Heffingsrente bij grensarbeiders
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA ‘S-GRAVENHAGE
Uw brief (Kenmerk)3 april 2007 07-Fin-B-14
Ons kenmerk: BCPP 2007-00814
Geachte voorzitter,
In uw brief van 3 april 2007 vraagt u mij om het resultaat van het onderzoek dat minister Zalm in zijn brief van 26 januari 2007, nr. CPP 2007/2914 (Kamerstukken 2006/07, 26 834, nr. 13), heeft toegezegd naar de situaties waarin er aanleiding bestaat om voor de jaren 2003 en 2004 af te zien van heffingsrente bij Nederlandse grensarbeiders die in België werkzaam zijn.
Zoals minister Zalm in zijn brief van 26 januari 2007 heeft opgemerkt bestaat er geen reden om voor de jaren 2003 en 2004 bij wijze van algemene regel af te zien van de heffingsrente die aan Nederlandse grensarbeiders in rekening is of wordt gebracht. Wel kan daartoe in concrete situaties aanleiding bestaan op grond van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur dan wel op grond van de omstandigheid dat het aan de Belastingdienst is te wijten dat de schatkist een renteverlies lijdt. Toegezegd is dat deze situaties in overleg met de Stichting Grensarbeid worden geïnventariseerd. Naar aanleiding van die toezegging is op 28 februari 2007 met de stichting afgesproken dat zij de grensarbeiders zal benaderen met het verzoek zich bij haar te melden indien zij naar hun oordeel voldoen aan de hiervoor genoemde voorwaarden. Zij zou haar bevindingen in de loop van april aan de Belastingdienst sturen. Tot op heden heeft de Belastingdienst echter nog niets van de Stichting vernomen.
Zodra de resultaten zijn overgelegd, zal ik u zo spoedig mogelijk informeren.
Hoogachtend,
De staatssecretaris van Financiën,
mr.drs. J.C. de Jager