Een pluim voor de jeugdgezondheidszorg
Anders werken is niet hetzelfde als méér werken. Dat zei minister Rouvoet tijdens het congres Jeugdgezondheidszorg in Ede op 10 december 2009. Hij spoorde de medewerkers van de jeugdgezondheidszorg onder andere aan flexibeler om te gaan met de benadering van ouders en kinderen. Alle ouders hebben andere vragen en behoeften. Daar mag de JGZ op inspelen.
Dames en heren,
Vorig jaar gaf ik aan dat het Centrum Jeugdgezondheid verplaatst zou worden en nu is ook duidelijk in welke richting. Het is goed om te zien dat het veld de resultaten van het Centrum Jeugdgezondheid waardeert. Dat zij de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor het Centrum willen overnemen. Zo staat het nu dichter bij het veld en stroomt kennis sneller naar de professionals.
Een mooi voorbeeld van goede samenwerking en passend bij het thema van vandaag: ‘professionaliseren en profileren in de JGZ’.
Dames en heren,
welkom op het jaarcongres Jeugdgezondheidszorg. Het is alweer de derde keer dat ik u mag toespreken. Goed om u hier weer te zien. Zeker in deze drukke tijden van de vaccinatie tegen de Mexicaanse griep. Mijn complimenten, want tijdens de grootste prikcampagne in de geschiedenis was in de eerste week de landelijke opkomst 72% procent!
2500 medewerkers –prikkers, verpleegkundigen, artsen, doktersassistenten, EHBO’ers, administratieve krachten en verkeersregelaars- hebben zich ingezet om kinderen tot en met 4 jaar te beschermen tegen de griep. Op 250 locaties met een gemiddelde wachttijd van minder dan 5 minuten. Dat is toch een mooi staaltje efficiëntie. Mede door u, professionals in de JGZ.
Ik hoor wel eens wat gemopper, in oktober nog tijdens het congres Samenwerken voor de jeugd: ‘de JGZ zou nooit worden genoemd’. Het idee dat je niet wordt gezien, terwijl je toch belangrijk werk doet en het vertrouwen hebt van al die ouders in ons land. Dat is natuurlijk niet prettig. Het congres vandaag heet misschien niet voor niets ‘professionaliseren en profiléren’. Wat mij betreft zijn ze onlosmakelijk verbonden, daar kom ik zo op terug. In ieder geval zijn de mooie krantenkoppen over de succesvolle vaccinatiecampagne ook een pluim voor u! U wordt dus wel degelijk gezien en gewaardeerd!
Een prolongatie van prestaties, zou ik willen zeggen. Want ook de hielprik of de afname van het aantal slachtoffers van wiegendood zijn successen die op de erelijst van de JGZ prijken.
Ook internationaal gezien valt de JGZ in positieve zin op en levert zij een grote bijdrage aan de gezondheid van onze jeugd. Het grootste succes is toch wel de hoge opkomst bij de consultatiebureaus. Het is vrijwillig, maar zeker 95 procent van de ouders in Nederland geeft gehoor aan de oproep.
Bezoek aan het consultatiebureau hoort erbij als je kinderen krijgt. Het zit er ingebakken. En u ziet ook het grootste deel van onze schoolgaande jeugd. Juist omdat het vrijwillig is, is ons systeem zo uniek. Uniek in de wereld. Daarmee hebben we goud in handen!
Dames en heren,
Maar dat goud moet wel blijven blinken. Daarom spreekt u vandaag over professionalisering en profilering. Daar wil ik ‘vernieuwing’ aan toe voegen. Ze zijn onlosmakelijk verbonden. Professionaliseren is in mijn ogen kritisch blijven kijken naar je beroep en hoe je je werk uitvoert. Je kennis op peil houden én toepassen. Maar het is ook slimme samenwerkingsverbanden smeden én je deskundigheid goed uitdragen. Be good and tell it. Dat alles met een goede gezondheid van kinderen in het vizier.
Professionaliseren is wat je zou kunnen noemen een never ending story en het is hard werken! Het vraagt creativiteit, continue aandacht en aanpassingsvermogen.
En het vraagt durf om verder te kijken dan het succes dat al is behaald.
In 2003 maakte u een slag met de invoering van het Basistakenpakket JGZ en daar bleef het niet bij. Denk aan de verschillende instrumenten die nu beschikbaar zijn om kinderen goed en gezond te laten op groeien. Mét u en dóór u ontwikkeld. Instrumenten ter verbetering van de zorg voor onze kinderen en jeugd. Ter versterking van de eigen kracht van ouders en jongeren. Ter verbetering van de samenwerking tussen professionals.
De verwijsindex bijvoorbeeld, de Zorg- en Adviesteams en de Centra voor Jeugd en Gezin. Maar ook de modernisering van uw praktijk met het digitaal dossier JGZ. De schouders gingen eronder en halverwege volgend jaar hebben vrijwel alle kinderen vanaf hun eerst volgende contactmoment een digitaal dossier. Daar werkt u vol verve aan. Een mooie professionaliseringsslag voor de JGZ.
Dames en heren,
Kinderen goed en gezond laten opgroeien, dat is voor de JGZ niet alleen een prik tegen de mazelen, de bof en nu de Mexicaanse griep. Het is ook ouders ondersteunen bij vragen over opgroeiende kinderen. U weet dat als geen ander. Want de JGZ doet meer dan – plat gezegd- prikken, wegen en meten. U biedt ouders ook voorlichting of cursussen, bijvoorbeeld over lastige peuters. Dat doet u omdat er vraag naar is. Dat doet u om ouders in staat te stellen op eigen kracht kinderen te laten opgroeien. Dat is ook de missie van het Centrum voor Jeugd en Gezin, uw nieuwe thuisbasis. De jeugdgezondheidszorg werkt door de komst van het Centrum voor Jeugd en Gezin in een andere context.
Dit betekent wat voor de uitoefening van je beroep. Het accent ligt nog sterker op vraaggericht werken en samenwerken. Samen met ouders en met professionals uit andere disciplines werkinhoud en werkprocessen met elkaar verbinden. Om samen voor kinderen, jongeren en hun ouders een zo goed mogelijk aanbod van opvoed- en opgroeiondersteuning te kunnen bieden. Dat begint bij een gezamenlijke visie op het CJG. Gemeenten hebben een belangrijke taak om deze processen samen met u vanuit de inhoud te regisseren. Mijn indruk is dat veel gemeenten een goede start hebben gemaakt, maar dat er ook nog een heel aantal zijn die nog wel een slag moeten maken.
Dames en heren,
Ik heb het de afgelopen tijd vaker gezegd, we zien steeds meer kinderen in zwaardere vormen van hulp terecht komen. Kinderen met soms lichte opvoed- of psychiatrische problemen. En daarmee neemt de vraag naar specialistische zorg hand over hand toe. Tegelijk krijgt een kleine groep kinderen met ernstigere problemen niet de juiste hulp. Die draaien nog te vaak rondjes in het stelsel, nog te vaak zonder resultaat. En dat kunnen we voorkomen.
Vragen hoeven geen –medische - problemen te worden als laagdrempelige hulp en ondersteuning beschikbaar is voor kinderen, jongeren en ouders. En zwaardere hulp is beschikbaar als er écht wat aan de hand is. Daarom streven we naar meer vroegtijdige ondersteuning en lichte vormen van hulp, snel en dichtbij. Daarom streven we naar het versterken van de eigen kracht van ouders en jongeren.
De JGZ heeft die missie. De Centra voor jeugd en gezin hebben die missie. Daar moet je kunnen binnenlopen met een vraag en als het even kan naar buiten met een antwoord.
Daar moet je kunnen binnenlopen met een probleem en direct worden geholpen. En is er meer aan de hand, dan kan ik me zo voorstellen dat de JGZ-arts de weg wijst naar zwaardere vormen van hulp. Als dat nodig is.
Die discussie loopt nog, maar zoiets zou een logische stap kunnen zijn, want de JGZ heeft contact met bijna alle ouders van de ruim 4 miljoen kinderen in Nederland van 0 tot 19 jaar. Is het niet op het consultatiebureau, dan wel op school of bij de GGD. U heeft het vertrouwen van de mensen. Dat alleen al maakt u een prachtige samenwerkingspartner in de CJG’s en het geeft u de sleutel tot verbetering van de zorg voor onze jeugd.
Dames en heren,
Wat kan beter? en Hoe kan het beter? Hoe blijft de JGZ toegerust voor alle veranderingen in onze maatschappij? Om u bij deze vragen te ondersteunen, heeft het programmaministerie voor Jeugd en Gezin ZonMw gevraagd een programma uit te voeren, gericht op vernieuwing van het werk van de JGZ. Ik kan me zo voorstellen dat de ondersteuning van adolescenten daarbij zeker aan de orde komt.
Dames en heren, de JGZ draait sinds 2003 een succesvol programma met het basistakenpakket JGZ. Maar daarin schuilt ook een valkuil: vasthouden aan eerder succes en vergeten vooruit te kijken. ‘Het gaat goed, dus ik ga ermee door.’ Dat idee. Ik zie dat nog niet, maar wil dat graag voorkomen. Ik roep u vandaag dan ook op over uw eigen succes heen te kijken. En ik daag u uit te zoeken naar andere methoden van werken.
Outreachend werken bijvoorbeeld. ‘Vangnet Jeugd’ in Amsterdam en ‘Kijk op de kleintjes’ in Nijmegen zijn mooie voorbeelden en er zijn er meer. Naar mensen toe gaan, uitvinden wat ze nodig hebben en ze ondersteunen als dat nodig is. Ik weet dat u dat interessant vindt, want ik hoor dat u graag vaker op huisbezoek wilt. Toch gebeurt dat veelal nog niet. ‘Te duur’, hoor ik dan.
Maar als extra geld niet beschikbaar is, dan dwingt dat toch te kijken hoe het wél haarbaar is als dat de kwaliteit van het werk ten goede komt. Dan dwingt dat te kijken naar het takenpakket, hoe het is ingericht, welke samenwerking mogelijk is. ‘Wil niet’ ligt op het kerkhof, ‘kan niet’ ligt er naast, zoals het spreekwoord zegt.
De gemeenten zijn voor u een belangrijke partner. Vergeet niet dat het kabinet een bedrag oplopend tot 200 miljoen euro in 2011 beschikbaar heeft gesteld. 100 miljoen via de Brede Doeluitkering CJG en nog eens 100 miljoen via het accres van het gemeentefonds voor opvoedondersteuning en voor de verdere ontwikkeling van het CJG. Geld voor extra zorg voor de jeugd.
Laat daarom gemeenten merken dat u weet wat er bij de lokale jeugd speelt en zoek samen naar oplossingen. Neem hen mee in uw ideeën. Profileren dus. Want veel meer dan we soms denken, is mogelijk. Kijk naar Almere met zorgcoördinatie. Of in Rotterdam naar de contactmomenten voor 15- en 16-jarigen.
Of kijk scherper naar de reguliere contactmomenten met de ouders en kinderen. Ik zeg niet dat ze op de schop moeten, in tegendeel. Succes moet je niet om zeep helpen, maar juist verder uitwerken. Ik vraag me dan ook hardop af of bijvoorbeeld ouders met een derde kind dezelfde vragen hebben als ouders met een eerste kind. Laat staan dezelfde behoefte aan contact. Bovendien is niet elk mens hetzelfde en heeft niet elk mens dezelfde behoeften. Daar kan en mag ook de JGZ op inspelen.
Kijk eens naar triage door dokterassistenten, en spreekuren op scholen door jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen. Weliswaar nog in ontwikkeling, maar de eerste ervaringen zijn zeker positief. In Midden Gelderland bijvoorbeeld met ‘Risico Kind Centraal’. Het is een manier om meer tijd te besteden aan vroegsignalering, toeleiding naar zorg en monitoring terwijl het basistakenpakket uitgevoerd kan worden binnen de financiële afspraken die zijn gemaakt. En het belangrijkste: Kinderen en hun ouders worden sneller en beter geholpen.
Ik hoor u denken: de minister geeft ons alleen maar meer taken! Maar, dames en heren, andere taken of anders werken, is niet hetzelfde als méér werken.
Dames en heren,
Professionaliseren is blijven kijken hoe je je werk inricht, welke taken je doet en welke samenwerkingsverbanden je smeedt en welke winst er te boeken is. En hoe je je werk uitdraagt. Be good and tell it. Mét de goede gezondheid en het welbevinden van kinderen scherp op het netvlies. Ik zei het al professionaliseren, dat houdt nooit op en het is hard werken! Het vraagt creativiteit en aanpassingsvermogen. En lef om verder te kijken dan het succes dat al is behaald.
Eén ding is zeker, de wereld draait door en zeker die van de JGZ. Kinderen, jongeren en hun ouders staan nu voor hele andere uitdagingen en vraagstukken dan ouders een decennium of nog langer geleden. En dat geldt natuurlijk ook voor de kinderen, jongeren en hun ouders in de toekomst. Als er iets is waar professionals in de JGZ goed in zijn -waar u goed in bent- is het volgen van de ontwikkeling van kinderen en het signaleren van risico’s.
Als hart van het Centrum voor Jeugd en Gezin bent u steeds sterker betrokken bij directe lichte hulp bij opvoedingsproblemen. En waar nodig, kunt u wellicht de weg wijzen naar zwaardere vormen van hulp. Mogelijkheden genoeg om verder te professionaliseren, te vernieuwen en te profileren.
Ik hoop daarom dat u zich vandaag laat inspireren en met nieuwe ideeën naar huis gaat. Vanaf maandag staat u weer te prikken op een van de 250 locaties voor al die kinderen en talloze ouders die zich willen beschermen tegen de Mexicaanse griep.
Ik wens u in ieder geval veel succes met prikken én met professionaliseren. Your good, so tell it.