Gemeenten moeten geld besteden aan school-sportmedewerkers
In Nederland zijn 500 school-sportmedewerkers en cultuurcoaches actief. Het aantrekken van deze medewerkers verloopt niet volgens plan. Er hadden er inmiddels 800 moeten zijn. Staatssecretaris Bussemaker riep tijdens de Kennisdag Combinatiefunctionarissen gemeenten op zich actiever op te stellen. Tevens zei ze dat gemeenten die zich niet aan de afspraken houden het hiervoor gekregen geld moeten terugbetalen.
Dames en heren,
Bedankt voor dit eerste exemplaar van de Goede Voorbeeldgids. Ik heb er al doorheen kunnen bladeren en ik kan u verzekeren dat hierin prachtige voorbeelden staan van wat we kunnen bereiken door school op professionele wijze te verbinden met sport en/of cultuur.
U begrijpt dat ik als staatssecretaris van sport vooral kijk naar de sportprojecten in deze gids. En over één van die projecten wil ik graag iets meer vertellen omdat ik er zelf ben geweest en er erg van onder de indruk ben geraakt. Op de eerste plaats omdat het een goed project is dat jongeren aanzet meer aan sport te doen. En op de tweede plaats omdat het project ook bijdraagt aan de verbetering van de sociale samenhang in de woonwijk waar het plaatsvindt.
Ik doel op het initiatief van de gemeente Venlo. Venlo wil zoveel mogelijk mensen aan het sporten en bewegen krijgen en beperkt zich daarom niet alleen tot de samenwerking tussen scholen – in dit geval de regionale onderwijs instelling Gilde - en sportverenigingen. Ook de eredivisieclub VVV-Venlo is er bij betrokken en de Woningstichting Antares.
VVV-Venlo wil meer doen voor de samenleving dan alleen zo goed mogelijk voetballen. Na onderzoek is besloten de wijk Venlo-Oost te ondersteunen, de wijk waar het voetbalstadion staat. In deze wijk, die zich nauw verbonden voelt met VVV, bevinden zich kwetsbare groepen zoals jongeren die vroegtijdig school verlaten, jongeren die te weinig bewegen en langdurig werklozen.
De goede intenties zijn er dus, alleen ontbreekt het nog aan de uitvoering. Wie zorgt ervoor dat de doelgroepen bereikt worden en dat de onderwijsinstelling en de voetbalclub en de andere betrokken partijen de handen ineen slaan? De Impuls brede scholen, sport en cultuur bracht uitkomst. Venlo stelde een aantal school-sportmedewerkers aan en één daarvan ging aan de slag met VVV-Venlo en Gilde Opleidingen.
Toen ik enkele maanden geleden in Venlo was - voor de opening van het Cruyff Court Jeu Sprengers - zag ik hoe de samenwerking tussen de verschillende partijen vorm aan het krijgen is. Leerlingen van Gilde Opleidingen werden ingezet om een hapje en een drankje te serveren en andere leerlingen zorgden voor de sportactiviteiten voor de aanwezige buurtbewoners. Het staat in Venlo allemaal nog in de kinderschoenen, maar de contacten zijn gelegd en er zijn plannen in de maak om de doelgroepen te benaderen en aan het sporten of - in het geval van de langdurig werklozen – aan het werk te krijgen. En heel belangrijk: iedereen is enthousiast.
U vraagt zich wellicht inmiddels af waarom ik dit voorbeeld van Venlo zo uitgebreid beschrijf. U hebt gelijk: ik had natuurlijk ook andere inspirerende voorbeelden kunnen noemen. Zoals de Rotterdamse hockeyclub die erg in zichzelf was gekeerd en vooral blanke leden had. Dankzij een school-sportmedewerker is de club meer naar buiten gaan kijken, naar de wijk waarin ze zit en nu is het ledenbestand een aardige afspiegeling van de wijkbevolking.
Of ik had Amsterdam kunnen noemen, of Eindhoven, of Zwolle. Er zijn inmiddels heel veel goede voorbeelden en een aantal daarvan staat in deze gids. En al deze gemeenten hebben met elkaar gemeen dat ze succesvolle samenwerkingsprojecten opzetten dankzij school-sportmedewerkers en cultuurcoaches. Projecten met als resultaat dat mensen meer zijn gaan bewegen of zich meer met cultuur zijn gaan bezighouden. Bovendien leiden veel projecten tot een verbetering van de sociale samenhang in de samenleving. Ik hoop dan ook dat de voorbeelden in deze gids er toe leiden dat gemeenten geïnspireerd raken en er hard aan gaan trekken om school-sportmedewerkers en cultuurcoaches aan te stellen. Want helaas, dat loopt nog niet helmaal volgens plan.
Even terzijde: u hebt me nu al een paar keer school-sportmedewerkers horen zeggen en niet combinatiefunctionarissen. Dat is omdat ik bij het woord combinatiefunctionarissen niet denk aan mensen die op het sportveld staan, maar aan mensen achter een bureau. School-sportmedewerker maakt duidelijk dat deze mensen hun handen uit de mouwen steken en actief met sport bezig zijn.
Maar terug naar mijn tekst. Ik zei dat het aantrekken door gemeenten van school-sportmedewerkers en cultuurcoaches nog niet helemaal volgens plan verloopt. Hoewel het in sommige gemeenten erg goed gaat, zijn er momenteel minder school-sportmedewerkers en cultuurcoaches aangesteld dan waar mijn collega’s van onderwijs en ik voor eind 2009 op hadden gerekend. Als alles volgens plan was verlopen hadden we nu in Nederland ruim 800 enthousiaste medewerkers en coaches. Mij is verteld dat het er momenteel ongeveer 500 zijn.
Hoe komt dat? Veel gemeentebesturen zijn erg traag in hun besluitvorming. Ze willen dat de gemeenteraad de plannen heeft goedgekeurd voordat ze een school-sportmedewerker aanstellen. Het gevolg is dat er in het eerste jaar van de impuls weinig gebeurt en dat er pas in het tweede jaar, als de raad haar akkoord heeft gegeven, school-sportmedewerkers in dienst treden.
Dat is natuurlijk niet de bedoeling van de impuls. Het geld dat gemeenten ontvangen, wordt zo in het eerste jaar niet gebruikt waarvoor het is bedoeld. Er zijn zelfs gemeenten, zoals de gemeente Almelo, die zelfs twee jaar lang financiering ontvangen voordat ze de eerste school-sportmedewerker aanstellen. Afgelopen maandag heeft de Tweede Kamer daar nog haar ongerustheid over uit gesproken. De Kamer wil, net als ik, dat het geld besteed wordt aan school-sportmedewerkers of cultuurcoaches. En aan niets anders. Ik heb de Kamer toegezegd de financiering stop te zetten als blijkt dat dat niet gebeurt. Ik hoop niet dat het zover komt. En gelukkig heb ik gehoord dat ook Almelo nu school-sportmedewerkers gaat aanstellen.
Ik vertrouw er op dat nieuwe gemeenten die gebruik gaan maken van de impuls wel meteen aan de slag gaan. Het is ruim van te voren bekend welke gemeenten geld ontvangen, dus kunnen de gemeenteraden ook ruim van te voren hun goedkeuring geven aan de plannen.
Bovendien tonen de goede voorbeelden, die er inmiddels volop zijn, ondubbelzinnig de waarde van de school-sportmedewerkers en cultuurcoaches aan. Ze maken duidelijk dat gemeenten er alleen maar van profiteren, in sportief cultureel en maatschappelijk opzicht. Het is een veilige investering en levert alleen maar winst op! Daarnaast kunnen gemeenten die dat willen, ondersteuning krijgen. VSG, VBS, NOC*NSF en de Cultuurformatie stellen graag hun kennis en ervaring beschikbaar.
Om de betekenis van sporten op jonge leeftijd nogmaals te onderstrepen, wil ik u graag wijzen op de spreker die zo na mij wat gaat zeggen. Dat is schaatser Jochem Uytdehaage. Deze tweevoudige Olympische gouden medaille winnaar van 2002, die tevens een van mijn sportambassadeurs is, zal u graag vertellen over het belang van sport en bewegen.
Dames en heren, ik sluit af.
We zijn nu twee jaar bezig met de Impuls brede scholen, sport en cultuur en dat heeft geleid tot een aantal prima projecten waaraan scholen, sportverenigingen en culturele organisaties meewerken en soms ook andere organisaties. Deze projecten zijn bedoeld om jongeren te stimuleren meer te bewegen en te sporten en deel te nemen aan culturele activiteiten op en rond school. Maar niet zelden leiden de projecten ook tot een betere sociale samenhang in wijken.
Ik vertrouw er dan ook op dat alle gemeente gebruik willen maken van de impuls, zodat we over enkele jaren in Nederland 2250 school-sportmedewerkers en cultuurcoaches hebben.
Nogmaals: het is een zeer rendabele investering!