Brief aan de Tweede Kamer over de uitvoering van toezeggingen mbt. de wijziging van de Wet op de lijkbezorging

Met deze brief zet de staatssecretaris de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van het amendement-Van Raak/Knops uiteen en informeert zij de Kamer over de andere zaken die bij de behandeling van de wijziging van de Wet op de lijkbezorging (Wlb) aan de orde kwamen.

1. Inleiding

Bij brief van 9 november jl. heeft de vaste commissie voor BZK mij gevraagd naar de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van het amendement-Van Raak/Knops (Kamerstukken II 2007/08, 30 696, nr. 23). Graag maak ik van de gelegenheid gebruik de Kamer tevens te informeren over de andere zaken die bij de behandeling van de wijziging van de Wet op de lijkbezorging (Wlb) aan de orde kwamen. Met deze brief doe ik de door mij gedane toezeggingen gestand.

De wijziging van de Wlb is op 9 juni van dit jaar door de Eerste Kamer aanvaard en vervolgens bekrachtigd (Stb. 2009, 320). De wet zal op 1 januari 2010 in werking treden, met uitzondering van de bepalingen over het Nader Onderzoek DoodsOorzaak (NODO) bij onverklaard overlijden van minderjarigen (Stb. 2009, 501). De noodzakelijke voorbereidingen voor een zorgvuldige invoering van deze procedure zijn nog niet afgerond. De inwerkingtreding van genoemde bepalingen zal bij afzonderlijk besluit plaatsvinden, zodra de Minister van Justitie de implementatie voldoende voorbereid acht.

2. Het ruimen van graven

Het amendement-Van Raak/Knops maakt het in aanvulling op het bestaande artikel 32 Wlb mogelijk om bij AMvB regels te stellen over het ruimen van graven, het verwijderen van grafmonumenten en de teraardebestelling van de overblijfselen van lijken. Zoals bekend geef ik de voorkeur aan regeling op lokaal niveau in combinatie met zelfregulering door de branche. Blijkens de toelichting op het amendement hebben de indieners beoogd dat gemeenten tot een jaar na de inwerkingtreding van de wet de gelegenheid krijgen nadere regels te stellen met betrekking tot het ruimen van graven en hoe om te gaan met verzamelgraven.

Nu de wet op 1 januari 2010 in werking treedt, hebben de gemeenten dus tot 1 januari 2011 de tijd om deze nadere regels te stellen. Ik kan u melden dat door de VNG wordt gewerkt aan een herziening van de model-beheersverordening begraafplaatsen, waarbij ondermeer aandacht wordt besteed aan het respectvol omgaan met menselijke resten bij het ruimen van graven. De Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen (LOB) is hierbij betrokken. Daarnaast wordt gewerkt aan een onderliggende handreiking, waarbij ook de Branche Vereniging Ondernemers Begraafplaatsbeheer (BVOB) betrokken is. Ik zal uw Kamer informeren wanneer model en handreiking gereed zijn.

Ik ben niet bekend met signalen dat zich hierbij problemen zouden voordoen. Ik heb er alle vertrouwen in dat de VNG, in samenspraak met de LOB en de BVOB, er in zal slagen het model en de handreiking tijdig gereed te hebben, zo heb ik ook in uw Kamer aangegeven tijdens de recente plenaire behandeling van de BZK-begroting voor 2010. Het is vervolgens aan de individuele gemeenten om te beslissen of zij het model overnemen in hun regelgeving. Ik heb er echter alle vertrouwen in dat gemeenten hier op een verantwoorde wijze mee zullen omgaan. In de voorlichting die ik naar aanleiding van de wetswijziging zal verstrekken, zal ik ook om aandacht vragen voor het ruimen van graven.

3. Grafkosten

Bij de behandeling van de wijziging van de Wlb is door uw Kamer met algemene stemmen een motie-Anker/Van der Staaij (Kamerstukken II 2008/09, 30 696, nr. 28) aangenomen, waarin de regering wordt verzocht de VNG te vragen een model voor grafkosten te ontwikkelen dat een reële kostenopbouw en –vergelijking tussen verschillende gemeenten mogelijk maakt en daarover de Kamer te informeren.

Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan een herziening van de Handreiking kostentoerekening leges en tarieven. De Handreiking geeft inzicht in de wijze van doorberekening van kosten in rechten, heffingen en tarieven die maximaal kostendekkend mogen zijn. Grafkosten vallen hier ook onder. De Handreiking is geschreven voor alle overheidsinstanties of uitvoeringsinstanties van overheidswege die een recht, heffing of tarief in rekening brengen. De VNG zal daarnaast in december, in aanvulling op de Handreiking, een stappenplan publiceren waarmee gemeenten een goede kostenonderbouwing kunnen maken voor heffingen die zijn gebaseerd op het verhalen van kosten.

Reeds enige tijd geleden heeft de VNG overigens een model-verordening lijkbezorgingrechten uitgegeven die de wijze van heffen beoogt te uniformeren.

Verder hebben minister Cramer (VROM) en ik op 13 november jl. een brief aan de Kamer gestuurd over de activiteiten die het Rijk, de VNG en het IPO hebben ontplooid om de legesheffing transparanter te maken (Kamerstukken II 2009/10, 31 953, nr. 27). Deze brief focust op de legesheffing voor omgevingsvergunningen, maar in de brief is ook aangegeven dat hetgeen voor de leges van de omgevingsvergunning wordt ondernomen, mutatis mutandis ook voor andere rechten en leges geldt.

Concreet worden in de brief de volgende maatregelen genoemd:

  • publicatie van de Handreiking kostentoerekening leges en tarieven (BZK, december 2009)
  • publicatie van het stappenplan kostentoerekening (VNG, december 2009)
  • opstellen van activiteitenlijsten per legessoort (VNG en IPO, begin 2010)
  • toepassen van kostentoerekeningsmodellen (opgesteld door VNG en IPO)
  • opstellen leidraad kostentoerekening, waarin wordt beschreven hoe al deze instrumenten in te zetten en hoe daarover verantwoording moet worden afgelegd door gemeenten en provincies (VROM/BZK, april 2010)

Kortom, ook voor de lijkbezorgingrechten kan komend jaar een flinke slag gemaakt worden bij het vergroten van de transparantie. Ik ben van mening dat de Handreiking en het stappenplan voorzien in hetgeen met de motie wordt beoogd. Er bestaat geen aanleiding grafkosten anders te beoordelen dan andere leges. Ik benadruk overigens nogmaals dat grafkosten maximaal kostendekkend mogen zijn en dat de verantwoording hierover op lokaal niveau dient plaats te vinden aangezien de tariefstelling tot de gemeentelijke autonomie behoort.

4. Overige onderwerpen

Tijdens de plenaire behandeling is door de heer Anker nog gesproken over de uitgifte van eeuwigdurende graven. De VNG zou dit gemeenten met het oog op de capaciteit op begraafplaatsen en om beheerstechnische redenen ontraden. Het begraafplaatsbeheer, waaronder de uitgifte van eeuwigdurende graven, is een verantwoordelijkheid van individuele gemeenten. Zij maken daarin een eigen afweging. Er bestaat ter zake géén richtlijn van de VNG. Wel is het zo dat gemeenten die hierover om advies vragen, door de VNG worden gewezen op de aspecten van capaciteit en beheer. Vervolgens is het aan die gemeenten zelf om een keuze te maken. De voorlichting is verder een zaak van de VNG.

De heer Knops had mij gevraagd na te denken over het verhalen van uitvaartkosten op kinderen die met hun ouders gebrouilleerd waren. Zoals ik ook al had aangegeven tijdens de plenaire behandeling, zie ik onvoldoende aanleiding om hier een voorziening voor te treffen, los van de vraag of het mogelijk zou zijn dit met regelgeving af te bakenen. Veel mensen hebben tegenwoordig een uitvaartverzekering. In de meeste gevallen zal die kostendekkend zijn, zodat nabestaanden niet met dergelijke kosten worden geconfronteerd. Indien geen sprake is van een uitvaartverzekering of indien deze niet het volledige bedrag vergoedt, komen de kosten slechts voor rekening van de nabestaanden indien zij ook de opdracht tot de uitvaart hebben gegeven. In geval van een gebrouilleerde relatie, ligt het niet in de rede dat de kinderen opdrachtgever zijn. Men heeft dit dus mede zelf in de hand, waardoor het een betrekkelijk “probleem” is. Indien niemand opdracht geeft tot de uitvaart, dan doet de burgemeester dit. De gemeente heeft dan echter wel de mogelijkheid de kosten te verhalen op de nalatenschap (artikel 22 Wlb).

5. Tot slot

Begin volgend jaar zal ik de wijziging van het Besluit op de lijkbezorging, een AMvB, ter hand nemen. Mijn eerste indruk is dat het Besluit maar beperkte wijziging behoeft naar aanleiding van de wetswijziging. De wijziging zal hoofdzakelijk technisch van aard zijn, vandaar ook dat het niet nodig is de inwerkingtreding van de wetswijziging hiervoor aan te houden. Van nieuw beleid is vooralsnog geen sprake.

Daarnaast zullen initiatieven worden genomen tot de omzetting van de VROM Inspectierichtlijn lijkbezorging in een Handreiking lijkbezorging. Dit zal vanwege het technische karakter worden uitbesteed aan de branche, waarbij de betrokken departementen, de VNG, de LOB en andere betrokken organisaties zullen worden gevraagd plaats te nemen in een begeleidingscommissie. Het is de bedoeling ook in dit verband aandacht te besteden aan het ruimen van graven.

Ten slotte kan ik u melden dat er een BZK-brede reparatiewet in voorbereiding is, waarbij ook enige technische verbeteringen in de Wlb zullen worden aangebracht. Deze technische verbeteringen staan niet in de weg aan inwerkingtreding van de wijziging van de Wlb per 1 januari 2010.

DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,

drs. A.Th.B. Bijleveld-Schouten