Toespraak staatssecretaris Bijleveld bij festival 'In actie met burgers'
Dames en heren,
Een maand geleden mocht ik in Utrecht samen met vertegenwoordigers van 47 Europese landen het verdrag over burgerparticipatie ondertekenen. In dit verdrag worden het recht om deel te nemen aan het openbaar bestuur en het recht op informatie van de lokale overheden neergezet als een burgerrecht dat moet worden vastgelegd in de wetgeving!
Burgerinitiatief als burgerrecht! Dat is nogal wat.Natuurlijk zijn inspraakprocedures in ons land al jaren keurig in de wet geregeld. We hebben instrumenten als de Verordening Formeel Burgerinitiatief. We hebben de mogelijkheid voor een Lokaal Referendum. Er is sinds kort een gedragscode voor Inspraak Nieuwe Stijl en de meeste gemeenten hebben een kadernota Burgerparticipatie.
Maar een recht op burgerparticipatie gaat verder. Het markeert een belangrijk omslagpunt: de omslag van ‘vrijblijvende’ naar ‘fundamentele’ burgerparticipatie. In de woelige jaren zestig en zeventig eisten actievoerders dat ze gehoord zouden worden, met een beroep op het “mandaat van de straat”. Dat leverde vooral schorre kelen op. Daarna is gezocht naar draagvlak. Maar draagvlak kun je alleen vragen voor dat wat er al is. Participatie als Public Relations instrument.
En nu zijn we zover dat we - ook in ons systeem van representatieve democratie – niet zonder participatie willen besturen. De afgelopen jaren heeft de overheid geëxperimenteerd met allerlei vormen van burgerparticipatie. Het project “In actie met burgers” is daar een mooi en succesvol voorbeeld van: een groot leerproces met 100 gemeenten, 17 proeftuinen en 12 experimenten! U die daaraan heeft mee gewerkt wil ik feliciteren met de resultaten.
Maar helaas is het ook een project met een grote vrijblijvendheid: geen helder politiek commitment en niet verankerd binnen de gemeentelijke organisatie.
Dames en heren,
Ik heb namens Nederland dat verdrag ondertekend en voel dus een verplichting. Maar ook zonder dat, is het tijd voor de volgende fase. Niet meer vrijblijvend, niet meer als interessant experiment, maar als vanzelfsprekend onderdeel van het werk van de overheid; een fundamenteel burger-participatiebeleid!
Wat is dat dan; een ‘fundamenteel’ burger-participatiebeleid? Ik moet u iets bekennen. Ik kan op dit moment wel zeggen wat het niet moet zijn. Ik heb daar al kort iets van laten merken. Maar verder kan ik nu alleen vragen stellen waarop we in de komende jaren een antwoord moeten vinden en de antwoorden moeten van u komen. U heeft ervaringen opgedaan met “In actie met de burger”.
Over welke vragen heb ik het? Ik denk bijvoorbeeld aan:
-Veel gemeenten hebben een kadernota burgerparticipatie, maar wordt die door de raad ook gebruikt als toetsingskader voor participatieprocessen?
-Geeft de burgemeester invulling aan de wettelijk vastgelegde verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de burgerparticipatieprocessen? En gebeurt dat ook als er geen Burgerjaarverslag is?
-Heeft u een toegankelijke en herkenbare voorziening voor informele initiatieven vanuit burgers zoals de Ideeënmakelaar in Zwolle ?
-Heeft u voldoende kennis over de effecten van alle burgerparticipatieprocessen in uw gemeente? Hoe wordt er geëvalueerd? Wat werkt wel en wat niet ?
-Bereikt u alle betrokkenen of beperkt het zich tot de participatie-elite en heeft u al een digitaal participatieplatform ingesteld?
-Organiseert uw gemeenteraad ook zelf burgerparticipatieprocessen ?
-Kent uw gemeente kwaliteitsnormen waaraan een participatieproces moet voldoen en is burgerparticipatie bij uw gemeente ingebed in de hele ambtelijke organisatie als onderdeel van het werkproces?
-Worden bewoners ondersteund in vormen van zelforganisatie om de eigen problemen in buurt of gemeenschap op te lossen en krijgen bewoners van wijken middelen toebedeeld om de belangen die ze zelf kunnen behartigen ook te kunnen bekostigen?
De vragen die ik hier stel zijn gebaseerd op voorbeelden in de praktijk, maar wat nu moet gebeuren is dat de experimenten – de voorbeelden- in het hele land ingevoerd kunnen worden en in 2020 klaar zijn. U heeft niet geëxperimenteerd alleen voor het experimenteren.
Mijn ministerie zal, in samenwerking met de VNG, daarbij graag ondersteunen. Ik wil de komende jaren het programma “In Actie Met Burgers” een sterke impuls geven. Ik ben daar al mee begonnen door het Programma Burgerparticipatie 3 weken geleden naar de Kamer te sturen. Dit programma wil de overheid op alle niveaus open stellen voor de creativiteit en de kracht van burgers. Meer responsiviteit. Meer focus op de agenda van burgers als stuwende kracht voor de gemeenschap. Met een overheid die voorwaarden schept, voorbeeldgedrag tentoonspreidt, uitnodigt en zaken mogelijk maakt.
Belangrijke onderdelen zijn:
-verspreiden, verdiepen en verankeren resultaten van In actie met burgers: bijvoorbeeld gericht op de rol van de raad bij burgerparticipatie, structureel netwerk burgerparticipatie en
-de bevordering van burgerinitiatieven; Vandaag is er een waaier met voorbeelden. Dit voorjaar komt er een handreiking, en de IPP-leerkring gaat door.
-een aanpak gericht op niet actieve burgers.
Dames en heren,
Als we goed opletten kunnen we zien dat om ons heen de overheid fundamenteel van karakter verandert. De overheid verandert van bestuursmonopolist in dienstverlener, motivator en facilitator. Burgers zullen steeds meer in de gelegenheid worden gesteld om zelf projecten te ondernemen in het publieke domein. Je ziet nu al. Er zijn mooie initiatieven van burgers over zorg, energie, ontwikkelingssamenwerking, leefbaarheid... en zeker op het internet waar de web 2.0-burger niet meer meedenkt, maar mee-doet.
Een andere trend die hierbij een rol speelt is dat we in het algemeen steeds meer beslissingen overlaten aan degenen die het onderwerp zijn van de beslissing. Nu al geldt: wat lokaal kan, moet niet nationaal. Dat gaat straks ook steeds meer op voor de verhouding lokale overheid – burger. Wat de burger – in samenspraak met lot of buurtgenoten – zelf kan regelen, moet de gemeente niet proberen af te nemen.Maar pas op! Dit is niet een ontwikkeling om overheidstaken over de schutting te gooien; het is een fundamenteel andere verhouding tussen overheid en inwoners.De meeste burgers zijn eraan toe, nu is het wachten nog op de bereidheid van politiek en instellingen om los te laten.
En daarmee kom ik aan mijn laatste punt; een oproep aan alle lokale bestuurders om deze ontwikkeling verder de ruimte te geven; om bijvoorbeeld het programma “In actie met burgers” van de ambtenaren over te nemen, om daarmee als bestuurder burger met de burgers te worden.
Niet-vrijblijvende burgerparticipatie; dat is fundamentele burgerparticipatie. Als we bereid zijn consequent de actieve bijdrage van burgers in onze gemeenten te benutten worden het buitengewoon boeiende tijden.