Douane. Verzamelzendingen bij uitvoer

Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Keten Douane

Besluit van 7 december 2009, nr. CPP2009/2057M, Staatscourant 2009, 19092

De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

In dit besluit wordt onder bepaalde voorwaarden toegestaan voor zogenaamde verzamelzendingen bij uitvoer één uitvoeraangifte te doen.

1. Inleiding

In artikel 38 van de Douaneregeling zoals die gold tot 1 augustus 2008, was een bepaling opgenomen met betrekking tot verzamelzendingen bij uitvoer. Het vervallen van deze bepaling zou kunnen leiden tot een veelvoud aan aangiften en de daaraan verbonden administratieve lasten bij het bedrijfsleven en de Douane. Daarom heb ik besloten deze bepaling in de vorm van een beleidsbesluit te continueren. Daarmee wordt tevens vooruitgelopen op de inwerkingtreding van artikel 115 van de Verordening (EG) Nr. 450/2008 van het Europees parlement en de Raad van 23 april 2008 dat een soortgelijke bepaling bevat. Deze verordening treedt uiterlijk in werking op 24 juni 2013. Met die bepaling wordt een bij invoer mogelijke werkwijze ook van toepassing bij uitvoer. Voor invoer is nu een vergelijkbare regeling opgenomen in artikel 81 van de Verordening (EEG) 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992.

Bij het geven van de toestemming wordt een onderscheid gemaakt tussen gewone uitvoerzendingen en zendingen die betrekking hebben op de proviandering van zeeschepen.

2. Algemeen

2.1 Wettelijke regeling

Voor een uitvoerzending met twee of meer goederensoorten waarvan de tariefonderverdeling verschilt volgt per goederensoort een afzonderlijke aangifte tot plaatsing onder de douaneregeling uitvoer.

2.2 Goedkeuring

2.2.1 Provisie of scheepsbehoeften

Ik keur goed dat voor een uitvoerzending, die betrekking heeft op goederen die als scheepsprovisie of scheepsbehoeften worden afgeleverd en die bestaat uit goederen waarvan de tariefonderverdelingen verschillend zijn, als goederenomschrijving wordt vermeld "scheepsprovisie" onderscheidenlijk "scheepsbehoeften".

Bij een zending die betrekking heeft op goederen die als scheepsprovisie of scheepsbehoeften worden geleverd is toegestaan dat in plaats van de eigenlijke goederencode’s de volgende goederencode’s worden gebruikt:

- 9930 24 00 voor goederen van de hoofdstukken 1 tot en met 24 van het geharmoniseerde systeem;

- 9930 99 00 voor elders ingedeelde goederen, met uitzondering van de goederen van Hoofdstuk 27 van het geharmoniseerde systeem.

Voor goederen van hoofdstuk 27 van het geharmoniseerde systeem moet altijd de eigen goederencode worden gebruikt.

2.2.2 Andere zendingen

Ik keur goed dat voor uitvoerzendingen andere dan genoemd onder § 2.2.1, die bestaan uit goederen waarvan de tariefonderverdelingen verschillend zijn, een aangifte voor de douaneregeling uitvoer wordt gedaan alsof de gehele zending uitsluitend bestaat uit de van de zending deel uitmakende goederensoort die de hoogste waarde heeft. Deze goederensoort wordt in de douaneaangifte omschreven met de eigen benaming onder toevoeging van de woorden "en andere goederen". Deze werkwijze staat bekend als "verzamelzending bij uitvoer".

2.2.3 Voorwaarden

Voor de bovenstaande goedkeuringen gelden de volgende voorwaarden:

- in de aangifte ten uitvoer wordt in vak 44 als bescheidcode "8030" opgenomen (zie codeboek Sagitta, onderdeel uitvoer, Tabel T03);

- elke goederensoort van de zending heeft een waarde die niet hoger is dan € 1.000;

- elke goederensoort van de zending heeft een nettogewicht van niet meer dan 1.000 kilogram;

- het betreft geen tijdelijke uitvoer of wederuitvoer;

- de uitvoer van één of meer van de goederensoorten is niet verboden of beperkt of aan regels gebonden ingevolge andere wettelijke bepalingen;

- de uitvoer van één of meer van de goederensoorten heeft niet tot gevolg dat terugbetaling of kwijtschelding van de rechten bij invoer, omzetbelasting, accijns of verbruiksbelasting kan worden verleend;

- het uitgaan van de zending uit het douanegebied van de Gemeenschap vindt in Nederland plaats.

3. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van één dag na de datum van publicatie in de Staatscourant en werkt terug tot en met 1 augustus 2008.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 7 december 2009.

De staatssecretaris van Financiën,
mr. drs. J.C. de Jager.