwezig? Zo ja, wie? Was men op de hoogte van het feit dat dit gebouw was afgenomen van de christelijke gemeenschap?
Antwoord op vraag 4
Nee, Nederland was niet vertegenwoordigd. Nederland was op de hoogte van de hoger beroepszaak die de Grieks-orthodoxe gemeenschap heeft lopen tegen de eerdere toewijzing door een lagere rechter aan de Istanbul Metropolitan Municipality. Hierin is nog geen uitspraak gedaan.
Vraag 5
Ziet u aanleiding om de Turkse ambassadeur op het matje te roepen en van Turkije te eisen dat dit gebouw wordt teruggegeven aan de rechtmatige eigenaar, te weten de christelijke gemeenschap? Zo neen, waarom niet?
Antwoord op vraag 5
Afgewacht moet worden wat de uitspraak in hoger beroep zal zijn. Hierop wil ik niet vooruitlopen. Dit laat onverlet dat de mensenrechten in Turkije, waaronder de rechten van (religieuze) minderheden en godsdienstvrijheid, zoals u bekend, mijn blijvende aandacht hebben. Zo heb ik heb mijn zorg hierover ook in september en oktober jl. aan mijn Turkse ambtgenoot, Minister Davutoğlu, overgebracht. In EU-verband roept de Raad van 7 december jl. Turkije tevens op tot een grotere inspanning om aan de Kopenhagen-criteria te voldoen. In dit kader verwees de Raad, mede op Nederlands aandringen, expliciet naar het belang van onder andere de vrijheid van meningsuiting, godsdienstvrijheid alsook vrouwen- en kinderrechten. Zie ook de brief aan uw kamer van 10 december 2009 (kamerstuk 21501-02 nr. 939). Ik zal in zowel mijn bilaterale contacten met Turkije als in EU-verband aandacht blijven vragen voor de vrijheid van religie in Turkije.
Vraag 6
Ingeval vertegenwoordigers van de EU of van Nederland aanwezig waren bij de ingebruikneming van het gebouw, ziet u daarin dan aanleiding om verontschuldigingen aan te bieden aan de christelijke gemeenschap in Turkije? Zo neen, waarom niet?
Antwoord op vraag 6
Zie antwoord op vragen 3 en 4.
1) AsiaNews.it, 12 november 2009