Kamerbrief inzake beantwoording vragen van de leden Ten Broeke en Weekers over vervroegde pensionering van EU-ambtenaren
Graag bied ik u hierbij, mede namens de Minister van Financiën, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Ten Broeke en Weekers over vervroegde pensionering van EU-ambtenaren. Deze vragen werden ingezonden op 4 januari 2010 met kenmerk 2010Z00007.
De Staatssecretaris voor Europese Zaken,
Frans Timmermans
Antwoorden van de heer Timmermans, Staatssecretaris voor Europese Zaken op vragen van de leden Ten Broeke en Weekers (VVD) over vervroegde pensionering van EU-ambtenaren.
Vraag 1
Is het bericht waar dat maar liefst 340 €pese ambtenaren, hoofdzakelijk uit de oude lidstaten (EU15), in 2010 met vervroegd pensioen zullen gaan vanaf de leeftijd van 50 jaar, om daarmee plaats te maken voor ambtenaren uit de nieuwe lidstaten? 1
Antwoord
Het door u genoemde krantenartikel stamt uit 2005 en heeft betrekking op een tijdelijke bijzondere regeling uit de periode 2004 en daarvoor. Bij wijze van uitzondering konden toen maximaal 600 personeelsleden vanaf 55 jaar de Europese Commissie verlaten met een uitkering tussen 60-70% van hun laatste salaris. Hiervan hebben 530 €pese ambtenaren gebruik gemaakt in de periode 2002-2004; zij zijn door 294 nieuwe ambtenaren vervangen.
In 2004 trad overigens een nieuw personeelsstatuut in werking, waarbij de mogelijkheden voor vervroegde pensionering juist zijn ingeperkt en de pensioenregeling enigszins werd versoberd.
Vraag 2
Is de aanname gerechtvaardigd dat deze vroeg-pensionerende EU-functionarissen gemiddeld kunnen gaan genieten van een riante pensioen van 9.000 € (bruto) per maand? Valt deze vorm van vervroegde uittreding niet eerder te kwalificeren als een gouden handdruk?
Staat het deze functionarissen vrij om andere werkzaamheden te verrichten tot het bereiken van de gebruikelijke pensioengerechtigde leeftijd op 65?
Het is toch zo dat Europese pensioengerechtigde ambtenaren pas het volle pensioen krijgen uitgekeerd op het moment dat tenminste 30 jaar is gewerkt?
Antwoord
Een precieze statistiek van het gemiddelde pensioenbedrag in de tijdelijke regeling (2002-2004) is mij niet bekend. Wel heeft de Europese Commissie op eerdere vragen van het Europees Parlement (E-4058/05) aangegeven dat het vroegpensioen onder de algemene regeling die tot 2004 gold lager is dan 9000 € per maand.
Wat betreft de andere werkzaamheden die uitgetreden ambtenaren kunnen aanvaarden dient te worden opgemerkt dat deze aan nadrukkelijke beperkingen onderhevig zijn.
Het benodigde aantal pensioenjaren voor volledig pensioen kan per persoon verschillen, want de pensioenregeling is enkele keren aangepast en sommige werknemers hebben pensioen opgebouwd bij eerdere werkgevers.
Vraag 3
Gelet op het feit dat het arbeidsvoorwaardenbeleid van de Europese Commissie uiteraard geen directe verantwoordelijkheid is van de lidstaten, maar de EU-begroting van waaruit deze ambtenaren worden betaald en van waaruit voor hun pensioenen wordt gespaard wel, tezamen met het EP, wat vindt u dan van deze handelwijze? Wat denkt u hieraan vanuit de Europese Raad te kunnen doen, bijvoorbeeld in het kader van de herziening van de EU begroting die nu op handen is?
Antwoord
De tijdelijke regeling voor vroegpensioen was destijds nodig om binnen de Commissie ruimte te creëren voor staf uit nieuwe lidstaten, al was deze regeling nogal riant. Deze regeling is nu afgesloten.
In het algemeen ziet Nederland er op toe dat de EU-pensioenregeling zo sober mogelijk is. Periodiek, laatstelijk in 2004 en binnenkort in 2012, worden deze bepalingen herzien. Besluitvorming hierover geschiedt met gekwalificeerde meerderheid in de Raad en codecisie met het Europees Parlement.
Nederland is doorlopend attent op de omvang van de administratieve uitgaven van de EU. Op dit vlak zijn in de Raad ook enkele successen geboekt, zoals lagere salarisschalen voor medewerkers die na 2004 in dienst traden bij de Commissie, en een beperkte stijging van EU-salarissen in 2009-2010. De Raad heeft ook, mede op aandringen van Nederland, de Commissie gevraagd om een analyse van de EU pensioenuitgaven voor de komende 30 jaar (binnenkort verwacht).
Verder komen de administratieve uitgaven ter sprake bij de jaarlijkse onderhandelingen over de EU-begroting. Nederland blijft ook aandringen op een spoedige EU-begrotingsevaluatie (voor de periode na 2013) en zal daarbij attent zijn op administratieve uitgaven.
De Nederlandse regering blijft zich inspannen voor versobering van het communautaire pensioenstelsel, echter op het moment dat dit in de besluitvorming aan de orde is en daarvoor gelijkgezinde lidstaten kunnen worden gemobiliseerd.
Vraag 4
Bent u bereid de Europese Commissie erop te wijzen dat aanbevelingen van haar zijde aan het adres van lidstaten dat arbeid verder moet worden geflexibiliseerd en er wellicht ook langer moet worden gewerkt teneinde competitief te blijven (Lissabondoelstellingen) volstrekt ongeloofwaardig zijn tegen de achtergrond van een dergelijke massale en wel zeer vervroegde pensionering van het eigen personeel?
Antwoord
Nederland spant zich er voor in dat de aanbevelingen op pensioengebied die aan de lidstaten worden gepresenteerd ook binnen de Commissie zelf worden overgenomen. De omslag voor de toekomst werd in 2004 echter al goeddeels gemaakt. De gemiddelde pensioneringsleeftijd ligt juist vrij hoog; de meeste EU ambtenaren geven er de voorkeur aan zo lang mogelijk door te werken.
Vraag 5
Deelt u de mening dat dit type berichten helaas een vernietigende uitwerking heeft op de geloofwaardigheid van de Europese instellingen en dat, indien deze informatie niet klopt, alles moet worden gedaan om dit beeld weg te nemen en, indien deze informatie klopt, deze maatregel moet worden teruggedraaid en aan de verantwoordelijke moet worden duidelijk gemaakt hoeveel schade (imago, geloofwaardigheid etc) zij aan de Europese integratie hebben toegebracht?
Antwoord
Het betreft een krantenbericht uit 2005, betreffende een tijdelijke regeling waartoe in het verleden is besloten. Er lijkt vooralsnog geen sprake van een structureel probleem. Daarnaast heeft deze regeling ertoe geleid dat er minder posten nodig waren (de 530 vertrekkende ambtenaren zijn vervangen door 294 nieuwe). Dat dient ook in de beeldvorming te worden betrokken.
1 Belgisch nieuwsblad, 17 augustus 2005: “EU-ambtenaren: pensioen vanaf 50 jaar en 9.000 € per maand” http://www.nieuwsblad.be/Article/Detail.aspx?articleID=dma17082005_006