NOS, Met het oog op morgen, Radio 1

Minister-president Balkenende, na afloop van de wekelijkse ministerraad, over de inzamelingsactie voor Haïti en de coalitieverhoudingen

VULLINGS:
Wat was uw mooiste ervaring tijdens de actie voor Haïti?

BALKENENDE:
De mooiste ervaring was denk ik het gevoel van saamhorigheid bij iedereen die je tegenkwam. We zijn natuurlijk een land met verschillen. Iedereen heeft zo zijn eigen taak en functie en opvatting. Als je daar dan bent, dan zie je ineens dat Nederland één is om zich in te zetten voor Haïti. Dat vind ik eigenlijk een ontzettend typerend beeld van gisteravond. Ik denk dat iedereen het zo ervaren heeft.

VULLINGS:
Want samen is een woord, daar houdt u van. Het was echt een soort CDA-avond, of niet?

BALKENENDE:
Juist zo'n term moet je niet gebruiken.

VULLINGS:
Niet qua partijpolitiek, maar qua gevoel past dit heel erg bij u.

BALKENENDE:
Samen ergens voor staan, even verder kijken dan alleen je eigenbelang, gewoon puur je bezig houden met het lot van anderen. Dat vond ik erg goed. Ik stapte daar binnen in de studio en kwam Bridget Maasland tegen. Het eerste wat zij zei, en dat kon ik allen maar bevestigen, is dat er een enorm saamhorigheidsgevoel was daar. Zij zei het, en ik heb het alleen maar zo ervaren. Het was echt heel erg goed.

VULLINGS:
Het motto van het kabinet is ook 'samen werken, samen leven.' Gisteren zag het er ook goed uit. Het kabinet was samen aan het werk voor Haïti. Had u het gevoel ook, dat het kabinet een eenheid was gisteravond?

BALKENENDE:
Het was meer dan alleen het kabinet. Er waren ook mensen uit de Tweede Kamer. Het was eigenlijk partijoverschrijdend. Dat is maar goed ook, want dit is echt zo'n voorbeeld waarbij je zegt van nu doen even de politieke verschillen er niet toe, je hebt maar één doel: het steunen van de mensen in Haïti.

VULLINGS:
En dan gaan we naar de rauwe Haagse werkelijkheid. Want ondertussen worden hier in Den Haag op diverse redacties, maar ook elders, pooltjes opgezet over de vraag of het kabinet de eindstreep gaat halen. Waar zou u op inzetten, op welke datum?

BALKENENDE:
Ik ga er gewoon vanuit dat we doorgaan tot mei 2011, wanneer er nieuwe verkiezingen zijn. Ik begrijp de speculaties wel van u en uw collega's. Dan zeg ik: dat hebben we in de afgelopen jaren wel vaker meegemaakt. We hebben regelmatig pittige discussies gehad. U moet dan toch ook als u op een gegeven moment weddenschappen aangaat ook wel even kijken hoe het in het verleden is gelopen.

VULLINGS:
Uw kabinetten hebben nooit de eindstreep gehaald.

BALKENENDE:
Nee, maar het gaat mij om deze coalitie, waarin we regelmatig pittige debatten hebben gehad. Dat is steeds zo geweest. Maar uiteindelijk hebben we altijd wel de conclusie met elkaar kunnen trekken. Ook op moeilijke onderwerpen als de AOW, de kilometerbeprijzing, het aanvullend beleidsakkoord, ombuigingsmaatregelen. Maar tegelijkertijd…

VULLINGS:
Het hoort er gewoon een beetje bij ruzie maken, maar uiteindelijk dan toch resultaat boeken?

BALKENENDE:
Het valt mij zo op dat er soms enorm veel aandacht is voor de onderhandelingsstrategie. Drie weken voor we het aanvullend beleidsakkoord klaar hadden heel veel aandacht. Toen we het akkoord hadden was de aandacht ineens weg. Wat krijg je dan? Dan blijft er een beeld bestaan van 'hé, ze hebben ruzie.' Maar tegelijkertijd gaat het in de politiek niet om de vraag of je een meningsverschil hebt, maar of je er met elkaar uitkomt. En weet je die besluiten te nemen die nodig zijn?

VULLINGS:
Het is misschien een gekke vergelijking, maar mensen kijken naar de politiek en ook veel naar voetbal, en dan is de wedstrijd in het kabinet buitengewoon lelijk. Dan kan er na 94 minuten nog wel een bal in het net liggen, maar mensen kijken ook graag naar een mooie wedstrijd.

BALKENENDE:
Maar ik voorspel u: als wij dit jaar meedoen aan het WK, dan zal niet alleen worden gesproken over het spel maar ook over het resultaat. Ik weet nog heel goed, toen bij het EK voetbal, toen heeft het team fantastisch mooi gespeeld in het begin. Iedereen genoot ervan. Zelfs als ik collega's in andere landen tegenkwam, die zeiden dat Nederland geweldig speelde. Maar uiteindelijk zijn we onderuit gegaan. Dus ook daarvoor geldt: het kan best een keer dat je een mindere wedstrijd hebt, maar uiteindelijk hebben we meer aan het resultaat.

VULLINGS:
U bent echt ene Italiaanse voetballer, begrijp ik.

BALKENENDE:
Gewoon je best doen en niet voor moeilijkheden weglopen.

VULLINGS:
Gisteren was er ook weer een debat in de Tweede Kamer over het toptarief. Het is heel duidelijk dat minister van Financiën Bos en u daar heel anders over denken. Maar u probeert dan toch te doen alsof u het met elkaar eens bent, want het kabinet spreekt et één mond. Dat is een rare vertoning, of niet?

BALKENENDE:
Ik vond het meevallen. Als je nu gewoon ziet wat er is gebeurd. De discussie over zo'n toptarief hebben we gevoerd bij de APB. Dat is nu maanden geleden. Ik heb in een interview de bezwaren die ik toen in dat debat ook al naar voren heb gebracht letterlijk herhaald. Ik heb niks nieuws gezegd. Dat vanuit de hoek van de PvdA een voorstel is gekomen begrijp ik zeer wel, ook vanuit de politieke filosofie van een van de coalitiepartijen. Dat minister Bos dan in een interview zegt dat hij het een reële optie vindt, ook dat begrijp ik eigenlijk volledig. We hebben gisteren in het debat eigenlijk gezien…

VULLINGS:
Ik snap ook wel dat u er beide anders tegenaan kijkt, maar dan zit je met het staatsrechtelijke feit dat het kabinet met één mond moet spreken. Bos spreekt van een reële optie, u zegt niet verstandig. Dat staat toch gewoon haaks op elkaar?

BALKENENDE:
Ik vind dat je ook niet te verkrampt moet zijn. Wat ik het gekke vind is dat - ik heb dat voorbeeld ook genoemd in de richting van de heer Pechtold. Pechtold was toen hij minister was ook iemand die regelmatig met andere opvattingen naar buiten kwam. Hij heeft zelf wel eens gezegd dat we veel opener zouden moeten zijn in de keuzes die we willen maken. Toen hebben we gezegd: daar zit een rem op. Want het is eigenlijk zo: als een besluit is genomen dan verdedig je dat allemaal; in de tijd dat een besluit nog niet is genomen, dan moet je toewerken naar eenheid. Dan is het ook weer zo dat de minister of staatssecretaris die verantwoordelijk is voor een beleidsterrein, die heeft meer vrijheid dan een ander. Maar dat betekent dat zolang er geen besluit is genomen heb je enige ruimte. Dat kan ook niet anders, want anders kunnen coalitieregeringen niet functioneren.

VULLINGS:
U geeft nu gewoon antwoord, maar gisteren hebben we daar vierenhalf uur over gedaan.

BALKENENDE:
Het is ook wel zo dat soms wat weinig werd geluisterd. Sommige argumenten moest ik drie of vier keer herhalen.

VULLINGS:
Daar wil ik het ook inderdaad wel even over hebben.

BALKENENDE:
Nederland moet oppassen voor die krampachtigheid. Want dat is dus het gekke: aan de ene kant willen we discussiëren met elkaar. Nou, over zo'n onderwerp als de 60% bestaan een heleboel verschillende opvattingen over. En dan ineens mag er weer niets worden gezegd. Heel gek.

VULLINGS:
Ik wil het ook hebben over de rol van de oppositie. Die zijn sinds de zomer buitengewoon kritisch en spelen ook op de man, op u. Gisteren ook weer in dat debat over het toptarief. Naar mijn smaak is dat zelfs bij tijd en wijle denigrerend en respectloos. Los van of de verwijten van de oppositie terecht zijn, wat ik dan eigenlijk zie in zo'n debat is een groep leerlingen die hun leraar aan het wegpesten zijn. Dan heb ik het gevoel: eigenlijk zijn ze het gezag voor u verloren. Voelt u dat ook zo?

BALKENENDE:
Ik merk dat debatten fors worden en dat er grote woorden worden gebruikt en dat soms op de man wordt gespeeld.

VULLINGS:
Op u. Want gisteren zat u naast minister Bos, maar op u.

BALKENENDE:
Dat heeft ook politieke motieven.

VULLINGS:
Die zijn?

BALKENENDE:
Laten we eerlijk zijn: ik ben premier. Je bent politiek leider van een beweging, het CDA.

VULLINGS:
Dat geldt ook voor de heer Bos.

BALKENENDE:
Ja, maar het CDA is en blijft een sterke partij. Dan worden die debatten daarvoor benut. Het is wel zo dat het denk ik iets zegt over het algemene klimaat. Ik zelf houdt ervan dat je elkaar stevig bestrijdt met argumenten, maar dat je wel altijd waardig moet zijn. Ik doe dat op mijn manier. Ik ga ook mijn stijl niet veranderen.

VULLINGS:
Heeft u niet het gevoel dat uw houdbaarheidsdatum erop zit? Het is genoeg geweest, ik moet ermee stoppen?

BALKENENDE:
Er gebeurt ontzettend veel. Vorige week, maar ook deze week. Bij mij werk het eigenlijk zo: dat motiveert me nog veel meer.

VULLINGS:
Dat horen ze niet graag bij de oppositie.

BALKENENDE:
De afgelopen jaren heb ik heel veel meegemaakt. En als je het hebt over aanvallen ook op de persoon, ik heb niet anders meegemaakt sinds ik premier ben. De ene keer is het misschien wat minder, de andere keer is het buitengewoon intensief, dus ik heb alles meegemaakt de afgelopen jaren. Bij mij werkt het nu eenmaal zo dat als ik ergens in geloof, dan knokken we daarvoor. Ik zit hier niet voor mezelf. Ik zit hier omdat ik idealen heb voor de toekomst van Nederland. Dat geeft mij ook de kracht om het werk te doen. Soms denk ik ook wel eens keer: al die grote woorden, als je niet meer te melden hebt, ach.

VULLINGS:
Van welke houdbaarheidsdatum gaat u zelf uit?

BALKENENDE:
Ik heb steeds gezegd dat mijn inhoudelijke agenda over deze kabinetsperiode heengaat.

VULLINGS:
Maar dat is een inhoudelijke agenda. Dat is een beetje vaag.

BALKENENDE:
Dat is een zaak van de partij en dat heb ik ook een en andermaal gezegd. Ik heb niks toe te voegen aan wat ik hier eerder over heb gemeld.

VULLINGS:
Ziet de partij u nog zitten?

BALKENENDE:
Ik heb - laat ik een voorbeeld noemen. Ik was bij de nieuwjaarsreceptie van het CDA in Den Bosch. Dat was een ongelooflijk warm bad.

VULLINGS:
Kortom, Balkenende blijft tot 2020 premier?

BALKENENDE:
Dat zij uw woorden. Als dat uw hoop is, dan zeg ik: mooie woorden van uw kant. Ik doe gewoon mijn werk en wil van deze kabinetsperiode een succes maken. Daar zijn we druk mee bezig.
(letterlijke tekst, ongecorrigeerd, TO)