Nader onderzoek overschrijding kapitaalnorm
De Inspectie van het Onderwijs gaat nader onderzoek doen naar de financiën van scholen die boven de kapitaalnorm van de commissie Don uitkomen.
Dat schrijven de staatssecretarissen van Onderwijs Van Bijsterveldt en Dijksma vandaag aan de Tweede Kamer in een brief met het overzicht van financiële gegevens van scholen.
55 procent van de basisscholen en 65 procent van de scholen in het voortgezet onderwijs hebben een kapitaal dat hoger is dan de signaleringsgrenzen die het Kabinet op voorstel van de commissie Don vorig jaar heeft vastgesteld. In theorie hebben deze scholen geld op de bank staan dat in het onderwijs geïnvesteerd moet worden. In de praktijk kunnen er voor een school ook goede redenen zijn om te wachten met investeren. Elke beoordeling is maatwerk. Daarom onderzoekt de Inspectie van het Onderwijs de financiën van elke school die boven de norm uitkomt. De 400 scholen die het meeste afwijken van de norm of veel vermogen combineren met lage kwaliteit, worden het eerste onderzocht. Als er te veel geld op de plank blijft liggen, maakt de Inspectie afspraken met de school, opdat het geld ten goede komt aan de school.
Uit de gegevens blijkt dat de scholen in het basisonderwijs vorig jaar 60 miljoen meer ontvingen dan besteedden en in het voortgezet onderwijs 70 miljoen. Dit overschot is lager dan vorig jaar en voor het grootste gedeelte te danken aan de financiële baten zoals de renteontvangsten. De waarde van de duurzame bezittingen zoals computers is in beide sectoren met 400 miljoen gestegen. Dat betekent dat de sector als geheel voorzichtig investeert. Het eigen vermogen daalt licht.
Dijksma en Van Bijsterveldt concluderen dat veel scholen de kapitaalnorm overschrijden maar onderstrepen ook het feit dat de beoordeling van de financiële situatie van een school maatwerk is. Ze investeren in samenwerking met de PO-raad en de VO-raad in het vergroten van de financiële deskundigheid van schoolbesturen.