Conferentie Ryder Cup 2018
Toespraak minister Van der Hoeven op conferentie Ryder Cup 2018 over de economische betekenis van topsport evenementen in Nederland, 11 december 16.55u, Rotterdam.
De laatste spreker zijn in een rij van spraakmakende en welbespraakte heren is altijd een ondankbare taak. Daarbij is het vrijdag, eind van de middag. Een tijdstip waarop de meeste mensen eigenlijk naar huis willen om aan het weekend te beginnen, of op z'n minst toe zijn aan een borrel. U bent daarop vast geen uitzondering.
Voeg daaraan toe dat ik ook nog eens de laatste spreker ben, na 8 golfdeskundigen, dan kan ik u eigenlijk alleen maar beloven het kort te zullen houden. Ik moet u bovendien bekennen dat ik nog niet zo heel veel met golfen heb. Ik heb geen handicap, ben de spelregels nog aan het leren. Maar, ik heb inmiddels een proefles gehad en vond het erg leuk. Dus ik ga starten!
En ik ben niet de enige. Golf is een sport die steeds meer mensen trekt. Dat is ook niet zo vreemd. Ik hoef u er alleen maar op te wijzen dat over tien jaar de Nederlandse bevolking voor de helft uit 50-plussers zal bestaan. De grijze golf dus. Het is ook een van de weinige sporten die tot op hoge leeftijd beoefend kan blijven worden. Daarnaast zijn er ook steeds meer jongeren enthousiast over deze ontspannende en uitdagende sport.
De organisatie heeft mij gevraagd in te willen gaan op de economische betekenis van topsportevenementen in Nederland.
Dat wil ik graag doen en dan zeg ik er meteen bij: die betekenis is evident en ik wil er graag mijn steentje aan bijdragen.
Want dames en heren, of het nou gaat om het naar Nederland halen van de Olympische Spelen van 2028, een WK- of EK-voetbaltoernooi of waar het vandaag over hebben: De Ryder Cup in 2018, het is mij in principe om het even: Al die evenementen zijn wat mij betreft van harte welkom. Zowel uit sportief als uit economisch oogpunt zeg ik: Graag zelfs!
De grootste uitdaging zijn Olympische Spelen. 2028 is precies 100 jaar na de Spelen van 1928 in Amsterdam. Een prachtig moment om opnieuw op in te zetten. Maar ik zeg u er direct bij: Het kandidaatstellen voor de Olympische Spelen is vooral een politieke keuze en die definitieve keuze moeten we nog maken. Maar als u diep in mijn hart kijkt zeg ik: doen!.
De economische impact van grote internationale sportevenementen is zonder meer groot te noemen. Het trekt investeringen aan, is goed voor toerisme, goed voor de werkgelegenheid. De Olympische ambitie zorgt er bovendien voor dat we ons blijven ontwikkelen en dat we onze concurrentiepositie verstevigen.
Tegelijkertijd zijn er de nodige kosten. Denk aan sportaccommodaties die moeten worden aangelegd en uitbreiding en optimalisering van de infrastructuur. En de vraag is of die investeringen ook nog rendabel zijn na afloop van het evenement. Het is de bekende discussie van de lasten versus de baten die zich over het algemeen moeilijk laten voorspellen.
Voor het Kabinet een definitieve beslissing neemt, moet er eerst onafhankelijk onderzoek worden gedaan. Er zijn verschillende manieren om de economische effecten van een Olympische Spelen in kaart te brengen:
Allereerst is er de impactstudie. Maar daarin worden indirecte effecten niet meegenomen. Zoals het bijvoorbeeld het Oranjegevoel en het plezier van iedereen.
Dan is er de mogelijkheid van een Maatschappelijke Kosten Baten Analyse (de MKBA). Het nadeel daarvan is dat het lastig is alle relevante maatschappelijke kosten en baten in kaart te brengen. Sommige effecten zijn moeilijk te kwantificeren en niet in geld om te zetten. Kortom: het uitvoeren van een goede MKBA kost veel tijd en is in dit stadium nog te complex.
Een goed alternatief is een Verkennend Onderzoek, waarin bestaande MKBA's van 16 eerdere grootschalige sportevenementen - onder meer zes eerdere zomerspelen - worden bestudeerd. De opgedane kennis wordt vervolgens vertaald naar de specifieke Nederlandse situatie. Zo kunnen we een globaal overzicht krijgen van wat het ongeveer kost en oplevert.
Belangrijk uitgangspunt van het kabinet is dat het voor Nederland al winst oplevert om de ambitie te hebben, zonder dat de Spelen misschien ooit in Nederland worden georganiseerd. Alleen al door uit te spreken dat we een groot sportevenement in Nederland willen houden, plaatsen we ons land in de schijnwerpers.
Wat we in elk geval duidelijk in kaart moeten brengen is welke maatregelen vroegtijdig moeten worden genomen gelet op de kandidaatsfase van het Olympisch Plan 2028, en welke kansen zich aandienen.
Maar ook de mogelijkheden voor bijvoorbeeld gebiedsontwikkeling, stedenbeleid, architectuur, bouw en klimaatneutrale energie in de gebouwde omgeving wil het kabinet verder onderzoeken.
Verder zal de komende tijd duidelijk moeten worden in welke mate gemeenten, provincies, bedrijven, maatschappelijke organisaties en niet te vergeten de Nederlandse bevolking aan het Olympisch Plan 2028 willen bijdragen, en welke concrete bijdrage een ieder hieraan kan leveren.
Dames en heren. De beslissing om een bid te doen is dus nog niet genomen. Dat doen we pas in 2016. Voor die tijd wil het kabinet een goed track record opbouwen voor sport- en andere evenementen. Met een dergelijk track record tonen we de wereld ons organisatorisch vermogen. Optimaliseren we onze infrastructuur. Zetten we Nederland op de kaart voor toekomstige investeerders. Kortom een mooie gelegenheid ons land internationaal te positioneren. Wat dat betreft zijn de Olympische Spelen van 2028 een inspirerende stip op de horizon.
Maar of het nou de Olympische Spelen in 2028, het wereldkampioenschap voetbal, of Ryder Cup in 2018 is, het heeft natuurlijk sowieso een geweldige uitstraling op het imago van ons land. En dan heb ik het nog niet eens over het plezier dat het oplevert voor de Nederlanders.
Een feest waar iedereen van kan genieten en waarvan de waarde moeilijk in geld is uit te drukken. Iedereen herinnert zich ongetwijfeld nog de feestelijke sfeer in Nederland tijdens Euro2000.
Sport geeft mensen een fantastisch gevoel. Dit geldt niet alleen voor een actieve sportbeoefening, maar zeker ook voor supporters die langs de lijn staan. Sport verbroedert. Samen ben je bezig, of samen ondersteun je je favoriete team.
Een belangrijke notie bij de Olympische ambities van het kabinet is dat de uitkomsten van de economische implicaties niet doorslaggevend hoeven te zijn voor het al dan niet kandidaatstellen. Het gaat tenslotte ook om draagvlak.
Is de bevolking enthousiast?
Wil het bedrijfsleven dit graag?
En ook met dit laatste raken we een belangrijk punt. We kunnen als kabinet, als overheid niet in ons eentje een Olympische droom koesteren.
Gelukkig is de sportwereld met NOC-NSF voorop een vurige aanjager. Maar het moet ook samen met het bedrijfsleven. Het realiseren van die ambities vraagt om een publiekprivate aanpak. In de Olympische structuur (de alliantie) is ook een groot deel privaat vertegenwoordigd. En dat moet ook.
Dames en heren. We zijn een vernieuwend volk, we tonen ambitie. Nederland is een ondernemend land vol potentie, lef en daadkracht en dat mogen we best laten zien aan de rest van de wereld. Denk alleen al aan onze innovatiekracht. We zijn een soort Willie Wortel, vooral in sportland.
Ik noem u wat typisch Hollandse uitvindingen: De kunstgrasvezels van Ten Cate, de turntoestellen van Janssen-Fritsen, de klapschaats van bewegingswetenschapper Gerrit Jan van Ingen Schenau. DSM 'comfort cooling' sportkleding en sportdrank, de speciale coatings van Akzo Nobel en de verlichting van Philips. Maar ook de zwemkleding, kuipstoeltjes en dranghekken komen vaak uit Nederland. Bedrijven als Interbeton en DHV bouwen gigantische stadions in het buitenland.
Het is dus een mooi moment om onze talenten te presenteren. Niet alleen op sportniveau, maar ook op het gebied van ondernemerschap, innovatie, kennis en lef. Wij noemen dat op EZ 'Holland branding'. Het merk Nederland over het voetlicht brengen. Nederland exporteerde in 2006 voor 1,1 miljard euro aan sportartikelen. Jaarlijks wordt in Nederland 9,4 miljard euro uitgegeven aan sport en de hele sportsector biedt werk aan ruim 82.000 mensen.
Maar nogmaals, de klus kan alleen worden geklaard als we het samen doen. Bedrijfsleven en overheid. De Ryder Cup geeft wat dat betreft het goede voorbeeld. Vanuit de golfwereld is het initiatief ontstaan. Via aandelen in The Dutch is een nieuwe golfbaan aangelegd die de standaard van een Ryder Cup heeft. Door het neerzetten van een zelfstandig bedrijf zoals The Dutch wordt de economische haalbaarheid van sportevenementen een stuk groter.
De organisatie van een Ryder Cup past dus goed in het kabinetsbeleid richting Olympische Spelen 2028. Als we het één kunnen, kunnen we het ander ook! Alles moet in het werk worden gesteld om beide kandidaturen binnen te slepen. Beide evenementen bieden Nederland geweldige kansen en kunnen de economie een enorme impuls geven. Nogmaals, we hebben de juiste infrastructuur, hebben ervaring met het organiseren van sportevenementen en wat betreft golf spreken we internationaal inmiddels ook een aardig woordje mee.
Ik begrijp dat er 6 landen in de race zijn om de Ryder Cup binnen haar grenzen te halen. Dames en heren. Ik spreek me niet uit over kansen. Maar als we op economisch gebied, wetenschappelijk terrein en op het gebied van cultuur en sport tot de top willen behoren, dat moeten we die ambities ook waar zien te maken.
Mocht de Ryder Cup 2018 aan ons worden toegewezen - en waarom ook niet - dan zal de uitwerking op Nederland als sportland enorm zijn.
De kans dat de Ryder Cup een Nederlandse winnaar oplevert mag dan niet zo groot zijn, winst valt er wel te behalen als we kunnen zorgen voor een succesvol golfevenement waar nog lang over zal worden gesproken.
Het wordt een succes als we klasse bieden. Als we er in slagen miljoenen mensen over de hele wereld aan het beeldscherm te kluisteren, kijkend naar de wedstrijden. Als we de vele bezoekers en deelnemers aan het evenement met een goed gevoel weer huiswaarts kunnen laten keren. En als we die beloften kunnen waarmaken dan zijn de Olympische Spelen van 2028 onder handbereik!
Ik wens u veel succes!