Onderhandelaarsakkoord minister Ter Horst en politiebonden

politieagenten

Minister Ter Horst en de vier politievakbonden ACP, NPB, ANPV en VMHP zijn het eens over een landelijk sociaal statuut dat van kracht is bij alle reorganisaties bij politiekorpsen. Het geldt ook bij het bundelen van ondersteunende taken voor de politie in één landelijke dienst. Het is de bedoeling dat politiemensen bij een reorganisatie hun baan houden of een nieuwe baan bij de politie krijgen, zodat gedwongen ontslagen niet nodig zijn. Daarnaast is afgesproken dat de cao een jaar langer zal doorlopen.

Ter Horst en de politievakbonden zullen het onderhandelaarsakkoord met een positief advies aan hun achterban voorleggen. Voor Ter Horst is dat de Ministerraad, voor de vakbonden hun leden. Het akkoord is afgesloten in het licht van de financieel-economische crisis en omdat er grote reorganisaties bij de politiekorpsen nodig zijn.

Ook politiemensen zullen in de toekomst langer werken. Daarom moeten er goede afspraken zijn over het vergroten van inzetbaarheid, bekwaamheid, geoefendheid en vitaliteit van politiemensen, rekening houdend met hun leeftijd.

De belangrijkste punten uit het onderhandelaarsakkoord:

  • Het landelijke sociaal statuut bij reorganisaties vervangt de vele regionale regelingen. Ook komt er een landelijk centrum waar de regionale politiekorpsen al hun vacatures melden. Daar geven zij ook alle mensen op die bij een reorganisatie een nieuwe baan moeten krijgen. Op deze manier worden politiemensen bij reorganisaties van de ene naar de andere baan geholpen, en hoeven gedwongen ontslagen niet nodig te zijn.
  • De tijdelijke ontheffing om nachtdienst te draaien voor politiemensen ouder dan 55 jaar wordt verlengd; maar wel wordt gestimuleerd dat ook 55-plussers meedraaien in de nachtdiensten omdat anders vanwege de vergrijzing de jongeren te veel belast worden.
  • De vergoeding voor woon/werk-verkeer gaat stapsgewijs omhoog naar 18 cent per kilometer. Bij gedwongen overplaatsing na een reorganisatie komt daar voor de extra kilometers nog een tijdelijke vergoeding bovenop.
  • De fitheidstest (toets fysieke vaardigheden) wordt vanaf 2012 verplicht, maar voorlopig zonder gevolgen als iemand de test niet haalt.
  • Vanaf 2012 krijgen politiemensen meer mogelijkheden voor training en studieverlof, zonodig voor meer trainingsuren geweldsbeheersing en schietvaardigheid. Hiervoor worden uren meerwerken uit een eerdere cao ingezet.
  • De korting op vaak ziek zijn verdwijnt, net als de bonus op nooit ziek zijn.
  • Het inkomen van nieuwe aspiranten (leerling-politiemensen) gaat gedurende drie jaar tijdelijk met een kwart omlaag vanaf eind 2010. Daarnaast komt er een proef met leerling-politiemensen die geen salaris maar een beurs krijgen voor het schoolgedeelte van hun opleiding. Op deze manier kunnen de politiekorpsen de afspraak nakomen die zij met Ter Horst hebben gemaakt om de komende drie jaar gemiddeld 1600 aspiranten per jaar aan te nemen. Deze afspraak moet de politiesterkte waarborgen.
  • Begin volgend jaar komen er afspraken om regionale verschillen in de beloning en de voorzieningen voor politiemensen gelijk te trekken. Dit geldt ook voor de top van de politie.
  • Politiemensen krijgen op 1 januari a.s. een loonsverhoging van 3,25 procent. Dat was al eerder afgesproken bij het afsluiten van de cao. In het nieuwe onderhandelaarsakkoord staat nu dat de cao daarna een jaar langer doorloopt, dus tot en met 2011.
  • In de lopende cao zat voor 2010 nog 1,2 procent loonruimte voor een nieuw functie- en loongebouw. Dat geld blijkt daarvoor niet nodig te zijn. Het beschikbare geld wordt o.a. ingezet voor financiering van een proef met beursstudenten bij de politie, de kosten van het landelijk sociaal statuut, het tegengaan van jeugdwerkloosheid en de instroom van allochtone jongeren bij de politie. Vanaf 2012 gaat het geld naar leeftijdsbewust personeelsbeleid.
    Het functie- en loongebouw wordt wel herzien, maar dat kost geen extra geld.