Bedrijfsleven en kunstsector, nieuwe Allianties
Speech staatssecretaris van Economische Zaken, Frank Heemskerk, "Bedrijfsleven en kunstsector, nieuwe Allianties", op 8 december 2009 in Rotterdam
Dames en heren,
De kunstsector kan veel betekenen voor het Nederlands bedrijfsleven. Daar hoef ik u niet van te overtuigen. Maar het is geen vanzelfsprekende alliantie.
Traditioneel is de verhouding tussen kunstsector en bedrijfsleven scheef: de kunsten zijn doorgaans de vragende partij. Zij hebben geld nodig en zoeken daarbij welwillende sponsoren. In ruil voor tegenprestaties - zoals naamsvermelding in catalogi en museumingangen, speciale bezichtigingen voor relaties van de sponsoren, of kaartjes met korting voor klanten.
Met de sponsorrelaties gaat het nu niet goed. [In het Verenigd Koninkrijk heeft ruim de helft van de kunstinstellingen de inkomsten uit sponsorwerving zien kelderen. In de VS heeft zelf 80 procent van de instellingen de uitgaven met een derde tot de helft moeten terugbrengen. In Nederland] komt de crisis ook hard aan, zo blijkt uit een onderzoek van SponsorMaps. Maar liefst driekwart van de sponsorbedrijven is niet van plan om nieuwe sponsorcontracten aan te gaan. En 68 procent wil ook bestaande overeenkomsten niet verlengen. Daarnaast wordt de relatie zakelijker.
Deze ontwikkeling weerspiegelt de onevenwichtigheid in de relatie tussen kunstsector en bedrijfsleven. Voor de kunsten zijn sponsoren van levensbelang; voor veel bedrijven is kunst een luxe.
De vraag die we ons vandaag daarom stellen, is: hoe kunnen kunstsector en bedrijfsleven een meer evenwichtige en duurzame relatie opbouwen? Hoe kunnen we zorgen dat kunst en creativiteit wél tot de core business van bedrijven gaan behoren?
We moeten op zoek naar nieuwe samenwerkingsvormen. Daarbij kunnen we verschillende sporen volgen.
Een eerste spoor is dat de kunstsector zelf gaat nadenken hoe kunst kan bijdragen aan oplossingen voor bedrijfsproblemen.
Dat gebeurt nu bijvoorbeeld al bij DSM in Delft. Het bedrijf wilde industriële producten op een innovatieve manier sneller op de markt krijgen. Maar hoe? DSM schakelde een videoartiest, een danser, een schrijfster en een beeldend kunstenaar in. Zij creëerden "A room with a view": een ruimte die mensen inspireert en helpt de luiken open te zetten voor creatieve ideeën. Het werden zes vertrekken: een voor brainstorms, een voor bewegingsgames, een voor kunst en ambachten, twee voor stilte en ontspanning, en een proeflab voor lunches en presentaties. Nu vliegen teams vanuit Zwitserland en de VS naar Limburg om van de ruimte gebruik te maken.
Op deze manier kan het bedrijfsleven profiteren van de frisse blik, de verbeeldingskracht en de creativiteit van kunstenaars. Kunstenaars kunnen helpen om vernieuwingen op gang te brengen. Andersom kunnen kunstenaars profiteren van de zakelijke inzichten en de netwerken van bedrijven.
Een tweede spoor is dat de kunstsector en het bedrijfsleven samenwerken om projecten van de grond te krijgen.
Daar zijn inspirerende voorbeelden van in het Verenigd Koninkrijk. Zoals de herontwikkeling van de oude elektriciteitscentrale in Oost-Londen 17 jaar geleden. Hier hebben UBS bank en de National Center for Circus Arts samengewerkt. Ze hebben niet alleen een vervallen gebouw doen herrijzen. Dat gebouw werd ook een katalysator voor stedelijke herontwikkeling. Het gebied rond het centrum voor circuskunsten is nu een bloeiend cultureel gebied en een van de meest gewilde postcodes van Londen
In Nederland wordt industrieel erfgoed ook steeds vaker benut voor de kunsten en de creatieve industrie. Denk aan de Westergasfabriek in Amsterdam, Strijp S in Eindhoven en de Creative Factory in Rotterdam.
Maar er zijn ook andere interessante experimenten. Zoals de samenwerking tussen de HEMA en het Rijksmuseum. Zij presenteerden in april een nieuwe collectie van 55 producten geïnspireerd op de collectie van het Rijks - van rompertjes, dienbladen en paraplu's tot bonbons, theedoeken en make-up tasjes.
Holland Art Cities, dat Bernard Wientjes met succes onder zijn hoede heeft genomen, is ook een inspirerende nieuwe alliantie -- in dit geval tussen kunstinstellingen en de toeristische sector. Nog nergens werken die twee op deze schaal samen. Er zijn al dertien prachtige tentoonstellingen georganiseerd, zoals "Erasmus in Beeld" dat ik hier een jaar geleden mocht openen. En "Aan het Russische Hof" in het nieuwe Hermitage in Amsterdam, dat Koningin Beatrix en president Medvedev dit najaar openden. En de "Kleuren van de Nacht" in het Van Gogh Museum. Die laatste was met meer dan een half miljoen bezoekers een echte kassakraker!
Holland Art Cities loopt nu een jaar. Maar de resultaten mogen er zijn: 1,86 miljoen bezoekers! Maar liefst een kwart miljoen mensen is zelfs speciaal of mede voor een tentoonstelling -- of tentoonstellingen -- naar Nederland gekomen. Deze groep besteedde in totaal ruim 80 miljoen euro in Nederland. Dat zijn een hoop extra inkomsten voor musea, hotels en restaurants, winkeliers en vervoerbedrijven!
Dames en heren,
Rembrandt vestigde zich om zakelijke motieven in Amsterdam, en werd in de keuze van zijn onderwerpen net als veel tijdgenoten geleid door de markt. Maar waarderen we Rembrandt daar vandaag minder om als kunstenaar? Allerminst.
Het is tijd voor een volwassen, volwaardige relatie tussen kunstsector en bedrijfsleven. Daar kan iedereen beter van worden. Ik feliciteer VNO-NCW, Holland Art Cities en de Vereniging Deltametropool daarom met dit initiatief.