Nederland scoort hoog op duurzame projecten in ontwikkelingslanden
Steeds meer lokale boeren uit Afrika en Azië verkopen hun producten op de Europese markt. Het gaat vooral om garnalen en palmolie uit Azië en bloemen uit Ethiopië en Kenia, die op duurzame wijze zijn geproduceerd. "Ik ben blij dat we gedurende de top in Kopenhagen kunnen laten zien hoe effectief er met het bedrijfsleven samengewerkt wordt aan een beter milieu in ontwikkelingslanden. Dit is het onderwerp van de dag", aldus Koenders.
Samenwerking tussen lokale bedrijven, maatschappelijke organisaties, ontwikkelingslanden en de Nederlandse overheid heeft geleid tot een grotere export van duurzame producten uit ontwikkelingslanden. Dat is de belangrijkste conclusie uit een evaluatie die is gedaan naar deze zogenaamde publiekprivate partnerschappen door The World Summit on Sustainable Development (WSSD).
Vanaf 2002 is Ontwikkelingssamenwerking samen met het ministerie van Landbouw actief bij deze partnerschappen betrokken. Samenwerking tussen private en publieke partijen zorgt dat de kwaliteit van de producten wordt vergroot en boeren hun producten beter kunnen vermarkten.
Een grotere export van landbouwproducten draagt bij aan een groeiende omzet, meer werkgelegenheid en een sterkere bedrijfssector. Investeringen in de landbouwproductie zijn onderdeel van het beleid van minister Koenders (Ontwikkelingssamenwerking) en Verburg (LNV).
In 2008 werd de notitie ‘Landbouw, rurale bedrijvigheid en voedselzekerheid‘ van ministers Koenders en Verburg uitgebracht. Koenders heeft sinds zijn aantreden in 2007 sterk geïnvesteerd in het bevorderen van duurzame groei en verdeling in ontwikkelingslanden.